NL/Prabhupada 0428 - Het speciale voorrecht van de mens is om te begrijpen "wat ik ben"

Revision as of 14:31, 29 February 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0428 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.11 -- Edinburgh, July 16, 1972

Gewoon proberen te begrijpen hoe veel onwetend we zijn. We zijn allemaal in onwetendheid. Dit onderwijs wordt gezocht omdat de mensen, door onwetendheid, ze vechten met elkaar. Één natie vecht met een andere, een religieus mens vecht met een ander religieus mens. Maar het is volledig gebaseerd op onwetendheid. Ik ben niet dit lichaam. Daarom zegt śāstra, yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke (SB 10.84.13). Ātma-buddhiḥ kuṇape, dit is een zak met botten en spieren, en het wordt vervaardigd door drie dhātus. Dhātu betekent elementen. Volgens het Āyur-vedische systeem: kapha, pitta, vāyu. Materiële dingen. Dus daarom ben ik een ziel. Ik ben onderdeel van God. Ahaṁ brahmāsmi. Dit is het Vedische onderwijs. Probeer te begrijpen dat je niet tot deze materiële wereld behoort. Je behoort tot de spirituele wereld. Je maakt deel uit van God. Mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7). In de Bhagavad-gītā, God zegt: "Alle levende wezens zijn mijn onderdeel." Manaḥ ṣaṣṭhānīndriyāṇi prakṛti-sthāni karṣati (BG 15.7). Hij ondergaat een grote strijd voor het leven onder de indruk, onder de lichamelijke indruk dat hij dit lichaam is, maar dit soort indruk of begrip is dier beschaving. Omdat de dieren ook eten, slapen, seks geslachtsgemeenschap hebben, en verdedigen op hun eigen manier. Dus als we ook, menselijk wezen, als we bezig zijn met al deze zaken, namelijk eten, slapen, seks geslachtsgemeenschap, en verdedigen, dan zijn we niet beter dan de dieren. Het speciale voorrecht van de mens is om te begrijpen: "Wat ben ik? Ben ik dit lichaam of iets anders?" Eigenlijk ben ik niet dit lichaam. Ik heb je zoveel voorbeelden gegeven. Ik ben ziel. Maar op dit moment is ieder van ons bezig met dit inzicht dat ik dit lichaam ben. Niemand werkt met dien verstande dat hij niet het lichaam is, hij is ziel. Daarom probeer om deze Kṛṣṇa-bewustzijns beweging te begrijpen. We proberen ieder mens te onderwijzen zonder onderscheid. We doen niet... Omdat we niet de behandeling van het lichaam nemen. Het lichaam kan Hindoe zijn, lichaam kan Moslim zijn, het lichaam kan Europees zijn, het lichaam kan Amerikaans zijn, of het lichaam kan verschillende stijl zijn. Net zoals je een aankleding hebt. Nu, omdat ik in saffraan kleding ben en je bent in een zwarte jas, dat betekent niet dat we samen zullen vechten. Waarom? Jij kunt een andere aankleding hebben, ik kan een andere aankleding hebben. Dus waar is de reden voor de strijd? Dit inzicht wordt gezocht op het huidige moment. Anders zul je een beschaving van dieren hebben. Net als in de jungle, zijn er dieren. Er zijn katten, honden, jakhalzen, tijgers, en ze vechten altijd. Daarom, als we echt śānti willen - śānti betekent vrede - dan moeten we proberen te begrijpen "Wat ik ben." Dat is onze Kṛṣṇa-bewustzijns gemeenschap. We leren iedereen wat hij eigenlijk is. Maar zijn positie is... positie van iedereen, niet alleen mijn of jouwe. Iedereen. Zelfs de dieren. Ze zijn ook ziel. Ze zijn ook. Kṛṣṇa beweert dat,

sarva-yoniṣu kaunteya
mūrtayaḥ sambhavanti yāḥ
tāsāṁ brahma mahad yonir
ahaṁ bīja-pradaḥ pitā
(BG 14.4)

Kṛṣṇa beweert dat "Ik ben de zaadgevende vader van alle levende wezens." Eigenlijk is dit het feit. Als we de oorsprong van de schepping willen bestuderen, alles wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Net zoals de vader het zaad in de baarmoeder van de moeder geeft, en het zaad groeit tot een bepaald type lichaam, op dezelfde manier, wij levende wezens, we zijn allemaal onderdeel van God, dus God bevrucht deze materiële natuur, en we komen eruit met dit materiele lichaam met verschillende vormen. Er zijn 8,400,000s vormen. Jalajā nava-lakṣāṇi sthāvarā lakṣa-viṁśati. Er is een lijst. Alles is er.