NL/Prabhupada 0443 - Er is geen sprake van impersonalisme: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0443 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1968 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0442 - In de christelijke theologie bidt men tot God: "Geef ons heden ons dagelijks brood"|0442|NL/Prabhupada 0444 - Gopi's zijn geen geconditioneerde zielen, ze zijn bevrijde zielen|0444}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|MlHFEMpisvU|Er is geen sprake van impersonalisme<br/>- Prabhupāda 0443}}
{{youtube_right|gl3eZAqeFsM|Er is geen sprake van impersonalisme<br/>- Prabhupāda 0443}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/681127BG.LA_clip9.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/681127BG.LA_clip9.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Prabhupāda: Ga door.  
Prabhupāda: Ga door.


Toegewijde: "Als individualiteit geen feit is, dan zou Kṛṣṇa het niet hebben benadrukt zozeer zelfs voor de toekomst."  
Toegewijde: "Als individualiteit geen feit is dan zou Kṛṣṇa het niet hebben benadrukt, heel nadrukkelijk zelfs voor de toekomst."  


Prabhupāda: Ja. Hij zegt dat er geen sprake van was dat we geen individueel zijn, en er zal in de toekomst geen tijd zijn dat we niet individueel zullen blijven. En voor zover het heden betreft, we zijn allemaal individueel. Je weet wel. Waar is de mogelijkheid van het verlies van individualiteit? Word onpersoonlijk? Nee, er is geen mogelijkheid. Deze filosofie van de leegte, impersonalisme, ze zijn een kunstmatige manier van ontkenning van, de verbijsterende veelvormigheid van dit materiaal bestaan. Dat is slechts de negatieve kant. Dat is niet een positieve kant. Een positieve kant is dat, als Kṛṣṇa zegt, tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya ([[Vanisource:BG 4.9|BG 4.9]]). "Na het opgeven van dit materiele tabernakel, iemand komt tot Mij." Net als na het verlaten van deze kamer, moet je naar een andere kamer gaan. Je kunt niet zeggen dat "Na het verlaten van deze kamer, zal ik in de lucht leven." Op dezelfde manier, na het verlaten van dit lichaam, als je naar Kṛṣṇa in het spirituele rijk gaat, je individualiteit zal er zijn, maar je zult dat spirituele lichaam hebben. Wanneer er een spiritueel lichaam is, dan is er geen verwarring. Net zoals je lichaam anders is dan het lichaam van de waterwezens. De waterwezens, ze hebben geen verstoring in het water, omdat hun lichaam is gemaakt als dat. Ze kunnen er vreedzaam leven. Jij kunt er niet leven. Ook de vissen, als je ze uit het water haalt kunnen ze niet leven. Op dezelfde manier, omdat je ziel bent, je kunt niet vreedzaam leven in deze materiële wereld. Dit is vreemd. Maar zodra je de spirituele wereld betreedt, je leven is eeuwig, gelukzalig en vol kennis, echte vrede. Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti ( ([[Vanisource:BG 4.9|BG 4.9]]). Kṛṣṇa zegt: "Na het verlaten van dit lichaam, komt hij niet in deze verwarring van de materiële wereld." Mām eti: "Hij komt tot Mij." "Mij" betekent Zijn koninkrijk, Zijn parafernalia, Zijn metgezellen, alles. Als een rijk man of een koning zegt: "Oké, je komt naar mij," dat betekent niet dat hij onpersoonlijk is. Als een koning zegt: "Kom naar..." betekent dat hij zijn paleis heeft, hij heeft zijn secretaresse, hij heeft zijn mooie appartement, alles is aanwezig. Hoe kan hij onpersoonlijk worden? Maar hij zegt alleen: "Kom naar mij." Dit 'ik' betekent alles. Dit 'ik' betekent niet onpersoonlijk. En we hebben informatie van Brahma-saṁhitā, lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ... surabhīr abhipālayantam (Bs. 5.29). Dus Hij is niet onpersoonlijk. Hij is koeien aan het grootbrengen, Hij is met honderden en duizenden godinnen van fortuin, Zijn vrienden, Zijn parafernalia, Zijn koninkrijk, Zijn huis, alles is aanwezig. Er is dus geen sprake van impersonalisme.  
Prabhupāda: Ja. Hij zegt dat er geen tijd was dat we niet individueel waren, en er zal geen tijd in de toekomst zijn dat we niet individueel zullen blijven. En wat het heden betreft, we zijn allemaal individueel. Je weet het. Waar is de mogelijkheid om de individualiteit te verliezen? Onpersoonlijk te worden? Nee, er is geen mogelijkheid. Deze filosofie van leegte en impersonalisme is een kunstmatige manier van ontkenning van de verbijsterende variëteit van dit materiële bestaan. Dat is alleen de negatieve kant. Dat is geen positieve kant.  
 
Een positieve kant is wat Kṛṣṇa zegt: ''tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya'' ([[NL/BG 4.9|BG 4.9]]). "Na het opgeven van deze materiële woonplaats komt men bij Mij." Net als na het verlaten van deze kamer moet je een andere kamer binnengaan. Je kan niet zeggen dat: "Na het verlaten van deze kamer zal ik in de lucht leven." Op dezelfde manier, als je na het verlaten van dit lichaam naar Kṛṣṇa in het spirituele koninkrijk gaat dan zal je individualiteit er zijn, maar je zal je spirituele lichaam hebben. Als het spirituele lichaam er is dan is er geen verwarring. Net zoals jouw lichaam anders is dan het lichaam van de waterdieren. De waterdieren hebben geen verstoring in het water omdat hun lichaam zo gemaakt is. Ze kunnen er vreedzaam leven. Jij kan er niet leven. Net zo kunnen de vissen niet leven als je ze uit het water haalt. Vergelijkbaar, omdat je een spirituele ziel bent kan je niet vreedzaam leven in deze materiële wereld. Dit is vreemdsoortig. Maar zodra je de spirituele wereld betreedt, is je leven eeuwig, gelukzalig en vol kennis, echte vrede.  
 
''Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti'' ([[NL/BG 4.9|BG 4.9]]). Kṛṣṇa zegt: "Na het verlaten van dit lichaam, komt hij niet naar deze verwarring van de materiële wereld." ''Mām eti'': "Hij komt tot Mij." "Mij" betekent Zijn koninkrijk, Zijn parafernalia, Zijn metgezellen, alles. Als een rijke man of een koning zegt: "Oké, je komt naar mij," dat betekent niet dat hij onpersoonlijk is. Als een koning zegt: "Kom naar ..." betekent dat dat hij zijn paleis heeft, hij heeft zijn secretaris, hij heeft zijn mooie appartement, alles is aanwezig. Hoe kan hij onpersoonlijk zijn? Maar hij zegt alleen: "Kom naar mij." Dat "mij" betekent alles. Dit "mij" betekent niet onpersoonlijk. En we hebben informatie uit de Brahma-saṁhitā; ''lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ ... surabhīr abhipālayantam'' (Bs. 5.29). Dus Hij is niet onpersoonlijk. Hij verzorgt koeien. Hij is samen met honderd duizenden godinnen van fortuin, Zijn vrienden, Zijn parafernalia, Zijn koninkrijk, Zijn huis, alles is aanwezig. Dus er is geen sprake van impersonalisme.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:57, 29 January 2021



Lecture on BG 2.8-12 -- Los Angeles, November 27, 1968

Prabhupāda: Ga door.

Toegewijde: "Als individualiteit geen feit is dan zou Kṛṣṇa het niet hebben benadrukt, heel nadrukkelijk zelfs voor de toekomst."

Prabhupāda: Ja. Hij zegt dat er geen tijd was dat we niet individueel waren, en er zal geen tijd in de toekomst zijn dat we niet individueel zullen blijven. En wat het heden betreft, we zijn allemaal individueel. Je weet het. Waar is de mogelijkheid om de individualiteit te verliezen? Onpersoonlijk te worden? Nee, er is geen mogelijkheid. Deze filosofie van leegte en impersonalisme is een kunstmatige manier van ontkenning van de verbijsterende variëteit van dit materiële bestaan. Dat is alleen de negatieve kant. Dat is geen positieve kant.

Een positieve kant is wat Kṛṣṇa zegt: tyaktvā dehaṁ punar janma naiti mām eti kaunteya (BG 4.9). "Na het opgeven van deze materiële woonplaats komt men bij Mij." Net als na het verlaten van deze kamer moet je een andere kamer binnengaan. Je kan niet zeggen dat: "Na het verlaten van deze kamer zal ik in de lucht leven." Op dezelfde manier, als je na het verlaten van dit lichaam naar Kṛṣṇa in het spirituele koninkrijk gaat dan zal je individualiteit er zijn, maar je zal je spirituele lichaam hebben. Als het spirituele lichaam er is dan is er geen verwarring. Net zoals jouw lichaam anders is dan het lichaam van de waterdieren. De waterdieren hebben geen verstoring in het water omdat hun lichaam zo gemaakt is. Ze kunnen er vreedzaam leven. Jij kan er niet leven. Net zo kunnen de vissen niet leven als je ze uit het water haalt. Vergelijkbaar, omdat je een spirituele ziel bent kan je niet vreedzaam leven in deze materiële wereld. Dit is vreemdsoortig. Maar zodra je de spirituele wereld betreedt, is je leven eeuwig, gelukzalig en vol kennis, echte vrede.

Tyaktvā dehaṁ punar janma naiti (BG 4.9). Kṛṣṇa zegt: "Na het verlaten van dit lichaam, komt hij niet naar deze verwarring van de materiële wereld." Mām eti: "Hij komt tot Mij." "Mij" betekent Zijn koninkrijk, Zijn parafernalia, Zijn metgezellen, alles. Als een rijke man of een koning zegt: "Oké, je komt naar mij," dat betekent niet dat hij onpersoonlijk is. Als een koning zegt: "Kom naar ..." betekent dat dat hij zijn paleis heeft, hij heeft zijn secretaris, hij heeft zijn mooie appartement, alles is aanwezig. Hoe kan hij onpersoonlijk zijn? Maar hij zegt alleen: "Kom naar mij." Dat "mij" betekent alles. Dit "mij" betekent niet onpersoonlijk. En we hebben informatie uit de Brahma-saṁhitā; lakṣmī-sahasra-śata-sambhrama-sevyamānaṁ ... surabhīr abhipālayantam (Bs. 5.29). Dus Hij is niet onpersoonlijk. Hij verzorgt koeien. Hij is samen met honderd duizenden godinnen van fortuin, Zijn vrienden, Zijn parafernalia, Zijn koninkrijk, Zijn huis, alles is aanwezig. Dus er is geen sprake van impersonalisme.