NL/Prabhupada 0510 - De moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0510 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0509 - Deze mensen zeggen dat de dieren geen ziel hebben|0509|NL/Prabhupada 0511 - Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel|0511}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|Wy5XYTdlvZ8|De moderne maatschappij, ze hebben geen kennis van de ziel<br />- Prabhupāda 0510}}
{{youtube_right|GtDLTkUdAJA|De moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel<br />- Prabhupāda 0510}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730828BG.LON_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730828BG.LON_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Pradyumna: "Er wordt gezegd dat de ziel onzichtbaar, onvoorstelbaar en onveranderlijk is. Dit wetende, moet je niet treuren voor het lichaam."  
Pradyumna: "Er wordt gezegd dat de ziel onzichtbaar, onvoorstelbaar en onveranderlijk is. Dit wetende zou je niet moeten treuren voor het lichaam."  


Prabhupāda:  
Prabhupāda:  


:avyakto 'yam acintyo 'yam
:''avyakto 'yam acintyo 'yam''
:avikāryo 'yam ucyate
:''avikāryo 'yam ucyate''
:tasmād evaṁ viditvainaṁ
:''tasmād evaṁ viditvainaṁ''
:nānuśocitum arhasi
:''nānuśocitum arhasi''
:([[Vanisource:BG 2.25|BG 2.25]])
:([[NL/BG 2.25|BG 2.25]])


Dus Kṛṣṇa begon in de eerste plaats dit onderwijs aan Arjuna te onderwijzen, aśocyān anvaśocas tvaṁ prajñā-vādāṁś ca bhāṣase ([[Vanisource:BG 2.11|BG 2.11]]). "Je praat als een geleerde, maar je bent aan het weeklagen vanwege het lichaam, wat helemaal niet belangrijk is." Nānuśocanti. Ook hier hetzelfde. Tasmād evam viditvainam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. Wees niet heel erg serieus over dit lichaam. De ziel wordt beschouwd als het onderwerp. Maar de moderne beschaving, ze zijn bezig met dit lichaam. Juist het tegenovergestelde. Kṛṣṇa zegt: Omdat de ziel onsterfelijk is, dus tasmād evam viditvā, begrip van dit principe, enam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. De echte factor is de ziel. We moeten zorgen voor de ziel, niet voor het lichaam. Wat het lichaam betreft, er is pijn en genot, zoals klimaatveranderingen. Āgamāpāyinaḥ anityāḥ, zo'n lichaamlijk pijn en genot komt en gaan; zij zijn niet permanent. Tāṁs titikṣasva bhārata. Dus je moet leren hoe je dit lichamelijke pijn en genot tolereert, maar je moet zorgen voor de ziel. Maar de moderne beschaving, ze hebben geen kennis van de ziel, wat te spreken van het verzorgen ervan, en, als dieren, ze zijn in de lichamelijke levensopvatting, veel zorgen voor het lichaam, maar ze hebben geen informatie van de ziel, en wat te spreken over het verzorgen ervan.  
Dus Kṛṣṇa begon dit onderricht aan Arjuna ten eerste met: ''aśocyān anvaśocas tvaṁ prajñā-vādāṁś ca bhāṣase'' ([[NL/BG 2.11|BG 2.11]]). "Je praat als een geleerde maar je bent aan het treuren over het lichaam, wat helemaal niet belangrijk is." ''Nānuśocanti''. Ook hier hetzelfde. ''Tasmād evaṁ viditvainam'', dit lichaam, ''na anuśocitum arhasi''. Wees niet al te serieus over dit lichaam. De ziel is het onderwerp om over na te denken. Maar de moderne beschaving is bezorgd over het lichaam. Juist het tegenovergestelde. Kṛṣṇa zegt: Omdat de ziel onsterfelijk is, daarom; ''tasmād evaṁ viditvā'', dit principe begrijpen, ''enam'', dit lichaam, ''na anuśocitum arhasi''. De echte factor is de ziel. We moeten voor de ziel zorgen, niet voor het lichaam.  


Dit is de lamentabele toestand van de moderne beschaving. Dieren beschaving. De dieren verzorgen het lichaam gewoon, beschikken niet over informatie van de ziel. Dus deze beschaving is een dieren beschaving, mūḍha. Mūḍha dierlijk, ezels. Welnu, als we dat zeggen tegen de mensen in het algemeen, zullen ze boos op ons zijn, maar eigenlijk is dit de positie. Yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke ([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]]). Ik heb dit vers meerdere malen uitgelegd dit. Yasya ātma-buddhiḥ. Ātmā betekent zelf; buddhi, heeft dit lichaam genomen als zelf. Yasyātma-buddhiḥ. Maar wat is dit lichaam? Het lichaam is niets anders dan een zak met tri-dhātu, kapha, pitta, vāyu, en zijn bijproducten. Door het slijm, gal en lucht, door de interactie van deze drie dingen... Net als deze materiële wereld, dit huis. Wat is dit huis? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Alles in deze materiële wereld, wat is dat? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Een uitwisseling van vuur, water en aarde. Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Uitwisseling. Je neemt aarde, je neemt water, meng ze, en zet het in het vuur, het wordt een baksteen, verpulver het dan, het wordt cement, dan combineer je ze weer, het wordt een groot wolkenkrabber gebouw. Dus zoals deze materiële wereld, alles wat je neemt, het is gewoon een combinatie van deze drie bestanddelen, plus lucht voor het drogen. Lucht is nodig voor het drogen. Dus combinatie van de vijf elementen. Op dezelfde manier, dit lichaam is ook een combinatie van vijf elementen. Er is geen verschil. Maar omdat er in het grote wolkenkrabber gebouw geen ziel is, het staat op één plek, maar het lichaam heeft de ziel, dus het beweegt. Dat is het verschil. De ziel is het belangrijkste. Maar ze weten het niet. Net zoals we het vliegtuig hebben vervaardigd en er is geen ziel, maar een andere ziel betekent de piloot. Hij zorgt er voor. Hij rijdt. Daarom beweegt het. Dus zonder ziel, kan er geen beweging zijn. Ofwel het ding moet ziel hebben of een andere ziel zal ervoor zorgen. Dan zal het bewegen. Daarom is de ziel van belang, niet dit materiële lichaam.
Wat het lichaam betreft, er is pijn en plezier zoals de seizoensveranderingen. ''Āgamāpāyinaḥ anityāḥ'', zulk lichamelijk pijn en plezier komt en gaat, ze zijn niet permanent. ''Tāṁs titikṣasva bhārata'' ([[NL/BG 2.14|BG 2.14]]). Dus je moet leren deze lichamelijke pijn en plezier te tolereren maar je moet zorgen voor de ziel. Maar de moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel, laat staan het verzorgen ervan, en ze zijn net als dieren in de lichamelijke levensopvatting, veel zorgen voor het lichaam, maar ze hebben geen informatie van de ziel, en laat staan over het verzorgen ervan. Dit is de bedroevende toestand van de moderne beschaving. Dieren beschaving. De dieren verzorgen alleen het lichaam ze hebben geen informatie over de ziel. Dus deze beschaving is een dieren beschaving, ''mūḍha''. ''Mūḍha'' betekent dier, ezels. Welnu, als we dit tegen de mensen in het algemeen zeggen zullen ze boos op ons zijn, maar dit is werkelijk de positie.  
 
''Yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke'' ([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]]). Ik heb dit vers meerdere malen uitgelegd. ''Yasya ātma-buddhiḥ''. ''Ātmā'' betekent zelf; ''buddhi'', ziet dit lichaam als zelf. ''Yasyātma-buddhiḥ''. Maar wat is dit lichaam? Het lichaam is niets dan een zak ''tri-dhātu''; ''kapha'', ''pitta'', ''vāyu'', en de bijproducten. Door slijm, gal en lucht, door de interactie van deze drie dingen ... Net als deze materiële wereld, dit huis. Wat is dit huis? ''Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ''. Alles in deze materiële wereld, wat is dat? ''Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ''. Een uitwisseling van vuur, water en aarde. ''Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ''. Uitwisseling. Je neemt aarde, je neemt water, meng ze, en doe het in het vuur, het wordt een baksteen, verpulver het dan, het wordt cement, dan combineer je ze weer, het wordt een grote wolkenkrabber. Dus zoals deze materiële wereld, alles wat je neemt, het is gewoon een combinatie van deze drie bestanddelen, plus zuurstof en de lucht om te drogen. Lucht is nodig om te drogen. Dus combinatie van de vijf elementen. Op dezelfde manier is dit lichaam ook een combinatie van vijf elementen. Er is geen verschil.  
 
Maar omdat er in de grote wolkenkrabber geen ziel is, staat het op één plek, maar het lichaam heeft een ziel, daarom beweegt het. Dat is het verschil. De ziel is het belangrijke deel. Maar ze weten het niet. Net zoals we een vliegtuig hebben gemaakt en er is geen ziel, maar een andere ziel, betekent de piloot. Hij zorgt er voor. Hij bestuurt. Daarom beweegt het. Dus zonder ziel kan er helemaal geen beweging zijn. Ofwel het ding moet een ziel hebben of een andere ziel zal ervoor zorgen. Dan zal het bewegen. Daarom is de ziel van belang, niet dit materiële lichaam.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:08, 29 January 2021



Lecture on BG 2.25 -- London, August 28, 1973

Pradyumna: "Er wordt gezegd dat de ziel onzichtbaar, onvoorstelbaar en onveranderlijk is. Dit wetende zou je niet moeten treuren voor het lichaam."

Prabhupāda:

avyakto 'yam acintyo 'yam
avikāryo 'yam ucyate
tasmād evaṁ viditvainaṁ
nānuśocitum arhasi
(BG 2.25)

Dus Kṛṣṇa begon dit onderricht aan Arjuna ten eerste met: aśocyān anvaśocas tvaṁ prajñā-vādāṁś ca bhāṣase (BG 2.11). "Je praat als een geleerde maar je bent aan het treuren over het lichaam, wat helemaal niet belangrijk is." Nānuśocanti. Ook hier hetzelfde. Tasmād evaṁ viditvainam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. Wees niet al te serieus over dit lichaam. De ziel is het onderwerp om over na te denken. Maar de moderne beschaving is bezorgd over het lichaam. Juist het tegenovergestelde. Kṛṣṇa zegt: Omdat de ziel onsterfelijk is, daarom; tasmād evaṁ viditvā, dit principe begrijpen, enam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. De echte factor is de ziel. We moeten voor de ziel zorgen, niet voor het lichaam.

Wat het lichaam betreft, er is pijn en plezier zoals de seizoensveranderingen. Āgamāpāyinaḥ anityāḥ, zulk lichamelijk pijn en plezier komt en gaat, ze zijn niet permanent. Tāṁs titikṣasva bhārata (BG 2.14). Dus je moet leren deze lichamelijke pijn en plezier te tolereren maar je moet zorgen voor de ziel. Maar de moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel, laat staan het verzorgen ervan, en ze zijn net als dieren in de lichamelijke levensopvatting, veel zorgen voor het lichaam, maar ze hebben geen informatie van de ziel, en laat staan over het verzorgen ervan. Dit is de bedroevende toestand van de moderne beschaving. Dieren beschaving. De dieren verzorgen alleen het lichaam ze hebben geen informatie over de ziel. Dus deze beschaving is een dieren beschaving, mūḍha. Mūḍha betekent dier, ezels. Welnu, als we dit tegen de mensen in het algemeen zeggen zullen ze boos op ons zijn, maar dit is werkelijk de positie.

Yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke (SB 10.84.13). Ik heb dit vers meerdere malen uitgelegd. Yasya ātma-buddhiḥ. Ātmā betekent zelf; buddhi, ziet dit lichaam als zelf. Yasyātma-buddhiḥ. Maar wat is dit lichaam? Het lichaam is niets dan een zak tri-dhātu; kapha, pitta, vāyu, en de bijproducten. Door slijm, gal en lucht, door de interactie van deze drie dingen ... Net als deze materiële wereld, dit huis. Wat is dit huis? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Alles in deze materiële wereld, wat is dat? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Een uitwisseling van vuur, water en aarde. Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Uitwisseling. Je neemt aarde, je neemt water, meng ze, en doe het in het vuur, het wordt een baksteen, verpulver het dan, het wordt cement, dan combineer je ze weer, het wordt een grote wolkenkrabber. Dus zoals deze materiële wereld, alles wat je neemt, het is gewoon een combinatie van deze drie bestanddelen, plus zuurstof en de lucht om te drogen. Lucht is nodig om te drogen. Dus combinatie van de vijf elementen. Op dezelfde manier is dit lichaam ook een combinatie van vijf elementen. Er is geen verschil.

Maar omdat er in de grote wolkenkrabber geen ziel is, staat het op één plek, maar het lichaam heeft een ziel, daarom beweegt het. Dat is het verschil. De ziel is het belangrijke deel. Maar ze weten het niet. Net zoals we een vliegtuig hebben gemaakt en er is geen ziel, maar een andere ziel, betekent de piloot. Hij zorgt er voor. Hij bestuurt. Daarom beweegt het. Dus zonder ziel kan er helemaal geen beweging zijn. Ofwel het ding moet een ziel hebben of een andere ziel zal ervoor zorgen. Dan zal het bewegen. Daarom is de ziel van belang, niet dit materiële lichaam.