NL/Prabhupada 0510 - De moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel

Revision as of 12:53, 17 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0510 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.25 -- London, August 28, 1973

Pradyumna: "Er wordt gezegd dat de ziel onzichtbaar, onvoorstelbaar en onveranderlijk is. Dit wetende, moet je niet treuren voor het lichaam."

Prabhupāda:

avyakto 'yam acintyo 'yam
avikāryo 'yam ucyate
tasmād evaṁ viditvainaṁ
nānuśocitum arhasi
(BG 2.25)

Dus Kṛṣṇa begon in de eerste plaats dit onderwijs aan Arjuna te onderwijzen, aśocyān anvaśocas tvaṁ prajñā-vādāṁś ca bhāṣase (BG 2.11). "Je praat als een geleerde, maar je bent aan het weeklagen vanwege het lichaam, wat helemaal niet belangrijk is." Nānuśocanti. Ook hier hetzelfde. Tasmād evam viditvainam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. Wees niet heel erg serieus over dit lichaam. De ziel wordt beschouwd als het onderwerp. Maar de moderne beschaving, ze zijn bezig met dit lichaam. Juist het tegenovergestelde. Kṛṣṇa zegt: Omdat de ziel onsterfelijk is, dus tasmād evam viditvā, begrip van dit principe, enam, dit lichaam, na anuśocitum arhasi. De echte factor is de ziel. We moeten zorgen voor de ziel, niet voor het lichaam. Wat het lichaam betreft, er is pijn en genot, zoals klimaatveranderingen. Āgamāpāyinaḥ anityāḥ, zo'n lichaamlijk pijn en genot komt en gaan; zij zijn niet permanent. Tāṁs titikṣasva bhārata. Dus je moet leren hoe je dit lichamelijke pijn en genot tolereert, maar je moet zorgen voor de ziel. Maar de moderne beschaving, ze hebben geen kennis van de ziel, wat te spreken van het verzorgen ervan, en, als dieren, ze zijn in de lichamelijke levensopvatting, veel zorgen voor het lichaam, maar ze hebben geen informatie van de ziel, en wat te spreken over het verzorgen ervan.

Dit is de lamentabele toestand van de moderne beschaving. Dieren beschaving. De dieren verzorgen het lichaam gewoon, beschikken niet over informatie van de ziel. Dus deze beschaving is een dieren beschaving, mūḍha. Mūḍha dierlijk, ezels. Welnu, als we dat zeggen tegen de mensen in het algemeen, zullen ze boos op ons zijn, maar eigenlijk is dit de positie. Yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke (SB 10.84.13). Ik heb dit vers meerdere malen uitgelegd dit. Yasya ātma-buddhiḥ. Ātmā betekent zelf; buddhi, heeft dit lichaam genomen als zelf. Yasyātma-buddhiḥ. Maar wat is dit lichaam? Het lichaam is niets anders dan een zak met tri-dhātu, kapha, pitta, vāyu, en zijn bijproducten. Door het slijm, gal en lucht, door de interactie van deze drie dingen... Net als deze materiële wereld, dit huis. Wat is dit huis? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Alles in deze materiële wereld, wat is dat? Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Een uitwisseling van vuur, water en aarde. Tejo-vāri-mṛdāṁ vinimayaḥ. Uitwisseling. Je neemt aarde, je neemt water, meng ze, en zet het in het vuur, het wordt een baksteen, verpulver het dan, het wordt cement, dan combineer je ze weer, het wordt een groot wolkenkrabber gebouw. Dus zoals deze materiële wereld, alles wat je neemt, het is gewoon een combinatie van deze drie bestanddelen, plus lucht voor het drogen. Lucht is nodig voor het drogen. Dus combinatie van de vijf elementen. Op dezelfde manier, dit lichaam is ook een combinatie van vijf elementen. Er is geen verschil. Maar omdat er in het grote wolkenkrabber gebouw geen ziel is, het staat op één plek, maar het lichaam heeft de ziel, dus het beweegt. Dat is het verschil. De ziel is het belangrijkste. Maar ze weten het niet. Net zoals we het vliegtuig hebben vervaardigd en er is geen ziel, maar een andere ziel betekent de piloot. Hij zorgt er voor. Hij rijdt. Daarom beweegt het. Dus zonder ziel, kan er geen beweging zijn. Ofwel het ding moet ziel hebben of een andere ziel zal ervoor zorgen. Dan zal het bewegen. Daarom is de ziel van belang, niet dit materiële lichaam.