NL/Prabhupada 0574 - Je mag het lichaam niet doden zonder toestemming. Dat is zondig

Revision as of 10:18, 29 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0574 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.19 -- London, August 25, 1973

"Voor de ziel is er nooit geboorte of dood. Ook, na een keer geweest te zijn, heeft hij nooit opgehouden te bestaan. Hij is ongeboren, eeuwig, immer-bestaande, onsterfelijk en ongerept. Hij wordt niet gedood wanneer het lichaam wordt gedood."

Dus, op verschillende manieren, probeert Kṛṣṇa ons ervan te overtuigen hoe de ziel onsterfelijk is. Verschillende manieren. Ya enaṁ vetti hantāram (BG 2.19). Wanneer er een gevecht is, dus als er een is gedood of... Dus Kṛṣṇa zegt dat als men denkt dat "Deze man heeft deze man gedood," dus, of: "Deze man kan deze man doden," dit soort kennis is niet perfect. Niemand doodt niemand. Dan de slagers, ze kunnen zeggen dat "Waarom klaag je dat we aan het doden zijn?" Ze doden het lichaam, maar je kunt niet doden als er een gebod "Gij zult niet doden" is. Dat betekent dat je het lichaam niet kan doden, zelfs zonder toestemming. Je kunt niet doden. Hoewel de ziel niet wordt gedood, wordt het lichaam gedood, evenzo kan je het lichaam niet doden zonder toestemming. Dat is zondig. Bijvoorbeeld dat een man leeft in een appartement. Dus op de een of andere manier stuur je hem weg van dat, illegaal, je stuurt hem weg. Dus de man gaat weg en zal ergens onderdak nemen. Dat is een feit. Maar omdat je hem uit de buurt van zijn bona fide positie hebt gestuurd, ben je een crimineel. Je kunt niet zeggen: "Hoewel ik weg heb gestuurd, zal hij een plaats krijgen." Nee, dat is goed, maar je hebt geen macht om hem weg te sturen. Hij was in zijn rechtspositie om in dat appartement te wonen, en omdat je hem met geweld hebt weggestuurd ben je crimineel, je moet gestraft worden.

Dus dit argument van de slagers of de dierenmoordenaars of enige vorm van doden, ze kunnen het niet beargumenteren. Dat "Hier, Bhagavad-gītā zegt dat de ziel nooit wordt gedood, na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20), zelfs na het vernietigen van het lichaam. Dus waarom klaag je dat we doden?" Dus dit is het argument, dat je het lichaam niet eens kan doden. Dat is niet toegestaan. Dat is zondig. Ubhau tau na vijānīto nāyaṁ hanti na hanyate. Dus niemand doodt niemand, noch iemand wordt gedood door anderen. Dit is een ding. Nogmaals, op een andere manier, Kṛṣṇa zegt, na jāyate: het levend wezen neemt nooit geboorte. De geboorte is van het lichaam of de dood is van het lichaam. Levend wezen, de spirituele vonk, dat onderdeel van Kṛṣṇa zijn, zoals Kṛṣṇa niet geboren wordt, sterft niet... Ajo 'pi sann avyayātmā. U zult in het vierde hoofdstuk vinden. Ajo 'pi. Kṛṣṇa is aja. Aja betekent degene die nooit geboorte neemt. Op dezelfde manier, we zijn een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa, wij nemen ook nooit geboorte. De geboorte en de dood van dit lichaam, en we zijn zo geabsorbeerd in het lichamelijk begrip van het leven dat wanneer er geboorte of overlijden van het lichaam is we voelen de pijn en het genot. Er is geen plezier natuurlijk. Geboorte en dood, het is zeer pijnlijk. Want... Dat is al uitgelegd. Het bewustzijn van de ziel is verspreid over het hele lichaam. Daarom de pijn en genot voelend als gevolg van dit lichaam. Dus Kṛṣṇa heeft al geadviseerd dat dergelijke vormen van pijn en genot, mātrā-sparśās tu kaunteya (BG 2.14), raken slechts de huid, men moet niet veel gehinderd worden. Tāṁs titikṣasva bhārata. Op deze manier als we denken over onze positie, zelfrealisatie, hoe we anders zijn dan het lichaam... Eigenlijk is dit meditatie. Als we heel serieus nadenken over onszelf en over het lichaam, dat is zelfrealisatie. Zelfrealisatie betekent dat ik niet dit lichaam ben, ik ben ahaṁ brahmāsmi, ik ben ziel. Dat is zelfrealisatie.