NL/Prabhupada 0583 - Alles is daar in de Bhagavad-gītā: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0583 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0582 - Krishna zit in het hart|0582|NL/Prabhupada 0584 - We worden Cyuta, we vallen, maar Krishna is Acyuta|0584}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|cAedSl1r58o|Alles is daar in de Bhagavad-gītā <br />- Prabhupāda 0583}}
{{youtube_right|qpdCfvN6jqw|Alles is daar in de Bhagavad-gītā <br />- Prabhupāda 0583}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730826BG-LON_clip05.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730826BG-LON_clip05.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Dus het hele universum wordt beheerd door God's assistenten, volgens Brahmā, de meest krachtige assistent. Tene brahma hṛdā ya ādi-kavaye muhyanti yat sūrayaḥ ([[Vanisource:SB 1.1.1|SB 1.1.1]]). Ook in Brahmā's hart, tene brahma hṛdā, hṛdā, weer hṛdā. Omdat Brahmā alleen was, dus wat te doen? Brahmā was stomverbaasd. Maar Kṛṣṇa gaf instructie: "Je doet, je creëert dit universum zoals dit." Buddhi-yogam dadāmi tam, "Ik geef de intelligentie." Dus alles is er. Alles is er, Kṛṣṇa is altijd bij je. Als je terug wilt gaan naar huis, terug naar God, dan is Kṛṣṇa klaar om je alle instructies te geven. "Ja, yena mām upayānti te." Hij geeft instructie: "Ja, doe zoals dit. Dan zul je klaar zijn, je, deze materiele zaak, en na het opgeven van dit lichaam, zul je tot Mij komen." Maar als je dit materiele bestaan ​​voort wilt zetten, dan vāsāṁsi jīrṇāni yathā vihāya ([[Vanisource:BG 2.22|BG 2.22]]), je moet een lichaam accepteren; en wanneer het niet meer bruikbaar is, dan moet je dit lichaam opgeven en een ander lichaam accepteren. Dit is de voortzetting van het materiële bestaan. Maar als je het wilt beëindigen, als je daadwerkelijk walgt van dit soort zaken, bhūtvā bhūtvā pralīyate ([[Vanisource:BG 8.19|BG 8.19]]), neem eens geboorte, opnieuw sterven, wederom nemen. Maar we zijn zo schaamteloos en zo nonsens dat we niet echt erg veel afkeer van deze zaken hebben. We willen door blijven gaan, en daarom is Kṛṣṇa ook bereid: "Goed, je gaat verder." Dat staat in de Bhagavad-gītā, yantrārūḍhāni māyayā.  
Dus het hele universum wordt beheerd door God's assistenten, volgens Brahmā, de meest krachtige assistent. ''Tene brahma hṛdā ya ādi-kavaye muhyanti yat sūrayaḥ'' ([[Vanisource:SB 1.1.1|SB 1.1.1]]). Ook in Brahmā's hart, ''tene brahma hṛdā'', ''hṛdā'', weer ''hṛdā''. Want Brahmā was alleen, dus wat te doen? Brahmā was verbijsterd. Maar Kṛṣṇa gaf instructies: "Je creëert dit universum op deze manier." ''Buddhi-yogaṁ dadāmi tam''; "Ik geef intelligentie." Dus alles is er.  


:īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ
Alles is er, Kṛṣṇa is altijd bij je. Als je terug naar huis, terug naar God, wil gaan dan is Kṛṣṇa klaar om je alle instructies te geven. "Ja, ''yena mām upayānti te''." Hij geeft instructies: "Ja, doe zoals dit. Dan zal je klaar zijn met je materiële zaken, en na het opgeven van dit lichaam zal je bij Mij komen." Maar als je dit materiële bestaan wil ​​voortzetten: ''vāsāṁsi jīrṇāni yathā vihāya'' ([[NL/BG 2.22|BG 2.22]]), je moet een lichaam accepteren en als het niet bruikbaar meer is dan moet je dit lichaam opgeven en een ander lichaam accepteren. Dit is de voortzetting van het materiële bestaan. Maar als je het wil stoppen, als je werkelijk walgt van dit soort zaken; ''bhūtvā bhūtvā pralīyate'' ([[NL/BG 8.19|BG 8.19]]), neem een geboorte, sterf weer, wederom nemen. Maar we zijn zo schaamteloos en zo waardeloos dat we niet erg walgen van deze zaken. We willen doorgaan, en daarom is Kṛṣṇa ook klaar: "Goed, je gaat door." Dat staat in de Bhagavad-gītā: ''yantrārūḍhāni māyayā''.
:hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati
:bhrāmayan sarva-bhūtāni
:yantrārūḍhāni māyayā
:([[Vanisource:BG 18.61|BG 18.61]])


Heel duidelijk. Kṛṣṇa kent uw wens, dat als je nog steeds van deze materiële wereld wilt genieten, "Oké, geniet." Dus om te genieten van verschillende soorten van plezier, vereisen we verschillende soorten instrumenten. Dus Kṛṣṇa bereidt je voor, zo vriendelijk: "Goed." Net als de vader een stuk speelgoed geeft, het kind wil een automobiel. "Oké, neem een ​speelgoed automobiel." Hij wil een motor, hij wil een spoorweg man worden. Nu waren deze soorten speelgoed er. Op dezelfde manier verschaft Kṛṣṇa deze speelgoed lichamen. Yantra, Yantra betekent machine. Dit is een machine. Iedereen begrijpt dat dit een machine is. Maar wie heeft de machine verschaft? De machine wordt geleverd door de natuur, materiele ingrediënten, maar het wordt bereid onder het bevel van Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram ([[Vanisource:BG 9.10|BG 9.10]]). "Prakṛti, natuur, bereidt al deze dingen voor onder mijn leiding."
:''īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ''
:''hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati''
:''bhrāmayan sarva-bhūtāni''
:''yantrārūḍhāni māyayā''
:([[NL/BG 18.61|BG 18.61]])  


Dus waar is de moeilijkheid om het Kṛṣṇa-bewustzijn te begrijpen? Alles is daar in de Bhagavad-gītā. Als je het ijverig bestudeert en probeert om het te begrijpen, blijf je altijd volledig Kṛṣṇa-bewust. Alles is er. Wat is mijn positie, hoe ik ermee bezig ben, hoe ik sterf, hoe krijg ik het lichaam, hoe ik zwerf. Alles is er in detail. Men moet gewoon een beetje intelligenter worden. Maar we blijven dom, boefje, omdat we associëren met rakkers. Deze schurk filosoof, religieuzen, avatāra, bhagavān, swami, yogi's, en karmīs. Daarom zijn we rakkers geworden. Sat-saṅga chāḍi kainu asate vilāsa. Narottama dāsa Ṭhākura betreurt het daarom dat "Ik gaf de associatie van de toegewijden op. Ik associeer gewoon met al deze rakkers. 'Asat, asat-saṅga. Te kāraṇe lāgile mora karma-bandha-phāṅsa: "Daarom ben ik verstrikt in deze herhaling van geboorte en dood geworden." Te kāraṇe. "Dus geef dit op." Cāṇakya Paṇḍita zegt ook, tyaja durjana-saṁsargam, "Geef de associatie van deze rakkers op." Bhaja sādhu-samāgamam, "Alleen associëren met toegewijden." Dit zal goed zijn. We zijn verschillende centra aan het oprichten, niet voor zinsbevrediging, maar voor goed gezelschap van toegewijden. Als we dit missen, degenen die werken, degenen die managers van deze instelling zijn, ze moeten altijd weten dat we deze instelling of dit centrum niet als een bordeel kunnen maken. Er moet zulk beheer zijn en of een regeling zijn dat we altijd goede associatie voor vooruitgang moeten hebben. Dat is nodig.  
Heel duidelijk. Kṛṣṇa kent je verlangens, dat als je nog steeds van deze materiële wereld wil genieten; "Oké, geniet." Dus om verschillende soorten plezier te genieten, hebben we verschillende soorten instrumenten nodig. Dus Kṛṣṇa bereidt je voor, zo aardig: "Oké." Net zoals de vader een stuk speelgoed geeft, het kind wil een auto. "Oké, neem een ​speelgoed auto." Hij wil een locomotief, hij wil een trein bestuurder worden. Deze soorten speelgoed zijn er. Vergelijkbaar verstrekt Kṛṣṇa deze speelgoed lichamen. ''Yantra'', ''yantra'' betekent machine. Dit is een machine. Iedereen begrijpt dat dit een machine is. Maar wie heeft de machine geleverd? De machine wordt geleverd door de natuur, materiële ingrediënten, maar het wordt bereid met de opdracht van Kṛṣṇa. ''Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram'' ([[NL/BG 9.10|BG 9.10]]). "''Prakṛti'', natuur, maakt al deze dingen onder Mijn leiding."


Veel dank. (einde)
Dus waar is de moeilijkheid om het Kṛṣṇa-bewustzijn te begrijpen? Alles is daar in de Bhagavad-gītā. Als je het ijverig bestudeert en het probeert te begrijpen dan blijf je altijd volledig Kṛṣṇa-bewust. Alles is er. Wat is mijn positie, hoe ik werk, hoe ik sterf, hoe ik een lichaam krijg, hoe ik zwerf. Alles is er in detail. Men moet gewoon een beetje intelligent worden. Maar we blijven dom en dwaas, omdat we associëren met dwazen. Deze dwaze filosofen, religieuzen, ''avatāra'', ''bhagavān'', ''swami'', ''yogi's'', en ''karmī's''. Daarom zijn we dwaas geworden. ''Sat-saṅga chāḍi kainu asate vilāsa''.
 
Narottama dāsa Ṭhākura betreurt daarom dat: "Ik gaf de omgang met toegewijden op. Ik ga alleen met al deze dwazen om." ''Asat'', ''asat-saṅga''. ''Te kāraṇe lāgile mora karma-bandha-phāṅsa'': "Daarom ben ik verstrikt geraakt in deze herhaling van geboorte en dood." ''Te kāraṇe''. "Dus geef dit op." Cāṇakya Paṇḍita zegt ook: ''tyaja durjana-saṁsargam'', "Geef de associatie van deze dwazen op." ''Bhaja sādhu-samāgamam'': "Alleen omgaan met toegewijden." Dit zal goed zijn. We zijn verschillende centra aan het oprichten, niet voor zinsbevrediging, maar voor goede omgang met toegewijden. Als we dit missen, degenen die werken, degenen die managers van deze instelling zijn, zij moeten altijd weten dat we deze instelling of dit centrum niet als een bordeel kunnen maken. Er moet zo'n beheer of zo'n regeling zijn dat we altijd goede associatie voor vooruitgang hebben. Dat is nodig.
 
Heel veel dank. (einde)  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:20, 29 January 2021



Lecture on BG 2.21-22 -- London, August 26, 1973

Dus het hele universum wordt beheerd door God's assistenten, volgens Brahmā, de meest krachtige assistent. Tene brahma hṛdā ya ādi-kavaye muhyanti yat sūrayaḥ (SB 1.1.1). Ook in Brahmā's hart, tene brahma hṛdā, hṛdā, weer hṛdā. Want Brahmā was alleen, dus wat te doen? Brahmā was verbijsterd. Maar Kṛṣṇa gaf instructies: "Je creëert dit universum op deze manier." Buddhi-yogaṁ dadāmi tam; "Ik geef intelligentie." Dus alles is er.

Alles is er, Kṛṣṇa is altijd bij je. Als je terug naar huis, terug naar God, wil gaan dan is Kṛṣṇa klaar om je alle instructies te geven. "Ja, yena mām upayānti te." Hij geeft instructies: "Ja, doe zoals dit. Dan zal je klaar zijn met je materiële zaken, en na het opgeven van dit lichaam zal je bij Mij komen." Maar als je dit materiële bestaan wil ​​voortzetten: vāsāṁsi jīrṇāni yathā vihāya (BG 2.22), je moet een lichaam accepteren en als het niet bruikbaar meer is dan moet je dit lichaam opgeven en een ander lichaam accepteren. Dit is de voortzetting van het materiële bestaan. Maar als je het wil stoppen, als je werkelijk walgt van dit soort zaken; bhūtvā bhūtvā pralīyate (BG 8.19), neem een geboorte, sterf weer, wederom nemen. Maar we zijn zo schaamteloos en zo waardeloos dat we niet erg walgen van deze zaken. We willen doorgaan, en daarom is Kṛṣṇa ook klaar: "Goed, je gaat door." Dat staat in de Bhagavad-gītā: yantrārūḍhāni māyayā.

īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ
hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati
bhrāmayan sarva-bhūtāni
yantrārūḍhāni māyayā
(BG 18.61)

Heel duidelijk. Kṛṣṇa kent je verlangens, dat als je nog steeds van deze materiële wereld wil genieten; "Oké, geniet." Dus om verschillende soorten plezier te genieten, hebben we verschillende soorten instrumenten nodig. Dus Kṛṣṇa bereidt je voor, zo aardig: "Oké." Net zoals de vader een stuk speelgoed geeft, het kind wil een auto. "Oké, neem een ​speelgoed auto." Hij wil een locomotief, hij wil een trein bestuurder worden. Deze soorten speelgoed zijn er. Vergelijkbaar verstrekt Kṛṣṇa deze speelgoed lichamen. Yantra, yantra betekent machine. Dit is een machine. Iedereen begrijpt dat dit een machine is. Maar wie heeft de machine geleverd? De machine wordt geleverd door de natuur, materiële ingrediënten, maar het wordt bereid met de opdracht van Kṛṣṇa. Mayādhyakṣeṇa prakṛtiḥ sūyate sa-carācaram (BG 9.10). "Prakṛti, natuur, maakt al deze dingen onder Mijn leiding."

Dus waar is de moeilijkheid om het Kṛṣṇa-bewustzijn te begrijpen? Alles is daar in de Bhagavad-gītā. Als je het ijverig bestudeert en het probeert te begrijpen dan blijf je altijd volledig Kṛṣṇa-bewust. Alles is er. Wat is mijn positie, hoe ik werk, hoe ik sterf, hoe ik een lichaam krijg, hoe ik zwerf. Alles is er in detail. Men moet gewoon een beetje intelligent worden. Maar we blijven dom en dwaas, omdat we associëren met dwazen. Deze dwaze filosofen, religieuzen, avatāra, bhagavān, swami, yogi's, en karmī's. Daarom zijn we dwaas geworden. Sat-saṅga chāḍi kainu asate vilāsa.

Narottama dāsa Ṭhākura betreurt daarom dat: "Ik gaf de omgang met toegewijden op. Ik ga alleen met al deze dwazen om." Asat, asat-saṅga. Te kāraṇe lāgile mora karma-bandha-phāṅsa: "Daarom ben ik verstrikt geraakt in deze herhaling van geboorte en dood." Te kāraṇe. "Dus geef dit op." Cāṇakya Paṇḍita zegt ook: tyaja durjana-saṁsargam, "Geef de associatie van deze dwazen op." Bhaja sādhu-samāgamam: "Alleen omgaan met toegewijden." Dit zal goed zijn. We zijn verschillende centra aan het oprichten, niet voor zinsbevrediging, maar voor goede omgang met toegewijden. Als we dit missen, degenen die werken, degenen die managers van deze instelling zijn, zij moeten altijd weten dat we deze instelling of dit centrum niet als een bordeel kunnen maken. Er moet zo'n beheer of zo'n regeling zijn dat we altijd goede associatie voor vooruitgang hebben. Dat is nodig.

Heel veel dank. (einde)