NL/Prabhupada 0637 - Zonder Krishna's aanwezigheid kan niets bestaan

Revision as of 10:47, 15 August 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0637 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.30 -- London, August 31, 1973

Dus de zaak wordt verklaard door Kṛṣṇa, apareyam itas tu viddhi me prakṛtiṁ parāṁ yayedaṁ dhāryate. Jīva-bhūtāṁ mahā-bāho yayedaṁ dhāryate jagat (BG 7.5). Dus de ziel draagt. Alles wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā. De gigantische grote, grote planeten, waarom zweven ze gewichtloos in de lucht? Dat wordt ook uitgelegd. Gām āviśya aham ojasā dhārayāmi (BG 15.13). Dat, probeer om gewoon te begrijpen. Een groot 747 vliegtuig zweeft en neemt vijfhonderd, zeshonderd passagiers, vliegen in de lucht zonder enige moeite. Waarom? Omdat de piloot er is. Niet de machine. Denk niet dat het een gigantische machine is; daarom vliegt het. Nee. De piloot is er. Machine is er ook, maar het zweven is niet afhankelijk van de mechanische regeling, maar van de piloot. Is er een verschil van mening? Als de piloot er niet is, zal de hele machine onmiddellijk naar beneden vallen. Onmiddellijk. Ook de verklaring in de Bhagavad-gītā, gām āviśya aham ojasā. Kṛṣṇa komt binnenin de gigantische planeet. Hij is binnen de... Aṇḍāntara-stha-paramânu-cayāntara-stham. Het wordt vermeld in de Brahma-saṁhitā.

eko 'py asau racayituṁ jagad-aṇḍa-kotiṁ
yac chaktir asti jagad-aṇḍa-cayā yad-antaḥ
aṇḍāntara-stha-paramāṇu-cayāntara-sthaṁ
govindam ādi-puruṣaṁ tam ahaṁ bhajāmi
(Bs. 5.35)

Zonder Kṛṣṇa's binnenkomst in de materie, kan er niets werken. Aṇḍāntara-stha. Binnen dit universum, Hij is daar als Garbhodakaśāyī Viṣṇu. Daarom bestaat het heelal. Aṇḍāntara-stha. En binnen het universum zijn er zo veel materiele, ik bedoel te zeggen, identiteiten, entiteiten. Zelfs dit atoom. De śāstra zegt dat zelfs binnen het atoom, Hij, als Paramātmā, hij is binnen het lichaam van iedereen. Niet alleen binnen het lichaam van levende wezens, maar Hij is binnen de paramāṇu, het atoom. Ze studeren nu atoomenergie. Toch vinden ze moeilijkheden. Het verdelen, het verdelen, het verdelen. Omdat ze niet kunnen ontdekken dat er God is, er is Kṛṣṇa.

Dus zonder Kṛṣṇa's, ik bedoel te zeggen, aanwezigheid, kan niets bestaan. Daarom, degene die gevordert is in Kṛṣṇa bewustzijn, hij ziet alleen Kṛṣṇa. Niet de uiterlijke bekleding. Want zonder Kṛṣṇa kan niets bestaan. In het Caitanya-caritāmṛta, wordt gezegd: sthāvara-jaṅgama dekhe Er zijn twee soorten entiteiten: bewegend en niet bewegend. Bewegend betekent sthāvara en... bewegend betekent jaṅgama. Sthāvara-jaṅgama. En sthāvara betekent niet bewegend. Er zijn dus twee soorten entiteiten. Dus je kunt deze twee soorten entiteiten zien, een aantal van hen bewegen, sommige van hen bewegen niet. Maar een mahā-bhāgavata ziet zowel de entiteiten, bewegend en niet bewegend, maar hij ziet geen bewegende of niet bewegende. Hij ziet Kṛṣṇa. Omdat hij weet dat de bewegende levenskracht betekent. Dus levende kracht, dat is ook Kṛṣṇa's energie. En de niet-bewegende is materieel. Dat is ook Kṛṣṇa's energie.