NL/Prabhupada 0787 - Men heeft de misvatting dat de Bhagavad-gītā over gewone oorlog en geweld gaat

Revision as of 13:30, 27 November 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0787 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 1.44 -- London, July 31, 1973

Pradyumna: Vertaling: "Ach, hoe vreemd is het dat we voorbereidingen treffen om zulke zondige daden te plegen, gedreven door het verlangen om van koninklijk geluk te genieten."

Prabhupāda:

aho bata mahat-pāpaṁ
kartuṁ vyavasitā vayam
yad rājya-sukha-lobhena
hantuṁ svajanam udyatāḥ
(BG 1.44)

Soms wordt Arjuna en de Bhagavad Gita ook, beschuldigd dat "Er is geweld. Er is geweld. Bhagavad Gita staat vol met geweld." Ja, het is vol van geweld. Het slagveld. Maar hier, de Vaiṣṇava denkt... Arjuna denkt dat het was geregeld voor zijn rājya-sukha. Yad rājya-sukha-lobhena. Lobhena. Het werd geregeld voor het plezier van Arjuna, zodat hij kon genieten van het koninkrijk en het geluk daarvan. Eigenlijk was het niet zo. Het werd georganiseerd door Krishna voor Zijn plezier, niet voor Arjuna's plezier. Dat is het verschil tussen gewoon werk en devotionele dienst. Devotionele dienst en gewoon werk, ze lijken hetzelfde. Net zoals we in dit huis leven. De buren, ze kunnen denken, "Iemand woont hier naast, ze zingen en dansen. We dansen ook en soms zingen wij ook. En eten, zij eten ook. Wat is dan het verschil? Ze kunnen denken Wat is het verschil tussen devotionele dienst en gewoon werk? Het lijkt bijna hetzelfde. Men heeft de misvatting dat de Bhagavad Gita over gewone oorlog en geweld gaat. Maar zo is het niet. Het wordt georganiseerd door Krishna, om Zijn missie te vervullen. Zijn missie is paritrāṇāya sādhūnāṁ vināśāya ca duṣkṛtam (BG 4.8). Dat is Zijn tevredenheid, niet Arjuna's tevredenheid, niet iemand anders tevredenheid. Het is Zijn plan. Hij komt, daalt neer naar deze planeet, in dit universum, alleen om het werkelijke doel van het religieuze leven vast te stellen en om te doden, om degenen die zich verzetten tegen het echte doel van het leven, van het menselijk leven, te overwinnen. Dat is Zijn missie, twee zaken gelijktijdig. Paritrāṇāya sādhūnāṁ vināśāya ca duṣkṛtam (BG 4.8).

Svajanam dus.

aho bata mahat-pāpaṁ
kartuṁ vyavasitā vayam
yad rājya-sukha-lobhena
hantuṁ svajanam udyatāḥ
(BG 1.44)

Svajanam betekent verwanten. Verwanten betekent niet, in hogere zin, alleen mijn broer en mijn zus of mijn vader of mijn oom. Nee Svajanam betekent alle levende wezens. Iemand zonder Krishna-bewustzijn, met een alledaags bewustzijn, materieel bewustzijn, hij kan niet in termen van 'svajanam' denken. "Mijn verwanten, alle levende wezens," zo denkt hij niet. Eigenlijk is iedereen onze svajanam, omdat God ieders vader is. Zoals Krishna beweert, ahaṁ bīja-pradaḥ pitā, dat Hij de opperste vader is. Niet alleen Hij beweert dat, elk verfijnt religieus systeem beweert dat, "God is de oorspronkelijke vader." Dat is een feit. Ahaṁ sarvasya prabhavo mattaḥ sarvam pravartate (BG 10.8). Alles komt van Hem. Hij is de opperste vader. Als Krishna dus de allerhoogste vader is, dan is Hij de vader van iedereen. Sarva-yoniṣu kaunteya (BG 14.4). Alle soorten van leven, alle levensvormen, zijn allemaal onze svajana, verwanten. Hoe kan dat? Omdat Krishna de oorspronkelijke vader is. Dit is Krishna-bewustzijn. Daarom wil een toegewijde van Krishna geen elk levend wezen iets kwaads aan doen. Dat is Krishna-bewustzijn.