NL/Prabhupada 0836 - Wees bereid om alles op te offeren voor de perfectionering van deze menselijke levensvorm

Revision as of 12:26, 6 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0836 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1966 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on CC Madhya-lila 20.100-108 -- New York, November 22, 1966

Een sādhu, een wijze of een toegewijde, hoewel hij alles weet, toch presenteert hij zichzelf altijd alsof hij niets weet. Hij zegt nooit: ik weet alles." In feite is het ook niet mogelijk om alles te weten. Dat is niet mogelijk. Maar iemand ... Net zoals Sir Isaac Newton, hij beaamde dat "Mensen zeggen dat ik heel geleerd ben, maar ik weet niet hoe geleerd ik ben. Ik verzamelen slechts wat keitjes aan de kust." Dat is dus de positie. Een man die werkelijk geleerd is, zal nooit zeggen: "Ik ben geleerd." Hij zal gewoon zeggen: "Ik ben de dwaas nummer één. Ik weet het niet."

Caitanya Mahāprabhu waardeerde zijn nederigheid, omdat hij eigenlijk een zeer geleerde en zeer belangrijke man was in de samenleving. Als wijze van omgang, uitwisseling van, ik bedoel te zeggen, etiquette, aanvaarde Hij: "Nee, u bent niet gevallen. Wees niet ontmoedigd. Het is de plicht van elke geleerde man om zichzelf zo te presenteren, maar je bent geen dwaas." Kṛṣṇa śakti dhara tumi: (CC Madhya 20.105) "Omdat je al een toegewijde bent." Voordat ze zich terugtrokken en voordat ze, deze Gosvāmī's, bij Caitanya Mahāprabhu kwamen, zoals ik je vertelde, waren ze zeer grote Sanskriet geleerden. Ze lazen Bhāgavata. Toen gaf hij valse melding aan de Nawab Shah gaf, dat "Ik voel me niet lekker. Ik kan niet naar kantoor komen," toen ging Nawab Shah elke dag persoonlijk naar zijn huis, "Deze meneer komt niet naar kantoor en meldt zich zomaar ziek. Wat is dat?" Toen Nawab Shah zag dat hij met geleerde paṇḍita's in het Śrīmad-Bhāgavatam aan het lezen was, toen begreep hij, "Oh, dit is jouw ziekte. Je bent nu in bezit genomen door het Śrīmad-Bhāgavatam." Dus hij was eigenlijk zeer geleerd, maar uit zijn nederige gedrag, onderwierp hij zich op deze zachte manier aan Heer Caitanya. Caitanya Mahāprabhu zei,

sad-dharmasyāvabodhāya
yeṣāṁ nirbandhinī matiḥ
acirād eva sarvārthaḥ
sidhyaty eṣām abhīpsitaḥ
(CC Madhya 24.170)

Hij zegt: "Je verlangen is om perfectie te bereiken, daarom ben je zo nederig." Hij citeerde toen een vers uit Nāradīya Purāṇa, dat iedereen die heel serieus is ... Wie serieus is om zichzelf perfect te leren kennen, als hij op die manier zoekt, dan is zijn volmaaktheid gegarandeerd. Het enige ding is dat je heel serieus moet zijn. De verklaring van dit vers is sad-dharmasyāvabodhāya yeṣāṁ nirbandhinī matiḥ. Nirbandhinī matiḥ betekent dat hij vastberaden is dat, "In dit leven zal ik mijn leven perfect maken." Dan, voor hem, is perfectie gegarandeerd. Gegarandeerd. Als hij denkt, "Oh, laat me dit eens proberen. Ik test deze beweging voor Krishna-bewustzijn, en tegelijkertijd kan ik andere bewegingen testen. Laten we op deze manier verder gaan." Nee. Je moet zeer serieus zijn om complete perfectie te bereiken, in dit leven. Een man moet zo serieus zijn als Sanātana Gosvāmī. Voor dat doel offerde hij alles op, hij werd een bedelaar. We zouden bereid moeten zijn om alles op te offeren voor perfectie van deze menselijke levensvorm. Dan is perfectie gegarandeerd. We moeten gewoon heel serieus zijn, dat is alles.