NL/Prabhupada 0840 - Er was een prostituee die een lakh diamanten vroeg

Revision as of 13:06, 6 December 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0840 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1975 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

751204 - Lecture SB 07.06.03 - Vrndavana

Er is een verhaal over de prostituee, Lakṣahīra. Er was een prostituee die één lakh diamanten vroeg. Kleine of grote diamanten maakte niet uit. Dit waren haar kosten. Een man leed aan lepra en werd ondersteund, hij werd bijgestaan ​​door zijn vrouw, een zeer trouwe echtgenote. Maar nog steeds was hij somber. De vrouw vroeg haar echtgenoot: "Waarom ben je neerslachtig? Ik dien je zoveel. Je hebt lepra en je kunt niet lopen. Ik draag je mee in een mand en toch voel ben je ongelukkig? Dus gaf hij toe, "Ja." "Oh, waarom?" "Nu, ik wil naar de prostituee Lakṣahīra." Kijk. Hij heeft lepra, is een arme man, en hij verlangt naar een prostituee, die 100.000 diamanten vraagt. Maar goed, ze was een trouwe echtgenote. Ze wilde haar echtgenoot plezieren. Op een of andere manier regelde ze het. Toen de melaatse in het huis van de prostituee kwam, gaf de prostituee hem zeer lekkere gerechten te eten, maar alles, alle gerechten zaten in twee potten, in een gouden pot en een ijzeren pot. Terwijl hij aan het eten was, vroeg hij aan de prostituee, "Waarom je me alles in twee potten gegeven? "Ik vroeg me af of je verschil zal proeven uit deze potten." Dus zei hij: "Nee, ik proef geen verschil. De soep in de gouden pot en de soep in de ijzeren pot smaken hetzelfde." "Waarom ben je dan hier gekomen?" Dit is dwaasheid. In de hele wereld is dit aan de hand. Ze proberen gewoon hetzelfde te proeven in verschillende potten. Dat is alles. Ze raken hun smaak niet kwijt, "Niet meer, meneer. Ik heb genoeg geproefd." Dat gebeurt niet. Dat heet vairāgya-vidyā, niet meer proeven: "Het is allemaal hetzelfde, of ik deze pot of die pot neem."

Daarom wordt gezegd dat sukham aindriyakam (SB 7.6.3), het zinsgenot, er is geen verschil, of je geniet als een hond, als een mens of als een halfgod, als Europeaan, Amerikaan of Indiër, de smaak is hetzelfde. Dit is heel belangrijk. Je kunt geen betere smaak krijgen. De enige betere smaak is Krishna-bewustzijn. Paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59). Als je smaak voor Krishna-bewustzijn niet toeneemt, dan probeer je alleen uit verschillende potten te proeven. Dat is de wet. Dan ga je op dezelfde manier verder met je ziekte, om eerst uit deze en dan uit die pot te proeven: "Misschien is het smaakvol uit deze pot, misschien uit die ..." Zo gaat de hele wereld verder. Al deze schurken gaan naar verschillende landen voor de seks. Ze gaan naar Parijs. Sukham aindriyakaṁ daityā, sarvatra labhyate daivād yathā duḥkham (SB 7.6.3). Het is duḥkham. Duḥkha betekent ongelukkig. Stel dat een miljonair aan tyfus lijdt en een arme man lijdt aan tyfus. Betekent dit dat de miljonair minder leed zal hebben dan de arme man? Als je tyfus hebt, ook al ben je rijk of arm, het lijden van tyfus is hetzelfde. Het betekent niet dat, "Deze man is zeer rijk, dus hij is lijdt niet aan tyfus." Nee. Zoals ongeluk hetzelfde is in verschillende potten, zo is geluk ook hetzelfde in verschillende potten. Dit is kennis. Dus waarom zou ik mijn tijd verspillen met proeven, geluk en leed proeven in verschillende potten? De verschillende potten betekent deze verschillende lichaam.

Hier zijn we niet voor bestemd. Onze taak is om ons oorspronkelijke bewustzijn, Krishna-bewustzijn te doen herleven. Het maakt niet uit in welke pot ik me op dit moment bevind. Ahaituky apratihatā (SB 1.2.6). Je kunt het Krishna-bewustzijn proeven zonder enige aarzeling, zonder enige tegenslag, zonder enige belemmering. Je kan het krijgen. Je moet gewoon naar je eigen bewustzijn kijken en je bewustzijn corrigeren. Dat is noodzakelijk in deze menselijke levensvorm. Daarom zei Prahlāda Mahārāja in het begin, durlabhaṁ mānuṣaṁ janma (SB 7.6.1). Dit inzicht, deze kennis kan alleen in de menselijke levensvorm verkregen worden. Deze analyse van ongeluk en leed kan aan een mens worden uitgelegd. Als ik drie dozijn honden hier roep en hen vraag: "Luister nu naar dit Bhāgavata," dat is niet mogelijk. Een hond kan het Śrīmad-Bhāgavatam niet begrijpen, maar een mens wel, hoe laag hij ook is, met weinig intelligentie, hij zal toch in staat zijn om het te begrijpen. Daarom zegt Prahlāda Mahārāja, durlabhaṁ mānuṣaṁ janma. Je hebt de mogelijkheid gekregen om bhāgavata-dharma te begrijpen. Verlies dat niet zoals katten en honden.

Hartelijk dank.