NL/Prabhupada 0843 - Hun visie van de oorsprong van leven is fout. Ze denken dat dit lichaam het zelf is: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0843 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1976 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Hyderabad]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0842 - De Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging traint de nivrtti-marga, zoveel nee's|0842|NL/Prabhupada 0844 - Door gewoon de koning te plezieren, plezier je de Almachtige Vader, God|0844}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|2-xKB0POl1o|Het begin van het leven was een vergissing. Ze denken dat ze dit lichaam zelf zijn.<br/>- Prabhupāda 0843}}
{{youtube_right|2-xKB0POl1o|Hun visie van de oorsprong van leven is fout. Ze denken dat dit lichaam het zelf is.<br/>- Prabhupāda 0843}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:761215BG-HYDERABAD_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/761215BG-HYDERABAD_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Dit asurische publiek weet niet wat hun bestemming is. Ze zeggen dat het eigenbelang is, maar deze schurken weten niet wat eigenbelang is, omdat hun begin van het leven een vergissing was, Ze denken dat ze dit lichaam zelf zijn. Dus hoe kunnen ze begrijpen wat eigenbelang is? Het basisprincipe is een vergissing. Dehātma-buddhi. De honden en katten denken: "Ik ben dit lichaam." De asura heeft dus dezelfde interesse. Ze weten het niet, noch proberen ze het te begrijpen. Dehino 'smin yathā dehe ([[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]]). In dit lichaam bestaat een spirituele ziel. Ze kunnen dat niet begrijpen. Daarom vergissen ze zich in wat hun eigenbelang is. Werkelijk eigenbelang is, "ik ben een spirituele ziel. Ik ben een zoon van God. Mijn vader is zeer, zeer rijk, welvarend. Ik heb mijn vaders associatie opgegeven en daarom ben ik aan het lijden." Anders is er geen sprake van lijden. We hebben deze ervaring. De zoon van een zeer rijk man, waarom zou hij moeten lijden? Hier zegt Krishna, ahaṁ bīja-pradaḥ pitā ([[Vanisource:BG 14.4|BG 14.4]]): "Ik ben de zaadgevende vader van alle levende wezens." God betekent ṣaḍ-aiśvarya-pūrṇaḥ ([[Vanisource:CC Ādi 2.5|CC Ādi 2.5]]), zes soorten van weelde. Hij is volledig. Hij is de eigenaar van alles, bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram ([[Vanisource:BG 5.29|BG 5.29]]). Als ik de zoon ben van een persoon die de eigenaar van alles is, waar is dan sprake van lijden? Het basisprincipe van eigenbelang is dus verloren.  
Dus deze ''asurische'' mensen weten niet wat hun bestemming is. Ze zeggen dat het eigenbelang is maar deze dwazen weten niet wat eigenbelang is omdat hun visie van de oorsprong van leven fout is. Ze denken dat dit lichaam het zelf is. Dus hoe kunnen ze weten wat eigenbelang is? Het basisprincipe is verkeerd. ''Dehātma-buddhi''. De honden en katten denken dat: "Ik ben dit lichaam." Dus hetzelfde belang als de ''asura''. Ze weten het niet, noch proberen ze het te begrijpen. ''Dehino 'smin yathā dehe'' ([[NL/BG 2.13|BG 2.13]]). In dit lichaam zit de spirituele ziel. Ze kunnen dat niet begrijpen. Daarom is hun eigenbelang verkeerd.  


Deze beweging voor Krishna-bewustzijn is dus bedoelt om hun bewustzijn te doen herleven, dat "Je bent niet dit lichaam. Je bent een spirituele ziel. Je bent een integrerend deeltje van God. Waarom moet je lijden? Cultiveer Krishna-bewustzijn, en simpelweg door het cultiveren van Krishna-bewustzijn, zul je terug naar huis, terug naar God, gaan, en dan zul je gelukkig zijn." Krishna bevestigt dit. Duḥkhālayam aśāśvatam, nāpnuvanti mahātmānaḥ saṁsiddhiṁ paramāṁ gatāḥ, mām upetya ([[Vanisource:BG 8.15|BG 8.15]]): "Als iemand tot Mij komt," mām upetya, "dan komt hij niet terug naar deze materiële wereld, duḥkhālayam aśāśvatam ([[Vanisource:BG 8.15|BG 8.15]])." Dit is een plaats van lijden. Omdat ze niet weten wat eigenbelang is, daarom accepteren ze deze plaats van lijden als plaats voor vermaak. Maar eigenlijk is het een plaats van lijden.  
Werkelijk eigenbelang is: "Ik ben de spirituele ziel. Ik ben een zoon van God. Mijn vader is heel erg rijk, weelderig. Ik heb de omgang met mijn vader opgegeven en daarom ben ik aan het lijden." Anders is er geen sprake van lijden. We hebben deze ervaring. Waarom zou de zoon van een hele rijke man lijden? Dus hier zegt Kṛṣṇa; ''ahaṁ bīja-pradaḥ pitā'' ([[NL/BG 14.4|BG 14.4]]): "Ik ben de zaadgevende vader van alle levende wezens." God betekent ''ṣaḍ-aiśvarya-pūrṇaḥ'' ([[Vanisource:CC Ādi 2.5|CC Ādi 2.5]]), zes soorten van weelde. Hij is volledig. Hij is de eigenaar van alles, ''bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram'' ([[NL/BG 5.29|BG 5.29]]). Dus als ik de zoon ben van iemand die de eigenaar van alles is, waar is dan sprake van mijn lijden? Dus het basisprincipe van eigenbelang is verloren.  


Waarom bedek je dit lichaam? Het lichaam is de oorzaak van lijden, in contact met de lucht voel ik koud. Daarom moet ik bedekken. Het is een middel om het lijden te verzachten. De positie is lijden, maar op een of andere manier proberen we het leed te verzachten. Zo is er in de zomer ook lijden. Dan willen we geen bedekking, dan willen we elektrische ventilatoren. Er is dus altijd lijden. In de zomer en in de winter, lijden zal er zijn. Dat hebben we niet begrepen, door onze asurische svabhāva. We vragen niet waarom. In de zomer en de winter... In de zomer willen we iets kouds, en in de winter willen we iets dat warm is. Deze twee dingen zijn er. Soms is de warmte lijden, soms is de kou ook lijden. Waar is het genieten? We verlangen, "Als het nu warm zou zijn..." Maar warmte is ook lijden. Daarom zegt Krishna: "Stoor je niet aan dit lijden. Het zal blijven. In de zomer denk je dat iets zeer prettig is. Hetzelfde zal in de winter niet aangenaam zijn. Het is een komen en gaan. Houd je niet bezig met dit zogenaamde lijden en genieten. Doe je plicht, in Krishna-bewustzijn."
Dus de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is er om hun bewustzijn te wekken dat: "Je bent niet dit lichaam. Je bent de spirituele ziel. Je bent een essentieel onderdeel van God. Waarom moet je lijden? Dus ontwikkel Kṛṣṇa-bewustzijn, en gewoon door het ontwikkelen van Kṛṣṇa-bewustzijn zal je terug naar huis, terug naar God gaan. En dan zal je gelukkig zijn." Kṛṣṇa bevestigt dit.
 
:''mām upetya punar janma''
:''duḥkhālayam aśāśvatam''
:''nāpnuvanti mahātmānaḥ''
:''saṁsiddhiṁ paramāṁ gatāḥ''
::([[NL/BG 8.15|BG 8.15]])
 
"Als iemand naar Mij komt," ''mām upetya'' "dan komt hij niet weer terug naar deze materiële wereld die ''duḥkhālayam aśāśvatam'' is." Dit is een plaats van lijden. Want ze weten niet wat hun eigenbelang is. De plaats van lijden nemen ze als een plaats voor plezier. Maar eigenlijk is het een plaats van lijden.
 
Waarom bedek je dit lichaam? Het lichaam is de oorzaak van lijden, in contact met de lucht voel ik kou. Daarom moet ik het bedekken. Het is een middel om het lijden te verzachten. De positie is lijden, maar op een of andere manier proberen we het lijden te verzachten. Net zo is er in de zomer ook lijden. Dan willen we geen bedekking, dan willen we elektrische ventilatoren. Er is dus altijd lijden. Of in de zomer of in de winter, lijden zal er zijn. Dat hebben we niet begrepen. Dat komt door onze ''asurische svabhāva''. Dus we vragen niet waarom. In de zomer en in de winter ... In de zomer willen we graag iets kouds en in de winter willen we iets dat warm is. Dus er zijn twee dingen. Dus soms is de warmte lijden en soms is de kou ook lijden. Dus waar is het genieten? We verlangen alleen dat: "Als het nu warm zou zijn ..." Maar warmte is ook lijden. Daarom zegt Kṛṣṇa dat: "Stoor je niet aan dit lijden. Het zal blijven." Je denkt dat in de zomer iets heel prettig is. Hetzelfde zal in de winter niet prettig zijn. Dus ze zullen komen en gaan. Maak je niet druk om dit zogenaamde lijden en genieten. Doe je plicht; Kṛṣṇa-bewustzijn.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 20:33, 19 July 2021



761215 - Lecture BG 16.07 - Hyderabad

Dus deze asurische mensen weten niet wat hun bestemming is. Ze zeggen dat het eigenbelang is maar deze dwazen weten niet wat eigenbelang is omdat hun visie van de oorsprong van leven fout is. Ze denken dat dit lichaam het zelf is. Dus hoe kunnen ze weten wat eigenbelang is? Het basisprincipe is verkeerd. Dehātma-buddhi. De honden en katten denken dat: "Ik ben dit lichaam." Dus hetzelfde belang als de asura. Ze weten het niet, noch proberen ze het te begrijpen. Dehino 'smin yathā dehe (BG 2.13). In dit lichaam zit de spirituele ziel. Ze kunnen dat niet begrijpen. Daarom is hun eigenbelang verkeerd.

Werkelijk eigenbelang is: "Ik ben de spirituele ziel. Ik ben een zoon van God. Mijn vader is heel erg rijk, weelderig. Ik heb de omgang met mijn vader opgegeven en daarom ben ik aan het lijden." Anders is er geen sprake van lijden. We hebben deze ervaring. Waarom zou de zoon van een hele rijke man lijden? Dus hier zegt Kṛṣṇa; ahaṁ bīja-pradaḥ pitā (BG 14.4): "Ik ben de zaadgevende vader van alle levende wezens." God betekent ṣaḍ-aiśvarya-pūrṇaḥ (CC Ādi 2.5), zes soorten van weelde. Hij is volledig. Hij is de eigenaar van alles, bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram (BG 5.29). Dus als ik de zoon ben van iemand die de eigenaar van alles is, waar is dan sprake van mijn lijden? Dus het basisprincipe van eigenbelang is verloren.

Dus de Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging is er om hun bewustzijn te wekken dat: "Je bent niet dit lichaam. Je bent de spirituele ziel. Je bent een essentieel onderdeel van God. Waarom moet je lijden? Dus ontwikkel Kṛṣṇa-bewustzijn, en gewoon door het ontwikkelen van Kṛṣṇa-bewustzijn zal je terug naar huis, terug naar God gaan. En dan zal je gelukkig zijn." Kṛṣṇa bevestigt dit.

mām upetya punar janma
duḥkhālayam aśāśvatam
nāpnuvanti mahātmānaḥ
saṁsiddhiṁ paramāṁ gatāḥ
(BG 8.15)

"Als iemand naar Mij komt," mām upetya "dan komt hij niet weer terug naar deze materiële wereld die duḥkhālayam aśāśvatam is." Dit is een plaats van lijden. Want ze weten niet wat hun eigenbelang is. De plaats van lijden nemen ze als een plaats voor plezier. Maar eigenlijk is het een plaats van lijden.

Waarom bedek je dit lichaam? Het lichaam is de oorzaak van lijden, in contact met de lucht voel ik kou. Daarom moet ik het bedekken. Het is een middel om het lijden te verzachten. De positie is lijden, maar op een of andere manier proberen we het lijden te verzachten. Net zo is er in de zomer ook lijden. Dan willen we geen bedekking, dan willen we elektrische ventilatoren. Er is dus altijd lijden. Of in de zomer of in de winter, lijden zal er zijn. Dat hebben we niet begrepen. Dat komt door onze asurische svabhāva. Dus we vragen niet waarom. In de zomer en in de winter ... In de zomer willen we graag iets kouds en in de winter willen we iets dat warm is. Dus er zijn twee dingen. Dus soms is de warmte lijden en soms is de kou ook lijden. Dus waar is het genieten? We verlangen alleen dat: "Als het nu warm zou zijn ..." Maar warmte is ook lijden. Daarom zegt Kṛṣṇa dat: "Stoor je niet aan dit lijden. Het zal blijven." Je denkt dat in de zomer iets heel prettig is. Hetzelfde zal in de winter niet prettig zijn. Dus ze zullen komen en gaan. Maak je niet druk om dit zogenaamde lijden en genieten. Doe je plicht; Kṛṣṇa-bewustzijn.