NL/Prabhupada 0847 - Beschrijving van Kali-yuga staat in het Srimad-Bhagavatam: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0847 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0846 - De materiële wereld is de schaduw, de reflectie, van de spirituele wereld|0846|NL/Prabhupada 0848 - Iemand kan geen guru worden tenzij die Krishna-tattva kent|0848}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 19: Line 22:


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:731224SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/731224SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Gisteren bespraken we deze Kali-yuga. Het meest gevallen tijdperk. Mensen zijn zeer gedegradeerd. Hier is, door berekening, vijfenzeventig procent goddeloosheid en vijfentwintig procent religie in vergelijking met andere tijdperken. Maar deze vijfentwintig procent religieus leven zal ook verminderen. Voor het uitleggen van dit vers, zal ik jullie een aantal symptomen van deze tijd vertellen. Dit wordt ook uitgelegd in het Śrīmad-Bhāgavatam, twaalfde Canto, derde hoofdstuk. Waar is dat? Geef me dat boek. We hebben dit nog niet gepubliceerd, dus ik lees de verwijzing. Anyonyato rājabhiś ca kṣayaṁ yāsyanti pīḍitāḥ. Dit wordt beschreven in het tweede hoofdstuk van het twaalfde Canto van het Śrīmad-Bhāgavatam.  
Gisteren bespraken we over het Kali-''yuga''. Het meest gevallen tijdperk. De mensen zijn erg gedegradeerd. Dus de berekening is dat vijfenzeventig procent goddeloosheid en vijfentwintig procent religie in vergelijking met andere tijdperken. Maar deze vijfentwintig procent religieus leven zal ook verminderen.  


:tataś cānu-dinaṁ dharmaḥ
Voordat ik dit vers uitleg zal ik jullie een verwijzing geven naar een paar kenmerken van dit tijdperk. Dit wordt ook uitgelegd in het Śrīmad-Bhāgavatam, twaalfde canto, derde hoofdstuk. We hebben dit nog niet gepubliceerd dus ik lees de verwijzing. ''Anyonyato rājabhiś ca kṣayaṁ yāsyanti pīḍitāḥ'' ([[Vanisource:SB 12.1.41|SB 12.1.41]]).
:satyaṁ śaucaṁ kṣamā dayā
:kālena balinā rājan
:naṅkṣyaty āyur balaṁ smṛtiḥ


Deze beschrijving van Kali-yuga staat in het Śrīmad-Bhāgavatam. Dit heet śāstra. Dit Śrīmad-Bhāgavatam werd vijfduizend jaar geleden geschreven toen Kali-yuga begon. Wat in de toekomst zal gebeuren, alles staat daar in. Śāstra betekent, ''wat is.'' Daarom accepteren we śāstra. Tri-kāla-jña. De śāstrakāra of de samensteller van de śāstra, moet een bevrijd persoon zijn, zodat hij verleden, heden en toekomst kan beschrijven. In het Śrīmad-Bhāgavatam vind je zoveel dingen, die in de toekomst zullen gebeuren. In het Śrīmad-Bhāgavatam wordt Heer Boeddha's verschijning beschreven, en ook de verschijning van Heer Kalki. Heer Caitanya's verschijning wordt vermeld, hoewel het vijfduizend jaar geleden werd geschreven. Tri-kāla-jña. Begrijp dat ze verleden, heden en toekomst kennen.  
Het is beschreven in het tweede hoofdstuk, twaalfde canto, Śrīmad-Bhāgavatam.  


Over het bespreken van Kali-yuga, Śukadeva Gosvāmī beschrijft de belangrijkste symptomen van dit tijdperk. Het eerste symptoom dat hij noemt is tataś ca anu-dinam. . Met de voortgang van dit tijdperk, Kali-yuga, dharma, religieuze principes; satyam, waarheidslievendheid; śaucam, reinheid; kṣamā, vergevingsgezinsheid; dayā, barmhartigheid; ayuh, levensduur; balam, lichamelijke kracht; smṛtiḥ, geheugen ... Tel eens hoeveel. dharmah, satyam, śaucam, kṣamā dayā, āyuḥ, balam, smṛti, acht. Deze dingen zullen geleidelijk tot nul verminderen, bijna niets. Nu zoals ik al zei over Kali-yuga en andere yuga's ... Satya-yuga duurde achttienhonderdduizend jaar. En de mens werd in die tijd honderdduizend jaar oud. Honderdduizend jaar. Het volgende tijdperk duurde twaalfhonderdduizend jaar, en de mensen leefde voor duizend jaar, niet één, maar tienduizend jaar. Tien keer minder. Het volgende tijdperk, Dvāpara-yuga, weer tien keer minder. Toch leefde men nog duizend jaar, en dat tijdperk duurde achthonderdduizend jaar. Nu, het volgende tijdperk, dit Kali-yuga, de limiet is honderd jaar. We kunnen maximaal honderd jaar leven. We leven geen honderd jaar, maar toch, de limiet is honderd jaar. Kijk, nu, honderd jaar ... In India is de gemiddelde leeftijd nu ongeveer vijfendertig jaar. In jullie land zeggen ze zeventig jaar? Het vermindert. En het zal zo verminderen dat als een man leeft voor twintig tot dertig jaar, dan zal hij als een oude man worden beschouwd, in dit tijdperk, Kali-yuga. Ayuh, de levensduur, zal verminderen.
:''tataś cānu-dinaṁ dharmaḥ''
:''satyaṁ śaucaṁ kṣamā dayā''
:''kālena balinā rājan''
:''naṅkṣyaty āyur balaṁ smṛtiḥ''
: ([[Vanisource:SB 12.2.1|SB 12.2.1]])
 
Deze beschrijving van Kali-''yuga'' staat in het Śrīmad-Bhāgavatam. Dit heet ''śāstra''. Het Śrīmad-Bhāgavatam werd vijfduizend jaar geleden geschreven toen Kali-''yuga'' begon. Nu, wat er in de toekomst zal gebeuren staat er allemaal in. ''Śāstra'' betekent; "wat is", daarom accepteren we de ''śāstra''. ''Tri-kāla-jña''. De ''śāstrakāra'' of de samensteller van de ''śāstra'' moet een bevrijd persoon zijn zodat hij verleden, heden en toekomst kan beschrijven. In het Śrīmad-Bhāgavatam vindt je zoveel dingen die in de toekomst zouden gebeuren. Zoals in het Śrīmad-Bhāgavatam de verschijning van Heer Boeddha vermeld wordt, en net zo is de verschijning van Heer Kalki vermeld. Er is de vermelding van de verschijning van Heer Caitanya hoewel het vijfduizend jaar geleden geschreven werd. ''Tri-kāla-jña''. Ze weten wat verleden, heden en toekomst is.
 
Dus over het bespreken van Kali-''yuga'', Śukadeva Gosvāmī beschrijft de belangrijkste kenmerken van dit tijdperk. Het eerste kenmerk dat hij zegt; ''tataś ca anu-dinam''. Met de voortgang van dit tijdperk, Kali-''yuga'', ''dharma'', religieuze principes; ''satyam'', waarheidslievendheid; ''śaucam'', reinheid; ''kṣamā'', vergevingsgezinsheid; ''dayā'', barmhartigheid; ''āyuḥ'', levensduur; ''balam'', lichamelijke kracht; ''smṛtiḥ'', geheugen ... Tel eens hoeveel. ''Dharmah, satyam, śaucam, kṣamā, dayā, āyuḥ, balam, smṛti'', acht. Deze dingen zullen geleidelijk tot nul verminderen, bijna niets.  
 
Nu, zoals ik vertelde, Kali-''yuga'' ... In andere ''yuga's'' ... Satya-''yuga'' duurde 1.800.000 jaar. En de mens werd in die tijd 100.000 jaar oud. Het volgende tijdperk duurde 1.200.000 jaar en de mensen leefde voor 10.000 jaar. Tien keer minder. Het volgende tijdperk, Dvāpara-''yuga'', weer tien keer minder. Toch leefde men nog 1000 jaar en dat tijdperk duurde 800.000 jaar. Nu, het volgende tijdperk, dit Kali-''yuga'', de limiet is 100 jaar. We kunnen hoogstens tot honderd jaar leven. We leven geen 100 jaar, maar toch, de limiet is 100 jaar. Dus kijk aan, nu, van 100 jaar ... In India is de gemiddelde leeftijd nu ongeveer 35 jaar. In jullie land zeggen ze 70 jaar? Dus het vermindert. En het zal zo verminderen dat als iemand 20 tot 30 jaar leeft, dan zal hij als een oude man worden beschouwd in dit tijdperk, Kali-''yuga''. Dus ''āyuḥ'', de levensduur, zal verminderen.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:05, 25 July 2021



731224 - Lecture SB 01.15.46 - Los Angeles

Gisteren bespraken we over het Kali-yuga. Het meest gevallen tijdperk. De mensen zijn erg gedegradeerd. Dus de berekening is dat vijfenzeventig procent goddeloosheid en vijfentwintig procent religie in vergelijking met andere tijdperken. Maar deze vijfentwintig procent religieus leven zal ook verminderen.

Voordat ik dit vers uitleg zal ik jullie een verwijzing geven naar een paar kenmerken van dit tijdperk. Dit wordt ook uitgelegd in het Śrīmad-Bhāgavatam, twaalfde canto, derde hoofdstuk. We hebben dit nog niet gepubliceerd dus ik lees de verwijzing. Anyonyato rājabhiś ca kṣayaṁ yāsyanti pīḍitāḥ (SB 12.1.41).

Het is beschreven in het tweede hoofdstuk, twaalfde canto, Śrīmad-Bhāgavatam.

tataś cānu-dinaṁ dharmaḥ
satyaṁ śaucaṁ kṣamā dayā
kālena balinā rājan
naṅkṣyaty āyur balaṁ smṛtiḥ
(SB 12.2.1)

Deze beschrijving van Kali-yuga staat in het Śrīmad-Bhāgavatam. Dit heet śāstra. Het Śrīmad-Bhāgavatam werd vijfduizend jaar geleden geschreven toen Kali-yuga begon. Nu, wat er in de toekomst zal gebeuren staat er allemaal in. Śāstra betekent; "wat is", daarom accepteren we de śāstra. Tri-kāla-jña. De śāstrakāra of de samensteller van de śāstra moet een bevrijd persoon zijn zodat hij verleden, heden en toekomst kan beschrijven. In het Śrīmad-Bhāgavatam vindt je zoveel dingen die in de toekomst zouden gebeuren. Zoals in het Śrīmad-Bhāgavatam de verschijning van Heer Boeddha vermeld wordt, en net zo is de verschijning van Heer Kalki vermeld. Er is de vermelding van de verschijning van Heer Caitanya hoewel het vijfduizend jaar geleden geschreven werd. Tri-kāla-jña. Ze weten wat verleden, heden en toekomst is.

Dus over het bespreken van Kali-yuga, Śukadeva Gosvāmī beschrijft de belangrijkste kenmerken van dit tijdperk. Het eerste kenmerk dat hij zegt; tataś ca anu-dinam. Met de voortgang van dit tijdperk, Kali-yuga, dharma, religieuze principes; satyam, waarheidslievendheid; śaucam, reinheid; kṣamā, vergevingsgezinsheid; dayā, barmhartigheid; āyuḥ, levensduur; balam, lichamelijke kracht; smṛtiḥ, geheugen ... Tel eens hoeveel. Dharmah, satyam, śaucam, kṣamā, dayā, āyuḥ, balam, smṛti, acht. Deze dingen zullen geleidelijk tot nul verminderen, bijna niets.

Nu, zoals ik vertelde, Kali-yuga ... In andere yuga's ... Satya-yuga duurde 1.800.000 jaar. En de mens werd in die tijd 100.000 jaar oud. Het volgende tijdperk duurde 1.200.000 jaar en de mensen leefde voor 10.000 jaar. Tien keer minder. Het volgende tijdperk, Dvāpara-yuga, weer tien keer minder. Toch leefde men nog 1000 jaar en dat tijdperk duurde 800.000 jaar. Nu, het volgende tijdperk, dit Kali-yuga, de limiet is 100 jaar. We kunnen hoogstens tot honderd jaar leven. We leven geen 100 jaar, maar toch, de limiet is 100 jaar. Dus kijk aan, nu, van 100 jaar ... In India is de gemiddelde leeftijd nu ongeveer 35 jaar. In jullie land zeggen ze 70 jaar? Dus het vermindert. En het zal zo verminderen dat als iemand 20 tot 30 jaar leeft, dan zal hij als een oude man worden beschouwd in dit tijdperk, Kali-yuga. Dus āyuḥ, de levensduur, zal verminderen.