NL/Prabhupada 0856 - De spirituele ziel is net zo goed een persoon als ook God een persoon is

Revision as of 13:14, 3 April 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0856 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

740327 - Conversation - Bombay

Prabhupāda: Dus in het begin, vóór de schepping, bestaat God al; en na de schepping, wanneer de schepping wordt vernietigd, zal Hij blijven bestaan. Dit heet Transcendentale positie.

Pañcadraviḍa: Commentaar: De positie van de Heer is altijd transcendentaal, omdat de causale en krachtdadige energieën die nodig zijn voor het creëren ..... (break)

Prabhupāda: ... voordat dit shirt (energie lichaam) geschapen werd, was er enkel het onpersoonlijke. Er was geen hand, er was geen nek, was er geen lichaam. Hetzelfde shirt (energie lichaam). Maar de kleermaker, op maat van het lichaam, maakte een bedekking van deze hand en zie nu, hoe het eruit ziet als een hand. Deze bekleding van de borst ziet eruit als een borst. Daarom is het onpersoonlijke: de stof, de bekleding. Anderzijds is de ziel een persoon. Net als dat je naar de kleermaker gaat, afhankelijk van uw lichaam, zal hij op maat een jas samenstellen. Het ingrediënt van deze jas, de vacht, het doek, dat is onpersoonlijk. Maar het is gemaakt in de vorm van een persoon, die de persoon bedekt. Met andere woorden, de ziel is in gelijke mate persoonlijk zoals God is ook een persoon is. Onpersoonlijk betekent (hier) de bedekking. Probeer het te begrijpen. De bekleding is onpersoonlijk, en is niet het levende wezen. Hij is bedekt. Hij is niet onpersoonlijk. Hij is een mens. Heel eenvoudig voorbeeld: De vacht, shirt, is onpersoonlijk, maar de man die het katoen aantrekt, hij is niet onpersoonlijk. Hij is mens. Dus hoe kan God onpersoonlijk zijn? De materiële energie is onpersoonlijk. Dat is verklaarbaar ... ... dit wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā als,

mayā tatam idaṁ sarvaṁ
jagad avyakta-mūrtinā
(BG 9.4)

Dit Jagad is Avyakta, onpersoonlijk. Dat is ook de energie van Kṛṣṇa. Daarom zei Hij: "Ik ben uitgebreid tot in de onpersoonlijke vorm." Dat onpersoonlijke aspect is ook Kṛṣṇa's energie. Dus de materiele bekleding is onpersoonlijk, maar de geest ziel of Superziel is persoonlijk. Hebt u een vraag over dit, is het zeer ingewikkelde kwestie, anyone? Als er moeilijkheden zijn dit te begrijpen? (pauze)

Bhava-bhūti:... want ik heb zo veel van deze zogenaamde yogi's in het Engels gehoord over de Gita of andere zaken, maar ze kunnen het niet uitleggen, ze hebben zelfs geen flauw vermoeden...

Prabhupāda: Nee, nee, hoe kunnen ze het uitleggen?

Bhava-bhūti: Ze hebben geen flauw vermoeden.

Prabhupāda: Ze kunnen niet eens Bhagavad-gītā begrijpen. Ze hebben geen kwalificatie.

Bhava-bhūti: Ze hebben geen begrip.

Prabhupāda: Hun spreekstijl over de Bhagavad-gītā is kunstmatig.

Bhava-bhūti: Ja.

Prabhupāda: Ze kunnen niet spreken, vanwege de nodige kwalificatie, want het staat in de Bhagavad, bhakto 'si. Men moet een toegewijde zijn, dan kan hij begrijpen wat de Bhagavad-gītā is.

Bhava-bhūti: Zelfs in Māyāpur, toen we naar die keer naar Śrīdhara Svāmī"s asrama gingen, en hij sprak iets in het Engels, een andere man sprak in het Engels. Ze kunnen het niet uitleggen zoals U, Śrīla Prabhupāda. U bent de enige, dat wanneer u spreekt deze kennis, onmiddellijk het oor naar het hart voert, en dan wordt het gerealiseerd.

Prabhupāda: Misschien (lacht).

Indiase man: Jaya. (Hindi).

Prabhupāda: Hare Kṛṣṇa. Viśākhā denk je dat ook zo?

Viśākhā: Zonder twijfel.

Prabhupāda: (lachend) Hare Kṛṣṇa!