NL/Prabhupada 0879 - Nederigheid is heel goed in toegewijde dienst

Revision as of 13:55, 24 January 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0879 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

730412 - Lecture SB 01.08.20 - New York

Śrī Chaitanya Mahāprabhu zei:

pṛthivīte āche yata nagarādi grāma
sarvatra pracāra haibe mora nāma
(CB Antya-khaṇḍa 4.126)

In elke stad, dorp van de wereld, zal zijn cultus worden gepredikt. Wat is zijn cultus? Betekent dit dat de Europeanen en de Amerikanen geen brāhmaṇa zullen worden? Omdat Vaiṣṇava cult betekent voorbij Brahmanisme, voorbij Brahmanisme.

māṁ ca yo 'vyabhicāreṇa
bhakti-yogena sevate
sa guṇān samatītyaitān
brahma-bhūyāya kalpate
(BG 14.26)

Hij, bhakti-yoga... Iemand die tot bhakti-yoga komt, Hij komt onmiddellijk tot het transcendentale platform, brahma-bhūta (SB 4.30.20). Wat te spreken van brāhmaṇa? En dit stereotype, kreupele idee heeft de Vedische beschaving gedood. Nu zijn we het weer aan het herleven. Het is bedoeld voor iedereen. Kṛṣṇa zegt:

māṁ hi pārtha vyapāśritya
ye 'pi syuḥ pāpa-yonayaḥ
striyo śūdrās tathā vaiśyās
te 'pi yānti parāṁ gatim
(BG 9.32)

zegt Kṛṣṇa. Hoewel we gewoonlijk striya nemen, betekent vrouwen, śūdra en vaiśya in de lagere klasse rang, maar wanneer men een toegewijde wordt, de... Hij of zij zijn niet meer in de lagere rang. Te 'pi yānti parāṁ gatim. De toegewijde dienst is zo mooi dat iedereen... Gewoonlijk worden vrouwen als minder intelligent gezien; śūdra wordt als minder intelligent gezien; vaiśya wordt als minder intelligent gezien. Maar als hij tot het Krsna bewustzijn komt, hij is de meest intelligente. Kṛṣṇa yei bhaje sei baḍa catura. Dit is de verklaring in de Caitanya-caritāmṛta. Iedereen die tot het Kṛṣṇa-bewustzijn is gekomen, hij is de meest intelligente. En Chaitanya Mahāprabhu zegt: guru-kṛṣṇa-kṛpāya pāya bhakti-latā-bīja (CC Madhya 19.151), kona bhāgyavān jīva. Ei rūpe brahmāṇḍa bhramite kona bhāgyavān jīva. Het Kṛṣṇa-bewustzijn is niet voor de ellendige, ongelukkige klasse van mannen. Nee. Het is bedoeld voor de meest gelukkige man. Iedereen die tot het Kṛṣṇa-bewustzijn is gekomen wordt als de meest gelukkige man beschouwd omdat hij de lijn van de actie heeft hoe zijn leven perfect zal zijn.

Daarom is iedereen die in Kṛṣṇa-bewustzijn is en de plichten mooi uitvoert, Hij is de meest gelukkige man, meest perfecte man. Dat wil zeggen, Kuntīdevī dient nederig in. Hoewel het een vrouwelijk lichaam is, ze is een toegewijde. Ze is niet zoals de gewone vrouw, minder intelligent. Ze is de meest... Ze heeft erkend dat Kṛṣṇa, dat Kṛṣṇa de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods is. "Hoewel Hij tot mij gekomen is, materieel, zoals mijn neef, om mij respect te bieden, maar Hij is de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods." Daarom zegt ze in het voorgaande vers, alakṣyaṁ sarva-bhūtānām antar bahir avasthitam: (SB 1.8.18) "U wordt niet gezien door de gewone man, maar U bent binnen en buiten." In een ander vers ook, na lakṣyase mūḍha-dṛśā: (SB 1.8.19) "Dwazen en schurken kunnen U niet zien." Dat betekent, Kuntī ziet Hem. Tenzij ze Kṛṣṇa ziet zoals Hij is, hoe kan ze zeggen, mūḍha-dṛśā na lakṣyase? En ze zegt, prakṛteḥ param: "U bent transcendentaal aan deze materiële schepping".

Dus ook hier vervolgt ze haar nederigheid. Deze nederigheid is zeer goed in toegewijde dienst. Daarom Caitanya, Śrī Kṛṣṇa Chaitanya Mahāprabhu leert ons: tṛṇād api sunīcena taror api sahiṣṇunā. Men moet toleranter zijn dan de bomen en nederiger dan het gras, om vooruitgang te boeken in het spirituele leven. Omdat er zo veel verstoringen zullen zijn. Omdat māyā... We leven... Net alsof we in de oceaan zijn. Dus je kunt geen erg vredelievende situatie verwachten in de oceaan. Het moet altijd kantelen, wat wordt genoemd, kantelen, kantelen. Ook, zelfs een groot schip, het is ook niet een erg gefixeerde positie. Op elk moment kunnen er tumultueuze golven zijn. Dus in deze materiële wereld moet je altijd gevaar verwachten. Je kunt niet echt een vreedzaam leven verwachten in deze materiële wereld. Padaṁ padaṁ yad vipadām (SB 10.14.58). Śāstra zegt met elke stap is er gevaar. Maar als je een toegewijde wordt, dan ontsnap je. Māyām etāṁ taranti te (BG 7.14).