NL/Prabhupada 0881 - Hoewel de Allerhoogste Persoon onzichtbaar is, nu is Hij als Krishna verschenen om zichtbaar te zijn: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0880 - Ben je met Krishna-bewustzijn begonnen om Krishna te storen of ben je werkelijk serieus|0880|NL/Prabhupada 0882 - Krishna is erg bezorgd om je terug naar huis terug naar God te brengen maar wij zijn koppig|0882}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 17: Line 20:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|MRAb6ZSyptk|Alhoewel de Opperste Persoon onzichtbaar is, is Hij nu gekomen om zichtbaar te zijn, Krsna<br />- Prabhupāda 0881}}
{{youtube_right|MRAb6ZSyptk|Hoewel de Allerhoogste Persoon onzichtbaar is, nu is Hij als Krishna verschenen om zichtbaar te zijn<br />- Prabhupāda 0881}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:730413SB-NEW_YORK_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730413SB-NEW_YORK_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Vertaling: "Laat mij daarom mijn respectvolle eerbetuigingen aan de Heer aanbieden, Die de zoon van Vasudeva is geworden, het plezier van Devakī, de jongen van Nanda en de andere koeherders van Vṛndāvana, en de oppepper van de koeien en zintuigen."  
Pradyumna: vertaling: "Laat mij daarom mijn respectvolle eerbetuigingen aan de Heer aanbieden die de zoon van Vasudeva is geworden, het plezier van Devakī, de jongen van Nanda en de andere koeherders van Vṛndāvana en de stimulans van de koeien en de zintuigen." ([[Vanisource:SB 1.8.21|SB 1.8.21]])


Prabhupāda: Dus in het begin zei Kuntīdevī dat namasye puruṣaṁ tvādyam īśvaraṁ prakṛteḥ param: ([[Vanisource:SB 1.8.18|SB 1.8.18]]). "Ik bied mijn eerbetuigingen aan de persoon, puruṣam, Die prakṛteḥ param is, Die buiten deze materiële manifestatie is." Kṛṣṇa is een complete spirituele ziel, Superziel. Hij heeft geen materieel lichaam. Dus in het begin gaf Kuntīdevī ons dit begrip dat God, de Opperste Puruṣa ... Puruṣa betekent persoon. Hij is niet onpersoonlijk. Puruṣa. Maar Hij is geen puruṣa van deze materiële wereld, geen persoonlijkheid van deze materiële schepping. Dat dient begrepen te worden. De impersonalisten kunnen het niet met hun beperkte kennis bevatten hoe de Opperste Absolute Waarheid een persoon kan worden, omdat wanneer ze aan 'persoon' denken, denken ze aan iemand van deze materiële wereld. Dat is hun gebrek. Dus ze hebben een beperkte kennis. Waarom zou God een persoon van deze materiële wereld moeten zijn? Dus dat werd duidelijk in het begin. Prakṛteḥ param, buiten deze materiële schepping, maar Hij is een persoon.  
Prabhupāda: Dus in het begin zei Kuntīdevī dat; ''namasye puruṣaṁ tvādyam īśvaraṁ prakṛteḥ param'' ([[Vanisource:SB 1.8.18|SB 1.8.18]]): "Ik bied mijn eerbetuigingen aan de Persoon, ''puruṣam'', die ''prakṛteḥ param'' is, die buiten deze materiële manifestatie is." Kṛṣṇa is de complete spirituele ziel, Superziel. Hij heeft geen materieel lichaam. Dus in het begin gaf Kuntīdevī ons het inzicht dat God, de allerhoogste ''puruṣa'' ... ''Puruṣa'' betekent persoon. Hij is niet onpersoonlijk. ''Puruṣa''. Maar Hij is geen ''puruṣa'' van deze materiële wereld, geen persoonlijkheid van deze materiële schepping. Dat moet begrepen worden. De impersonalisten kunnen met hun beperkte kennis niet bevatten hoe de Allerhoogste Absolute Waarheid een persoon kan worden, omdat wanneer ze aan 'persoon' denken dan denken ze aan iemand van deze materiële wereld. Dat is hun gebrek. Dus ze hebben een beperkte kennis. Waarom zou God een persoon van deze materiële wereld moeten zijn? Dus dat werd duidelijk in het begin. ''Prakṛteḥ param'' ([[Vanisource:SB 1.8.18|SB 1.8.18]]), buiten deze materiële schepping, maar Hij is een persoon.  


Dus nu is die persoonlijkheid, alhoewel alakṣyam, onzichtbaar, nu, door de genade van Kuntī, kunnen we begrijpen dat alhoewel de Opperste Persoon onzichtbaar is, is Hij nu verschenen om zichtbaar te zijn, Kṛṣṇa. Daarom zegt ze: kṛṣṇāya vāsudevāya ([[Vanisource:SB 1.8.21|SB 1.8.21]]). Vāsudeva realisatie. Soms hebben de impersonalisten vāsudeva realisatie, dat betekent: alles doordringend. Dus Kuntīdevī wijst erop: "Dat Vāsudeva is Kṛṣṇa, alles doordringend." Kṛṣṇa, door zijn Vāsudeva eigenschap, is Hij alles doordringend. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati ([[Vanisource:BG 18.61|BG 18.61]]). Deze eigenschap van Kṛṣṇa ... Kṛṣṇa, de Oorspronkelijke Persoon, heeft drie eigenschappen: de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en de alles doordringende Paramātmā, Superziel en de onpersoonlijke Brahman uitstraling. Dus degenen die geïnteresseerd zijn in bhakti-yoga, hebben niets te maken met de onpersoonlijke Brahman uitstraling. Dat is voor de gewone mens. Net zoals je kan proberen te begrijpen: zij die inwoners van de zon zijn, wat hebben die te maken met de zonneschijn? Dat is een heel onbetekenend iets voor hun, zonneschijn. Net zo zijn degenen die in het spirituele leven gevorderd zijn, die zijn geïnteresseerd in de persoon, Puruṣam, Vāsudeva. Puruṣam. Die realisatie vindt plaats, zoals staat in de Bhagavad-gītā, na vele, vele geboorten. Bahūnāṁ janmanām ante ([[Vanisource:BG 7.19|BG 7.19]]): aan het einde van vele, vele geboorten. Deze impersonalisten die sterk gehecht zijn aan de brahman-uitstraling, zulke personen worden jñānīs genoemd. Ze proberen de Absolute Waarheid te begrijpen met behulp van hun kennis, maar ze weten niet dat hun kennis heel onvolmaakt en beperkt is. En Kṛṣṇa, de Absolute Waarheid, is onbeperkt.  
Dus nu is die persoonlijkheid, hoewel ''alakṣyam'', onzichtbaar ... Nu kunnen we door de genade van Kuntī begrijpen dat hoewel de Allerhoogste Persoon onzichtbaar is, nu is Hij als Kṛṣṇa verschenen om zichtbaar te zijn. Daarom zegt ze; ''kṛṣṇāya vāsudevāya'' ([[Vanisource:SB 1.8.21|SB 1.8.21]]). ''Vāsudeva'' opvatting. Soms hebben de impersonalisten ''vāsudeva'' opvatting, dat betekent alles doordringend. Dus Kuntīdevī geeft aan: "Die Vāsudeva is Kṛṣṇa, alles doordringend." Kṛṣṇa is met zijn ''Vāsudeva'' eigenschap alles doordringend. ''Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati'' ([[NL/BG 18.61|BG 18.61]]).  
 
Deze eigenschap van Kṛṣṇa ... Kṛṣṇa, de Oorspronkelijke Persoon, heeft drie kenmerken; de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en de alles doordringende ''Paramātmā'', Superziel en de onpersoonlijke Brahman uitstraling. Dus degenen die geïnteresseerd zijn in ''bhakti-yoga'' hebben niets te doen met de onpersoonlijke ''Brahman''-uitstraling. Dat is voor de gewone mens. Net zoals je kan proberen te begrijpen dat degenen die inwoners van de zon zijn, wat hebben die te doen met de zonneschijn? Zonneschijn is een heel onbetekenend iets voor hun. Net zo zijn degenen die gevorderd zijn in spiritueel leven geïnteresseerd in de Persoon, ''Puruṣam'', Vāsudeva. Die realisatie vindt plaats, zoals in de Bhagavad-gītā staat, na vele geboortes. ''Bahūnāṁ janmanām ante'' ([[NL/BG 7.19|BG 7.19]]); aan het eind van vele geboortes. De impersonalisten die sterk gehecht zijn aan de ''brahman''-uitstraling, zulke mensen worden ''jñānīs'' genoemd. Zij proberen de Absolute Waarheid te begrijpen met behulp van hun kennis, maar ze weten niet dat hun kennis heel onvolmaakt en beperkt is. En Kṛṣṇa, de Absolute Waarheid, is onbeperkt.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:06, 28 August 2021



730413 - Lecture SB 01.08.21 - New York

Pradyumna: vertaling: "Laat mij daarom mijn respectvolle eerbetuigingen aan de Heer aanbieden die de zoon van Vasudeva is geworden, het plezier van Devakī, de jongen van Nanda en de andere koeherders van Vṛndāvana en de stimulans van de koeien en de zintuigen." (SB 1.8.21)

Prabhupāda: Dus in het begin zei Kuntīdevī dat; namasye puruṣaṁ tvādyam īśvaraṁ prakṛteḥ param (SB 1.8.18): "Ik bied mijn eerbetuigingen aan de Persoon, puruṣam, die prakṛteḥ param is, die buiten deze materiële manifestatie is." Kṛṣṇa is de complete spirituele ziel, Superziel. Hij heeft geen materieel lichaam. Dus in het begin gaf Kuntīdevī ons het inzicht dat God, de allerhoogste puruṣa ... Puruṣa betekent persoon. Hij is niet onpersoonlijk. Puruṣa. Maar Hij is geen puruṣa van deze materiële wereld, geen persoonlijkheid van deze materiële schepping. Dat moet begrepen worden. De impersonalisten kunnen met hun beperkte kennis niet bevatten hoe de Allerhoogste Absolute Waarheid een persoon kan worden, omdat wanneer ze aan 'persoon' denken dan denken ze aan iemand van deze materiële wereld. Dat is hun gebrek. Dus ze hebben een beperkte kennis. Waarom zou God een persoon van deze materiële wereld moeten zijn? Dus dat werd duidelijk in het begin. Prakṛteḥ param (SB 1.8.18), buiten deze materiële schepping, maar Hij is een persoon.

Dus nu is die persoonlijkheid, hoewel alakṣyam, onzichtbaar ... Nu kunnen we door de genade van Kuntī begrijpen dat hoewel de Allerhoogste Persoon onzichtbaar is, nu is Hij als Kṛṣṇa verschenen om zichtbaar te zijn. Daarom zegt ze; kṛṣṇāya vāsudevāya (SB 1.8.21). Vāsudeva opvatting. Soms hebben de impersonalisten vāsudeva opvatting, dat betekent alles doordringend. Dus Kuntīdevī geeft aan: "Die Vāsudeva is Kṛṣṇa, alles doordringend." Kṛṣṇa is met zijn Vāsudeva eigenschap alles doordringend. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati (BG 18.61).

Deze eigenschap van Kṛṣṇa ... Kṛṣṇa, de Oorspronkelijke Persoon, heeft drie kenmerken; de Allerhoogste Persoonlijkheid Gods en de alles doordringende Paramātmā, Superziel en de onpersoonlijke Brahman uitstraling. Dus degenen die geïnteresseerd zijn in bhakti-yoga hebben niets te doen met de onpersoonlijke Brahman-uitstraling. Dat is voor de gewone mens. Net zoals je kan proberen te begrijpen dat degenen die inwoners van de zon zijn, wat hebben die te doen met de zonneschijn? Zonneschijn is een heel onbetekenend iets voor hun. Net zo zijn degenen die gevorderd zijn in spiritueel leven geïnteresseerd in de Persoon, Puruṣam, Vāsudeva. Die realisatie vindt plaats, zoals in de Bhagavad-gītā staat, na vele geboortes. Bahūnāṁ janmanām ante (BG 7.19); aan het eind van vele geboortes. De impersonalisten die sterk gehecht zijn aan de brahman-uitstraling, zulke mensen worden jñānīs genoemd. Zij proberen de Absolute Waarheid te begrijpen met behulp van hun kennis, maar ze weten niet dat hun kennis heel onvolmaakt en beperkt is. En Kṛṣṇa, de Absolute Waarheid, is onbeperkt.