NL/Prabhupada 0893 - Dat is het innerlijke voornemen van iedereen. Niemand wil werken: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0892 - Als je faalt in de instructies, hoe kan je dan eeuwig dienaar blijven?|0892|NL/Prabhupada 0894 - De plicht moet gedaan worden. Ook al is het een beetje lijden. Dat heet tapasya|0894}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 21: Line 24:


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>File:730417SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730417SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Toegewijde: vertaling: "Ik wens dat alle moeilijkheden steeds opnieuw en opnieuw gebeuren zodat we U steeds opnieuw en opnieuw kunnen zien, om te zien bedoelt U dat we dan niet langer geboorte en dood onder ogen zien."  
Toegewijde: Vertaling: "Ik wens dat al die moeilijkheden steeds opnieuw gebeuren zodat we U steeds opnieuw kunnen zien. Want U zien betekent dat we niet langer herhaalde geboorte en dood zien." ([[Vanisource:SB 1.8.25|SB 1.8.25]])


Prabhupāda: Kijk eens aan dat is een interessante vers, die vipada, moeilijkheden, gevaar, dat is zeer goed als zo'n gevaar en moeilijkheden me doen herinneren aan Kṛṣṇa. Dat is zeer goed. Tat te 'nukampāṁ su-samīkṣamāṇo bhuñjāna evātma-kṛtaṁ vipākam ([[Vanisource:SB 10.14.8|SB 10.14.8]]). Een toegewijde, hoe krijgt hij een gevaarlijke positie? Gevaar moet er zijn. Gevaar... Omdat deze plaats, deze materiele wereld is vol van gevaar. Deze dwaze mensen, zij weten dat niet. Ze proberen het gevaar te ontwijken. Dat is de strijd om het bestaan. Iedereen probeert om gelukkig te zijn en ontwijkt gevaar. Dat is de stoffelijke ommegang. Ātyantika-sukham. Ātyantika-sukham. Allerhoogste gelukzaligheid. De mensen werken en denken: "Laat me nu hard werken, en laat me een groot bank salaris hebben zodat wanneer ik oud ben, ik er van kan genieten zonder nog te moeten werken." Dat is de innerlijke intenties van iedereen. Niemand wil werken. Vanaf ze genoeg geld hebben willen ze stoppen met werken en zo gelukkig worden. Maar dat is niet mogelijk. Je kan niet gelukkig worden door deze weg te volgen.  
Prabhupāda: Dus dat is heel een interessant vers, dat ''vipada'', moeilijkheden, gevaar ... Het is heel goed als zulk gevaar en moeilijkheden me aan Kṛṣṇa doen denken. Dat is heel goed. ''Tat te 'nukampāṁ su-samīkṣamāṇo bhuñjāna evātma-kṛtaṁ vipākam'' ([[Vanisource:SB 10.14.8|SB 10.14.8]]). Hoe komt een toegewijde in een gevaarlijke positie? Gevaar moet er zijn. Want deze materiële wereld is vol met gevaren. Deze domme mensen weten dat niet. Ze proberen de gevaren te ontwijken. Dat is de strijd om het bestaan.  


Hier staat het: apunar bhava-darśanam ([[Vanisource:SB 1.8.25|SB 1.8.25]]). Het echte gevaar is...
Iedereen probeert om gelukkig te worden en gevaar te ontwijken. Dit is de materiële activiteit. ''Ātyantika-sukham''. Allerhoogste geluk. Iemand werkt en denkt: "Laat me nu heel hard werken en laat me een vette bankrekening hebben zodat wanneer ik oud ben ik van het leven kan genieten zonder te werken." Dat is de innerlijke intentie van iedereen. Niemand wil werken. Zodra hij wat geld heeft wil hij stoppen met werken om gelukkig te worden. Maar dat is niet mogelijk. Je kan niet gelukkig zijn op die manier.  


Zij spreekt over apunaḥ. Apunaḥ betekent... A betekent niet, en punar bhava betekent herhaling van geboorte en dood. Het echte gevaar is herhaling van geboorte en dood. Dat is wat gestopt moet worden. En niet dit zo genoemde gevaar. Dat is alles... De materiele wereld is vol van gevaar. Padaṁ padaṁ yad vipadām ([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]]). Net zoals je op de oceaan bent. Als je op de oceaan bent, je kunt misschien een sterk schip hebben, een erg veilig schip, maar dat is eigenlijk niet veilig. Dit omdat je op zee bent, op ieder moment kan er gevaar zijn. Misschien herinner je je wel van in je eigen land, er was eens dat schip, wat was dat?  
Hier staat; ''apunar bhava-darśanam'' ([[Vanisource:SB 1.8.25|SB 1.8.25]]). Ze praat over ''apunaḥ''. ''Apunaḥ'' betekent ... ''A'' betekent niet en ''punar bhava'' betekent herhaling van geboorte en dood. Het echte gevaar is herhaling van geboorte en dood. Dat moet gestopt worden. En niet dit zo genaamde gevaar. De materiële wereld is vol gevaren. ''Padaṁ padaṁ yad vipadām'' ([[Vanisource:SB 10.14.58|SB 10.14.58]]).  
 
Net als wanneer je op de oceaan bent. Als je op de oceaan bent kan je een heel sterk veilig schip hebben maar dat is geen veiligheid. Omdat je op zee bent kan er op elk moment gevaar zijn. Misschien herinner je van je eigen land dat er de, wat was het, Titanic?


Toegewijde: Titanic.  
Toegewijde: Titanic.  


Prabhupāda: Alles was veilig, maar op zijn eerste reis zonk het, en alle belangrijke mensen van uw land, verloren hun leven. Gevaar moet er dus zijn dit omdat je verblijft in een gevaarlijke positie . Deze materiele wereld op zichzelf is een gevaarlijke positie. Onze zaken zijn dus... Dat er gevaar moet zijn. Nu moeten we onze aandacht schenken aan het feit dat we de oceaan -materiele wereld- zo snel mogelijk moeten oversteken. Zo lang je op de zee bent, ben je in groot gevaar. Hoe sterk je schip ook mag zijn. Dat is een feit. Je mag dus niet gestoord worden door de golven van de zee. Probeer gewoon de oceaan over te steken. Ga naar de andere kant. Dat zijn uw plichten. Bekijk het zo, zolang we in deze materiele wereld zijn, moeten er gevaarlijke moeilijkheden zijn dit omdat de wereld zo is. Dus onze dagdagelijkse zaken, zelfs met deze moeilijkheden blijft het gevaarlijk, we moeten ons Kṛṣṇa bewustzijn ontwikkelen, en achter het opgeven van ons lichaam, gaan we terug naar huis, terug naar Kṛṣṇa. Dat is onze plicht. We moeten niet verstoord worden door die zogenaamde moeilijkheden. Ze zijn niet zogenaamd; ze zijn een feit.
Prabhupāda: Alles was veilig maar op de eerste reis verdronk het en allemaal belangrijke mensen van jullie land verloren hun leven. Dus gevaar moet er zijn omdat je in een gevaarlijke positie zit. Deze materiële wereld is zelf een gevaarlijke positie. Dat gevaar moet er zijn. Nu moet het onze zaak zijn hoe we zo snel mogelijk de zee kunnen oversteken. Zolang je op zee bent, ben je in een gevaarlijke positie. Hoe sterk je schip ook mag zijn. Dat is een feit. Dus je hoeft niet verstoord te worden door de golven van de zee. Probeer gewoon de zee over te steken. Ga naar de andere kant. Dat is je taak.  
 
Net zo, zolang we in deze materiele wereld zijn moeten er gevaarlijke moeilijkheden zijn omdat dit de plek van moeilijkheden is. Dus onze taak is, zelfs met deze moeilijkheden en gevaren, hoe ons Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen en na het opgeven van dit lichaam gaan we terug naar huis terug naar Kṛṣṇa. Dat moet onze bezigheid zijn. We moeten niet verstoord worden door de zogenaamde moeilijkheden. Ze zijn niet zogenaamd, ze zijn echt.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:04, 10 September 2021



730417 - Lecture SB 01.08.25 - Los Angeles

Toegewijde: Vertaling: "Ik wens dat al die moeilijkheden steeds opnieuw gebeuren zodat we U steeds opnieuw kunnen zien. Want U zien betekent dat we niet langer herhaalde geboorte en dood zien." (SB 1.8.25)

Prabhupāda: Dus dat is heel een interessant vers, dat vipada, moeilijkheden, gevaar ... Het is heel goed als zulk gevaar en moeilijkheden me aan Kṛṣṇa doen denken. Dat is heel goed. Tat te 'nukampāṁ su-samīkṣamāṇo bhuñjāna evātma-kṛtaṁ vipākam (SB 10.14.8). Hoe komt een toegewijde in een gevaarlijke positie? Gevaar moet er zijn. Want deze materiële wereld is vol met gevaren. Deze domme mensen weten dat niet. Ze proberen de gevaren te ontwijken. Dat is de strijd om het bestaan.

Iedereen probeert om gelukkig te worden en gevaar te ontwijken. Dit is de materiële activiteit. Ātyantika-sukham. Allerhoogste geluk. Iemand werkt en denkt: "Laat me nu heel hard werken en laat me een vette bankrekening hebben zodat wanneer ik oud ben ik van het leven kan genieten zonder te werken." Dat is de innerlijke intentie van iedereen. Niemand wil werken. Zodra hij wat geld heeft wil hij stoppen met werken om gelukkig te worden. Maar dat is niet mogelijk. Je kan niet gelukkig zijn op die manier.

Hier staat; apunar bhava-darśanam (SB 1.8.25). Ze praat over apunaḥ. Apunaḥ betekent ... A betekent niet en punar bhava betekent herhaling van geboorte en dood. Het echte gevaar is herhaling van geboorte en dood. Dat moet gestopt worden. En niet dit zo genaamde gevaar. De materiële wereld is vol gevaren. Padaṁ padaṁ yad vipadām (SB 10.14.58).

Net als wanneer je op de oceaan bent. Als je op de oceaan bent kan je een heel sterk veilig schip hebben maar dat is geen veiligheid. Omdat je op zee bent kan er op elk moment gevaar zijn. Misschien herinner je van je eigen land dat er de, wat was het, Titanic?

Toegewijde: Titanic.

Prabhupāda: Alles was veilig maar op de eerste reis verdronk het en allemaal belangrijke mensen van jullie land verloren hun leven. Dus gevaar moet er zijn omdat je in een gevaarlijke positie zit. Deze materiële wereld is zelf een gevaarlijke positie. Dat gevaar moet er zijn. Nu moet het onze zaak zijn hoe we zo snel mogelijk de zee kunnen oversteken. Zolang je op zee bent, ben je in een gevaarlijke positie. Hoe sterk je schip ook mag zijn. Dat is een feit. Dus je hoeft niet verstoord te worden door de golven van de zee. Probeer gewoon de zee over te steken. Ga naar de andere kant. Dat is je taak.

Net zo, zolang we in deze materiele wereld zijn moeten er gevaarlijke moeilijkheden zijn omdat dit de plek van moeilijkheden is. Dus onze taak is, zelfs met deze moeilijkheden en gevaren, hoe ons Kṛṣṇa-bewustzijn te ontwikkelen en na het opgeven van dit lichaam gaan we terug naar huis terug naar Kṛṣṇa. Dat moet onze bezigheid zijn. We moeten niet verstoord worden door de zogenaamde moeilijkheden. Ze zijn niet zogenaamd, ze zijn echt.