NL/Prabhupada 0909 - Ik was gedwongen om in deze positie te komen om de opdracht van mijn Guru Maharaja uit te voeren

Revision as of 15:27, 26 March 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0909 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on SB 1.8.27 -- Los Angeles, April 19, 1973

Prabhupāda: Kṛṣṇa zegt: "Iedereen die probeert om mij te benaderen, om Kṛṣṇa bewust te worden, en op hetzelfde moment zoekt hij materieel geluk, Hij is niet erg intelligent." Dat betekent dat hij zijn tijd verspilt. Onze voornaamste activiteit is om Kṛṣṇa bewust te worden. Dit is het belangrijkste doel van het menselijk leven. Maar als we onze tijd verspillen met materiële verbetering, en vergeten te chanten, dan is dat verlies, een groot verlies. Dus bij een dergelijke mentaliteit, zegt Kṛṣṇa: āmi vijña tare keno viṣaya diba. "Dus deze deugniet vraagt ​​om materiële welvaart van Mij door het overslaan van toegewijde dienst. Waarom zou ik hem materiële welvaart geven? Integendeel, wat hij heeft, zal ik het weg te nemen."(Gelach) Ja. Het is niet om te lachen. Wanneer het wordt weggenomen, worden we erg somber. Maar dat is de test. Dat wordt verklaard door Kṛṣṇa zelf aan Yudhiṣṭhira Mahārāja: yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ (SB 10.88.8).

Yudhiṣṭhira Mahārāja informeerde indirect van Kṛṣṇa dat: "We volledig afhankelijk zijn van u, en nog steeds zijn we lijden materieel gezien zo erg, dat ons koninkrijk wordt weggenomen, onze vrouw wordt beledigd, er wordt geprobeerd om ons in ons huis te verbranden" Dus Kṛṣṇa zei: "Ja, dat is mijn eerste doel." Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ. "Als ik speciaal wil begunstigen, dan neem Ik al zijn bronnen van inkomsten weg." Zeer gevaarlijk. Ja. Ik heb mijn praktijkervaring in dit verband gekregen. Ja. Dat is een speciale gunst van Kṛṣṇa. Ik wil het niet vertellen, maar het is een feit. (Lacht) Het is een feit. Mijn Guru Mahārāja verwachtte van mij toen ik vijfentwintig jaar oud, dat "Jij moet gaan prediken" Maar ik dacht: "Allereerst, zal ik een rijk man worden, en ik zal dat geld te gebruiken voor het prediken."

Dus dat is een lange historie. Ik kreeg een goede kans zeer rijk man te worden in het bedrijfsleven. En een astroloog vertelde me dat: "U had als Birla moeten worden." Zo waren er een aantal kansen, zeer goede kansen. Ik was manager in een grote chemische fabriek. Ik begon mijn eigen fabriek, het bedrijf was zeer succesvol. Maar alles werd ontmanteld. Ik werd gedwongen om de wens van mijn Guru Mahārāja uit te voeren.

Toegewijden: Jaya, Haribol...

Prabhupāda: Akiñcana-vittāya. Toen alles klaar was, nam ik van Kṛṣṇa, aan dat: "U bent de enige ..." Daarom Kṛṣṇa is akiñcana-vitta. Wanneer men onteigend raakt van al zijn materiële rijkdom ... En nu besef ik dat ik niets heb verloren, ik ben geestelijk rijker. Ik ben verrijkt. Dat is een feit. Dus, om omwille van Kṛṣṇa je materiële rijkdom te verliezen is geen verlies, het is de grootste winst. Daarom wordt er gezegd: akiñcana-Vitta. Wanneer men akiñcana wordt, niets te bezitten, alles is klaar, Kṛṣṇa wordt dan de enige rijkdom in die persoon. Omdat hij toegewijde is. Net zoals Narottama dāsa Ṭhākura zegt:

hā hā prabhu nanda-suta, vṛṣabhānu-sutā-juta
karuṇā karaha ei-bāra
narottama-dāsa koy, nā ṭheliha rāṅgā pāy
tomā bine ke āche āmāra

De positie zoals: "Kṛṣṇa, met uitzondering van uzelf, ik heb niets te claimen. Ik heb niets, geen bezit. Dus verwaarloos mij niet, want U bent mijn enige bezit." Deze positie is erg mooi. Wanneer we niet afhankelijk zijn van iets materieels, geef u simpelweg over aan Kṛṣṇa. Dat is in de eerste klas positie van Kṛṣṇa-bewustzijn. Daarom spreek je over Kṛṣṇa in deze posite als: akiñcana-vittāya. "Wanneer men materieel verarmd wordt, bent U de enige rijkdom." Akiñcana-vittāya. Namaḥ akiñcana-vitta, nivṛtta-guṇa-vṛttaye. "Dit geldt wanneer men U als de enige bezit neemt, onmiddellijk wordt hij vrij van de activiteiten van deze materiële natuur." Hij wordt onmiddellijk geplaatst op het transcendentale vlak van het Absolute. Akiñcana-vittāya nivṛtta-guṇa-vṛttaye, ātmārāmāya (SB 1.8.27). "Op dat moment, wordt hij blij met U, want U bent Kṛṣṇa, U bent tevreden met Uzelf ..."