NL/Prabhupada 0911 - Als je op God vertrouwt dan moet je in gelijke mate vriendelijk en barmhartig zijn voor alle levende wezens

Revision as of 11:02, 18 March 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0911 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

730420 - Lecture SB 01.08.28 - Los Angeles

Vertaling: "Mijn Heer, ik beschouw Uw heerschappij als eeuwig durend, de Allerhoogste Heerser, zonder begin en einde, de alles doordringende éénheid. Bij het verdelen van Uw genade, bent U gelijk aan iedereen. De verdeeldheid tussen levende wezens is te wijten aan de sociale interacties."

Prabhupāda: In de Bhagavad-gītā zegt Kṛṣṇa precies hetzelfde. Dit wordt uitgelegd door Kuntī, een toegewijde. Hetzelfde wordt gesproken door de Heer Zelf. Samo 'haṁ sarva-bhūteṣu na me dveṣyo 'sti na priyaḥ, ye tu bhajanti māṁ bhaktyā teṣu te mayi (BG 9.29). God kan niet partijdig zijn. Dat is niet mogelijk. Iedereen is de zoon van God. Dus hoe kan God partijdig zijn naar de ene ​​zoon, en, barmhartig naar de andere zoon? Dat is niet mogelijk. Die fout ligt bij ons. We schrijven: "Wij vertrouwen op God," maar we maken onderscheid. Als je vertrouwd op God, dan moet u in gelijke mate aardig en genadig zijn voor alle levende wezens. Dat is God bewustzijn. Dus Kṛṣṇa zegt: "Ik heb geen vijanden, noch heb ik vrienden." Na me dveṣyo 'sti na priyaḥ.

Dveṣya betekent vijand. Wij, wij zijn jaloers op onze vijand en we zijn vriendelijk naar onze vrienden. Dus Kṛṣṇa is absoluut. Hij lijkt zelfs vijandig te zijn naar een demon, maar in werkelijkheid is Hij een vriend. Wanneer een demon wordt gedood, betekent dat, dat zijn demonische activiteiten worden gedood. Hij wordt direct een heilige. Want hoe zou hij anders onmiddellijk gepromoveerd worden tot brahmajyoti? Al deze soort demonen werden gedood door Kṛṣṇa, ze gaan onmiddellijk op in de brahmajyoti-nirviśeṣa. Het enige verschil is, natuurlijk, de brahmajyoti, Paramātmā en Bhagavān. Zij zijn één. Vadanti tat tattva-vidas tattvam (SB 1.2.11). Dat is een waarheid. Absolute Waarheid, alleen in verschillende functies. Brahmeti paramātmeti bhagavān iti śabdyate (SB 1.2.11). Oorspronkelijk Bhagavān, Zijn voltallige vertegenwoordiging is Paramātmā die is gelegen in ieders hart. Īśvaraḥ sarva-bhūtānāṁ hṛd-deśe 'rjuna tiṣṭhati (BG 18.61). Het voltallige gedeelte Kṣīrodakaśāyī Viṣṇu, Hij is in ieders hart. Dat is Paramātmā. En Brahman, Paramātmā en Bhagavān. De ultieme kwestie is Bhagavān. Dus, ye yathā māṁ prapadyante (BG 4.11). Hij is in deze vorm gelijk aan iedereen. Het is aan de toegewijden of personen die trachten de Allerhoogste Absolute Waarheid te begrijpen. Volgens hun capaciteit van begrip, de Absolute Waarheid, God, openbaart zich, hetzij als onpersoonlijk Brahman of de gelokaliseerde Paramātmā of als Bhagavān. Het ligt aan mijn vermogen te begrijpen.

Hetzelfde voorbeeld zoals ik al vele malen heb herhaald. Net zoals we soms heuvels zien vanuit onze kamer. Er zijn vele heuvels hier in Los Angeles, Maar ze zijn niet duidelijk. Als je de heuvels ziet van een verre plaats, ziet het er uit als iets bewolkt. Maar als je nog verder richting de heuvel gaat, zul je duidelijk zien dat er iets is, een heuvel. En als je bij de heuvel komt, dan zul je merken dat er mensen werken, er zijn huizen, er zijn straten, auto's, alles....... allerlei variëteiten. Dus op dezelfde manier, wanneer men met z'n kleine hersenen de Absolute Waarheid wil kennen, "Ik zal onderzoek doen om erachter te komen wat de Absolute Waarheid is," dan zal je een vaag idee krijgen, een onpersoonlijke idee. En als je tot meditatie komt, dan zal je merken dat God zich in je hart bevindt. Dhyānāvasthita-tad-gatena manasā paśyanti yaṁ yoginaḥ (SB 12.13.1). De yogi's, de echte yogi's, zien door meditatie, viṣṇu-mūrti in het hart. En zij die toegewijden zijn, ontmoeten de Allerhoogste Persoon oog in oog. zoals we andere personen oog in oog ontmoeten, oog in oog spreken en elkaar dienstbaar zijn. De Allerhoogste Persoonlijkheid Gods beveelt u: "voorzie mij hierin," en Hij levert u. Dat is het verschil.