NL/Prabhupada 0918 - Krishna's vijand worden is niet erg voordelig. Beter een vriend worden

Revision as of 10:46, 26 March 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0918 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

730421 - Lecture SB 01.08.29 - Los Angeles

Dus, hier wordt gezegd: na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam (SB 1.8.29). "Niemand weet wat het doel is van Uw verschijning en verdwijning. Niemand weet het." Dus tava, tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam (SB 1.8.29). Het is verbijsterend. Niemand kan begrijpen wat het echte doel is. Het echte doel is Zijn vrije wil. "Laat Mij observeren." Hij hoeft hier niet te komen om demonen te doden. Er zijn ruim voldoende agenten, zodat als er een sterke wind waait, er duizenden demonen kunnen worden gedood in een moment. Dus Kṛṣṇa hoeft niet te komen om demonen te doden. En Hij hoeft ook geen bescherming te bieden aan de toegewijde. Simpelweg door wil, is alles aanwezig. Maar Hij wil een plezierig tijdverdrijf, "laat Ik eens gaan kijken."

Soms wil Hij vechten. Want vechtlust is er ook in Kṛṣṇa. Waar halen wij het anders vandaan? Omdat wij een essentieel onderdeel van Kṛṣṇa zijn, vindt je alle kwaliteiten van Kṛṣṇa in minieme hoeveelheden terug in ons. We zijn een deel van Kṛṣṇa, maar het..... waarvandaan komt die vechtlust? Die vechtlust komt vanuit Kṛṣṇa. Daarom, net zoals soms een groot man of een koning zich engageert te vechten met een worstelaar, zo betalen zij de worstelaar om te vechten met de koning. Maar hij is niet de vijand. Hij schenkt het plezier aan de koning door te vechten, show vechten.

Ook wanneer Kṛṣṇa wil vechten, wie zal dat aangaan met Hem? Enkelen van Zijn toegewijde, grote toegewijde zal vechten met Hem. Geen gewone toegewijde. Net als een koning, als hij wil proef vechten, zal een zeer verheven vechter bij dit spel betrokken worden. Op deze wijze ... Is dat ook service. Omdat Kṛṣṇa wil vechten, daarom kiezen enkele van Zijn toegewijde om zijn vijand te worden. Net als Jaya-Vijaya, Hiraṇyakaśipu en Hiraṇyākṣa. Denk je dat zij gewone levende wezens zijn? Als ... Dat ... Nṛsiṁhadeva, God zelf is gekomen om hem te doden? Denk je dat ze "gewoon" zijn? Nee, ze zijn niet "gewoon". Ze zijn toegewijden. Maar Kṛṣṇa wilde vechten. In de Vaikuṇṭha is er geen mogelijkheid te gevechten, want iedereen is bezig met Kṛṣṇa's service. Met wie kan hij vechten? (gelach) Daarom stuurt Hij enkele toegewijden in het gewaad van de vijand, en Kṛṣṇa komt om te vechten met hem.

En tegelijkertijd leert hij ons, dat om een vijand van Kṛṣṇa te zijn niet erg gunstig is voor ons. Beter worden we een vriend. Dat is veel gunstiger (gelach). Daarom wordt er gezegd dat: na veda kaścid bhagavaṁś cikīrṣitam (SB 1.8.29). "Niemand weet wat het doel is van Uw verschijning en verdwijning." Tava īhamānasya nṛṇāṁ viḍambanam. "Je bent in deze wereld, net zoals de gewone mens. Dit is verbijsterend. "Daarom kan de gewone mens niet geloven, "hoe God een gewoon mens kan worden...? ' Kṛṣṇa speelt maar... Maar Hij speelde niet als gewone mens. Hij speelde als God. Waar er ook noodzaak voorkwam...

Net zoals wanneer Hij trouwde met 16.000 vrouwen. Toen Hij trouwde was Hij één en 16.000 meisjes gaven zich over aan Kṛṣṇa dus: "We zijn nu ontvoerd. Als we naar huis gaan, zal niemand ons trouwen." Dat is het strenge Vedische systeem. Als een ongehuwde meisje haar huis verlaat, zelfs maar voor een nacht, zal niemand haar trouwen. Dit komt nog steeds voor. Niemand zal trouwen. Dus dit is het oude systeem. Alle 16.000 meisjes die werden ontvoerd door Bhaumāsura... Dus baden ze tot Kṛṣṇa en Kṛṣṇa kwam en doodde de Bhaumāsura, en Hij redde alle meisjes. Dus toen Kṛṣṇa hen zei: "Nu kun je veilig naar het huis van je vader," Antwoordde zij: "Meneer, als we terug naar het huis van onze vader gaan, wat zal ons lot zijn? Niemand zal ons trouwen. Omdat deze man, deze rākṣasa, ons ontvoerde. " "Wat wil je dan?" "We willen dat U onze man wordt." Dus Kṛṣṇa is zo vriendelijk. "Ja." Onmiddellijk aanvaard. Dat is Kṛṣṇa.

Nu, toen ze thuis gebracht waren, niet dat 16.000 vrouwen zouden moeten wachten tot 16.000 nachten verstreken zijn om Kṛṣṇa te ontmoeten. (gelach) Kṛṣṇa heeft Zichzelf daarom 16.000 keer gekopieerd, en bouwde voor hen 16.000 paleizen, met vestiging op elk paleis ... De beschrijving is daar in de ... Dat is Bhagavān. Dus die boefjes, kunnen Hem niet begrijpen. Ze bekritiseren Kṛṣṇa, dat Hij wel erg wellustig is. Hij trouwde met 16.000 vrouwen. (gelach) Zelfs al is Hij wellustig, Hij is onbeperkt wellustig. (gelach) Omdat Hij onbeperkt is. Waarom 16.000? Zelfs al zou hij 16 miljoenen vrouwen trouwen is het nog steeds onvolmaakt. Dat is Kṛṣṇa.