NL/Prabhupada 0924 - Alleen maar ontkenning heeft geen betekenis, er moet ook iets positiefs zijn

Revision as of 15:42, 28 February 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0924 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

730422 - Lecture SB 01.08.30 - Los Angeles

Degene die klaar is met zondig leven. Yeṣām anta-gataṁ pāpaṁ janānāṁ puṇya-karmaṇām (BG 7.28). Wie kan stoppen met zondig leven? Degenen die bezig zijn met vrome activiteiten. Want ieder moet iets te doen hebben, activiteiten. Dus als hij bezig is met vrome activiteiten, dan gaan zijn zondige activiteiten vanzelf weg. Aan de ene kant moet hij vrijwillig proberen de pilaren van zondig leven te breken. Aan de andere kant moet hij zich bezig houden met vroom leven. Door er alleen over te denken lukt het niet, want iedereen moet ook iets doen. Als hij geen vrome bezigheden heeft, dan door alleen te denken gaat het niet lukken.

Bijvoorbeeld, in de praktijk, jullie regering geeft miljoenen uit om de drugs te stoppen. Iedereen weet dat. Maar de regering heeft gefaald. Hoe kan je ze alleen door wetten en preken afhouden van LSD of intoxicatie. Dat is niet mogelijk. Je moet ze ook iets goeds te doen geven. Dan komt het vanzelf.... En je kan praktisch zien dat onze studenten die hier komen, die vertellen we: "geen intoxicatie". Direct hebben ze het op gegeven. En de regering heeft gefaald. Dat is de praktijk. Paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59). Als je iemand geen goede bezigheden geeft, dan kan je zijn slechte bezigheden niet stoppen. Dat is niet mogelijk. Daarom geven we twee kanten - goede bezigheden, en tegelijkertijd verboden. We zeggen niet alleen maar: "Geen onwettige sex, geen intoxicatie, nee, nee...." Alleen maar ontkenning heeft geen betekenis. Er moet ook iets positiefs zijn. Want iedereen wil iets te doen hebben. Dat is omdat we levende wezens zijn. We zijn geen dode steen.

De andere filosofen, die proberen als dode steen te worden door meditatie. "Laat me denken aan de leegte, impersonalisme." Hoe kan je het kunstmatig leeg maken. Je hart, je geest is vol met activiteiten. Dus dit zijn kunstmatige dingen. Dit gaat de menselijke samenleving niet helpen. De zogenaamde yoga, zogenaamde meditatie, het is allemaal bedriegerij. Omdat er geen bezigheden zijn. Hier zijn er bezigheden. Hier is iedereen bezig met vroeg opstaan in de morgen om ārātrika te offeren aan de Beeldgedaante. Ze maken heerlijk eten. Ze versieren, maken bloemenkransen, zo veel bezigheden. Ze gaan uit voor saṅkīrtana, ze gaan rond om boeken te verkopen. Vierentwintig uur bezig. Daardoor kunnen zij dit zondige leven opgeven. Paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59).

Net als... De, alles is beschreven in de Bhagavad-gītā. Net als in een ziekenhuis. In een ziekenhuis zijn veel patiënten, die eten niets op de Ekādaśī dag. Betekent het dat zij Ekādaśī volgen? (gelach) Hij verlangt alleen maar naar, "Wanneer zal ik eten, wanneer zal ik eten, wanneer zal ik eten?" Maar deze studenten eten vrijwillig niets. Wij zeggen niet dat je niets mag eten. Wat fruit, wat bloemen. Dat is alles. Dus paraṁ dṛṣṭvā nivartate (BG 2.59). Net als een kind. Hij heeft iets in zijn hand dat hij aan het eten is. En als je hem iets beters geeft, dan gooit hij het mindere weg en pakt het betere. Dus hier is Kṛṣṇa bewustzijn, dit is betere bezigheid, beter leven, betere filosofie, beter bewustzijn, alles beter. Daarom kunnen ze de zondige activiteiten van het leven opgeven en dat bevordert Kṛṣṇa bewustzijn.

Dus deze activiteiten gebeuren niet alleen in de menselijke samenleving. De dieren samenleving ook. Dieren samenleving, vissen, want iedereen is een deeltje van Kṛṣṇa, een zoon. Dus ze verrotten in deze materiële wereld. Dus Kṛṣṇa heeft een plan, een groots plan om hun te verlossen. Hij komt persoonlijk. Soms stuurt Hij een hele vertrouwelijke toegewijde. Soms komt Hijzelf. Soms brengt Hij instructies als de Bhagavad-gītā.