NL/Prabhupada 0931 - Als iemand niet geboren is, hoe kan hij dan dood gaan? Er is geen sprake van dood

Revision as of 12:32, 9 March 2017 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Dutch Pages - 207 Live Videos Category:Prabhupada 0931 - in all Languages Category:NL...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

730424 - Lecture SB 01.08.32 - Los Angeles

Omdat wij een stukje en onderdeel van Kṛṣṇa zijn. Kṛṣṇa is Aja. Aja betekent: die geen geboorte en dood heeft. Dus wij zijn ook Aja. Hoe kunnen we anders zijn? Als Kṛṣṇa, ik ben Kṛṣṇa's stukje en onderdeel. Hetzelfde voorbeeld kunnen we zien. Als mijn vader gelukkig is, en ik ben de zoon van mijn vader. Waarom zal ik dan niet, zal ik ongelukkig zijn? Dit is de natuurlijke conclusie. Want ik zal genieten van het bezit van mijn vader net zoals mijn vader er van geniet. Vergelijkbaar is, God is almachtig. Kṛṣṇa is almachtig, alle schoonheid, alle kennis, alles compleet. Dus ik ben niet compleet, maar omdat ik een stukje en onderdeel ben, dus heb ik alle kwaliteiten van God in stukje en onderdeel. Het is niet dat ... Dus God sterft niet. Hij is Aja. Dus ik zal ook niet sterven. Dit is mijn positie. En dat wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā: na jāyate na mriyate vā kadācit. Als hij de ziel beschrijft zegt Kṛṣṇa dat de ziel nooit geboren is, na jāyate, na mriyate. En als iemand niet geboren is, hoe kan hij dan sterven? Er is geen sprake van dood. Dood is voor iets dat geboren is. Als iemand niet geboren is, is er geen sprake van dood. Na jāyate na mriyate vā. Dus wij zijn een stukje en onderdeel van Kṛṣṇa. Omdat Kṛṣṇa Aja is, zijn wij ook Aja. Dat weten we niet. Dit is onwetendheid. Dit is onwetendheid.

Ze doen wetenschappelijk onderzoek, maar ze weten niet dat ieder levend wezen de ziel is. Hij heeft geen geboorte. Hij heeft geen dood. Hij is eeuwig. Nityaḥ śāśvato 'yam, eindeloos, purāṇaḥ, alhoewel de oudste, na hanyate. De conclusie: na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20). Dus na de vernietiging van dit lichaam sterft de ziel niet. Hij accepteert een ander lichaam. Dit is onze ziekte. Dit heet bhava-roga. Bhava-roga betekent materiële ziekte. Dus Kṛṣṇa is het Allerhoogste Levende Wezen, nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13) Kṛṣṇa is precies zoals wij. Of wij zijn een imitatie van Kṛṣṇa. Het verschil is dat Kṛṣṇa is vibhu, onbeperkt, en wij zijn aṇu, wij zijn beperkt. Dat is het verschil. Anderzijds, kwalitatief, zijn wij net zo goed als Kṛṣṇa. Daarom, wat voor neigingen Kṛṣṇa ook heeft, die neigingen hebben wij ook. Kṛṣṇa heeft de neiging om van het andere geslacht te houden. Daarom hebben wij ook deze neiging, om van het andere geslacht te houden. Het begin van de liefde is er in Rādhā en Kṛṣṇa, eeuwige liefde tussen Rādhā en Kṛṣṇa. Dus wij zijn ook op zoek naar eeuwige liefde, maar omdat wij beperkt zijn door de materiële wetten, is het onderbroken. Het is onderbroken.

Dus als we uit deze onderbreking komen, dan krijgen we soortgelijke liefdesaffaires als Kṛṣṇa en Rādhārāṇī. Dus hoe om terug te gaan naar huis, terug naar Kṛṣṇa, dat moet onze zaak zijn. Omdat naar Kṛṣṇa gaan betekent, omdat Kṛṣṇa eeuwig is, krijgen wij een eeuwig lichaam. Net als om een secretaris of zelfs een dienaar van president Nixon te worden, moet je van goede huize komen. Hij is ook een bekwaam man. Want tenzij men een speciale kwaliteit heeft, kan hij niet de persoonlijke bediende van president Nixon of zijn secretaris worden. Het is niet mogelijk. Een gewone man kan niet president Nixon's dienaar of secretaris worden. Vergelijkbaar, om terug naar huis te gaan, terug naar God, betekent je krijg hetzelfde type lichaam als Kṛṣṇa heeft. Je wordt Aja. Ajo nityaḥ śāśvato 'yam. Het is een ziekte dat we ons lichaam verwisselen. Dus Kṛṣṇa is Aja.