"Net als een kind. Een kind ziet dat er een leuke auto over straat rijdt, hij denkt dat de auto uit zichzelf rijdt. Dat is geen intelligentie. De auto rijdt niet ... Ondanks zijn .. Net zoals we hier deze bandrecorder hebben, deze microfoon. Iemand zou kunnen zeggen: "O, hoe fijn zijn deze ontdekkingen. Ze werken zo goed." Maar men zou moeten inzien dat deze bandrecorder of deze microfoon geen moment kunnen werken tenzij een spirituele ziel het aanraakt. Dit is intelligentie. We zouden niet verwonderd moeten zijn door het zien van een machine. We zouden moeten proberen uit te vinden wie de machine bedient. Dat is intelligentie, sukhārtha-vivecanam, om het fijnere te zien."
|