"In ziekelijke toestand, is je identificatie van "ik" anders. Soms heb je stuiptrekkingen; je vergeet. Dat is eerder vergeetachtigheid. Soms als je, ik bedoel, geestelijk gestoord bent, we vergeten alles van onze relatie. Maar wanneer je genezen bent, herinner je, "Oh, ik was vergeetachtig in mijn waanvoorstelling. Ja." Dus je "ik" is er altijd. Dit 'ik', dit 'ik' herinneren, is gezuiverd. Dus ego moet worden gezuiverd. Ego moet niet gedood worden. En dat kan niet worden gedood, na hanyate hanyamāne śarīre (BG 2.20), omdat het eeuwig is. Hoe kan je het ego doden? Het is niet mogelijk. Dus je moet je ego zuiveren. Het verschil tussen ..., is tussen vals ego en echt ego. Net als ahaṁ brahmāsmi, aham ... "ik ben Brahman." Oh, dit is ook ego. Dit is, deze Vedische versie dat "Ik ben Brahman. Ik ben niet deze materie", dus dit ego is een gezuiverd ego, dat "ik ben dit". Dus die "ik" is er altijd. Ofwel in illusie of waan of droom of in een gezond stadium, het 'ik' is er altijd."
|