"Het levend wezen wordt in de Bhagavad-gītā beschreven als sarvaga. Sarvaga betekent dat hij overal kan gaan in dit universum. Hij kan ook naar de spirituele hemel gaan. Sarvaga betekent overal, als hij wil. Zoals ik gisteren heb uitgelegd, gisterenavond, yānti deva-vratā devān (BG 9.25). Als hij wil, kan hij naar de planeten van de halfgoden gaan, naar de Pitrloka, hij kan hier blijven, of als hij wil, kan hij naar de planeet van Kṛṣṇa gaan. Hij heeft deze vrijheid. Net zoals er veel overheidsposten zijn. Je kan eender welke van hen selecteren, maar daarvoor moet je gekwalificeerd zijn. Het is dus een kwestie van kwalificatie, hoe je naar de planeten van de halfgoden kunt gaan, hoe je naar de planeet van de pitṛs kunt gaan"
|