"Dus iedereen, elke religie, aanvaard "God is groot", de totale definitie. Dat is een feit. God is groot. En wij zijn klein, zeer klein. In de Bhagavad-gītā wordt gezegd, mamaivāṁśo jīva-bhūtaḥ (BG 15.7). God zegt, Kṛṣṇa zegt, dat "al deze levende wezens, zij zijn Mijn integrerende deeltjes." Integrerende deeltjes betekent ... We kunnen het heel gemakkelijk begrijpen. Juist zoals deze vinger deel uitmaakt van mijn lichaam. Iedereen kan het begrijpen. Dus we zijn deel uitmakende deeltjes van God."
|