"Dus Kṛṣṇa is niet toegevend naar zijn vriend of zijn toegewijde. Omdat die toegevendheid hem niet zal helpen. Zal hem niet helpen. Soms lijkt Hij erg streng te zijn voor de toegewijde, maar Hij is niet streng. Net zoals een vader soms heel streng wordt. Dat is goed. Dat zal worden bewezen, hoe Kṛṣṇa's strengheid zijn redding zal bewijzen. Aan het einde zal Arjuna toegeven, "door Uw genade is mijn illusie nu voorbij." Dus dit soort van restricties door ..., van God aan de toegewijde wordt soms verkeerd begrepen. Omdat we altijd gewoon zijn om te aanvaarden wat meteen heel prettig is, maar soms zullen we merken dat we niet krijgen wat meteen heel plezierig is. Maar we moeten niet teleurgesteld zijn. We zullen bij Kṛṣṇa blijven. Dat is Arjuna's positie."
|