"Dit is Kṛṣṇa bewustzijn, begrijpen dat alles tot Kṛṣṇa behoort. Als men in die richting handelt dat alles... Īśāvāsyam idaṁ sarvam (ISO 1). De Īśopaniṣad zegt, 'alles behoort toe aan God,' maar God heeft me de kans gegeven om deze dingen te gebruiken. Daarom zal mijn kennis en intelligentie daar zijn als ik deze gebruik om God te dienen. Dat is mijn intelligentie. Zodra ik ze gebruik voor mijn zinsbevrediging, dan ben ik gevangen. Hetzelfde voorbeeld kan gegeven worden: als de kassier van de bank denkt, 'Oh, zoveel miljoenen dollars tot mijn beschikking. Laat me er iets van nemen en laat het me in mijn zak stoppen,' dan is hij gevangen. Anders, geniet. Je krijgt een goed salaris. Je krijgt comfort en je doet je werk goed voor Kṛṣṇa. Dat is Kṛṣṇa bewustzijn. Alles moet worden beschouwd als dat het van Kṛṣṇa is. Niet één stuiver is van mij. Dat is Kṛṣṇa bewustzijn."
|