"Wanneer men gevorderd is in Kṛṣṇa bewustzijn wordt zijn zaak om te zien, "Of ik mijn tijd aan het verspillen ben?" Dat is één van de signalen, gevorderde toegewijde. Avyartha kālatvam. Nāma-gāne sadā ruci (CC Madhya 23.32). Altijd gehecht aan het chanten. Prītis tad-vasati sthale: (CC Madhya 23.18-19) en aantrekkingskracht of gehechtheid voor het leven in de tempel, vasati, waar Kṛṣṇa leeft. Kṛṣṇa leeft overal, maar speciaal, om ons een kans te geven om te ontmoeten, leeft Hij in de tempel of in plaatsen zoals Vṛndāvana. Dus prītis tad-vasati sthale. Men zou versterkt moeten zijn in gehechtheid voor het leven waar Kṛṣṇa leeft. Prītis tad-vasa... Nāma-gāne sadā ruci. En altijd de smaak hebben voor het zingen van de heilige naam."
|