"Dus we zijn zeer erg bezorgd om de boodschap van Heer Kṛṣṇa te prediken, Bhagavad-gītā. We stellen de Bhagavad-gītā voor zoals ze is, zonder enige verkeerde interpretatie. We kunnen niet interpreteren op Gods woorden. Omdat religie betekent de woorden van God. Dharmaṁ tu sākṣād bhagavat-praṇītam (SB 6.3.19). De principes van religie kunnen niet door een mens gemaakt worden, alsook de wetten niet door de burgers gemaakt kunnen worden. Wet is gemaakt door de regering. Die wet is aanvaard. Dat is verplicht. Op dezelfde manier, religie betekent de woorden van God."
|