"We zijn eeuwige dienaren van de essentiële onderdelen, net zoals de essentiële onderdelen van je lichaam, ze zijn allen je dienaar. Deze vinger is een essentieel onderdeel van je lichaam, maar het dient altijd het geheel. Dat is de zaak. De vinger is niet de genieter, of de hand is niet de genieter, de maag is de genieter. Je verzamelt voedsel met je vingers en hand en geeft het daar. Je kan het niet nemen. Dat is misbruik. Op dezelfde manier, dāsyaṁ gatānāṁ: dit is echt zelfrealisatie, dat "Ik ben essentieel onderdeel," mamaivāṁśo jīva-bhūta (BG 15.7). Dus men moet begrijpen wat de plicht is van het essentieel onderdeel."
|