"Kṛṣṇa is al - aantrekkelijk, daarom, gesprekken over Hem zijn ook aantrekkelijk. In ons Kṛṣṇa boek zijn er zoveel onderwerpen over Kṛṣṇa, janma karma me divyam (BG 4.9), over Zijn geboorte, over Zijn overdracht van Zijn echte vader's huis naar een andere stiefvader, dan de aanval van de demonen op Kṛṣṇa, Kaṁsa. Al deze activiteiten, als we simpelweg horen en de kṛṣṇa-sampraśnaḥ bestuderen, dan zijn we bevrijd. Zonder enige twijfel, onze bevrijding is gegarandeerd, simpelweg door het horen over Kṛṣṇa. Kṛṣṇa komt daarom neer, zoveel activiteiten. Na māṁ karmāṇi limpanti na me karma-phale spṛhā (BG 4.14). Kṛṣṇa zegt dat Hij niets te doen heeft. Wat heeft Hij te doen? Maar nog steeds, Hij dood zoveel demonen, Hij geeft bescherming aan zoveel toegewijden. Omdat Hij gekomen is om te herstellen wat religieus principe is, dus door Zijn persoonlijke activiteiten brengt Hij tot stand."
|