"Een man wordt verondersteld rijk te zijn wanneer hij genoeg hoeveelheid granen heeft, genoeg hoeveelheid, ik bedoel te zeggen, nummer, genoeg koeien. Net zoals Mahārāja..., Nanda Mahārāja, de stiefvader van Kṛṣṇa, hij had 900.000 koeien. En hij was een rijk man. Hij was mahārāja, koning. Maar zie het gedrag. Zijn geliefde Zoon, Kṛṣṇa and Balarāma, hij vertrouwde Hen om zorg te dragen voor de koeien of kalveren: "Ga naar het bos." Hij is goed gekleed met ornamenten en mooie kleding, alles. Al de koeherdersjongens zijn erg rijk. Ze hebben genoeg graan en genoeg melk. Van nature zullen ze rijk zijn. Maar het is niet zo dat de kalveren en koeien worden verzorgd door één of andere dienaar. Nee. Ze zouden zelf zorg dragen."
|