"Het eigenlijke religieuze principe is verloren geraakt in dit tijdperk, en zonder religieus te worden is er geen menselijke samenleving; dit is een dierlijke samenleving. Dat is het verschil tussen dier en mens: de katten en de honden, zij hebben geen kerk, zij hebben geen tempel, zij hebben geen moskee. Ze zijn naakt, hangen in de straten, en hebben seks op straat. Er is geen beperking - leven zoals alles, doen zoals alles. Dat is dierlijk leven, dier. Dharmeṇa hīnāḥ paśubhiḥ samānāḥ. Als religieuze principes niet worden geaccepteerd is er gebrek in de menselijke samenleving, nārakaī upa(?) kalpate. Het wordt een nāra, hel."
|