"Door vrome activiteiten kan je tot het hogere planetaire systeem in de hemelse planeten verheven worden, maar dat betekent niet het einde van je lijden in de materiële wereld. Kṛṣṇa heeft daarom gezegd: ābrahma-bhuvanāl lokāḥ punar āvartino 'rjuna (BG 8.16). Zelfs als je gepromoveerd wordt tot Brahmaloka, waar de levensstandaard, levensduur, erg erg groot is, dan nog, kan je deze materiële pijnen en plezier niet vermijden, omdat, nadat je je voortvloeiende actie van vrome activiteiten beëindigd hebt, kom je..., je moet weer terug komen naar dit lagere planetaire systeem. Kṣīṇe puṇye puṇar martya-lokaṁ viśanti (BG 9.21). Nadat de voortvloeiende actie van vrome activiteiten is beëindigd, wordt je weer meegesleept in dit lagere planetaire systeem. Daarom, tenzij je tot het devotionele pad komt, bhakti, omdat Kṛṣṇa zegt: Bhaktyā mām abhijānāti yāvān yaś cāsmi tattvataḥ (BG 18.55); als je God wilt begrijpen, Kṛṣṇa, dan moet je het enige pad kiezen, bhaktyā, bhakti, of devotionele dienst."
|