"Er wordt gezegd in de Bhagavad-gītā: Ya imaṁ paramaṁ guhyaṁ mad-bhakteṣv abhidhāsyati (BG 18.68): 'Iedereen die bezig is met het prediken van deze vertrouwelijke wetenschap van de Bhagavad-gītā': Na ca tasmān manuṣyeṣu kaścid me priya-kṛttamaḥ (BG 18.69), 'Niemand is Mij meer dierbaar dan hij.' Als je erg snel erkenning van Kṛṣṇa wilt, ga dan voort met het prediken van Kṛṣṇa bewustzijn. Zelfs als het imperfect wordt gedaan, maar vanwege dat je oprecht bent in je capa..., welk capaciteit je ook hebt, als je predikt, dan zal Kṛṣṇa erg tevreden zijn gesteld."
|