"Ze worden getuchtigd, maar ze zijn zo dwaas, ze kunnen niet begrijpen dat ze getuchtigd worden. Net zoals een hond getuchtigd wordt. Hij kan niet eten, voedsel, de hele dag en nacht, ontlasting eten. Iemand stenigt, iemand plakt, en nog, hij is erg uitbundig blij: 'Gow, gow, gow, gow, ik ben erg gelukkig.' Dit is er gaande (gelach) (lacht). Dus deze vereniging van honden, honden samenleving, zij lijden met elke stap, en toch denken ze: 'We maken vooruitgang.' Dat is alles. Honden beschaving. Varkens beschaving, honden beschaving. Dit is geen beschaving. Nāyaṁ deho deha-bhājāṁ nṛloke kaṣṭān kāmān arhate viḍ-bhujāṁ ye (SB 5.5.1)."
|