NL/Prabhupada 0238 - God is goed, Hij is volkomen goed



Lecture on BG 2.3 -- London, August 4, 1973

Dus ataḥ śrī-kṛṣṇa-nāmādi na bhaved grāhyam indriyaiḥ (CC Madhya 17.136). Dus dit gedrag van Kṛṣṇa, hoe kunnen gewone mensen dit begrijpen? Omdat zij gewone zintuigen hebben zien zij het verkeerd. Waarom Kṛṣṇa? Zelfs Kṛṣṇa's toegewijde, de vaiṣṇava. Dat wordt ook vermeld. Vaiṣṇavera kriyā mūdra vijñeha nā bujhaya (CC Madhya 17.136). Zelfs een vaiṣṇava ācārya, wat hij aan het doen is kan zelfs de meest deskundige en intelligentste mens niet begrijpen. Daarom moeten we niet proberen om de hogere autoriteiten na te bootsen, maar we moeten de opdrachten en voorschriften, gegeven door de hogere autoriteiten, volgen. Het is niet mogelijk. Kṛṣṇa windt Arjuna op om te vechten. Dat betekent niet dat wij dit ook kunnen doen, opwinden, nee. Dat zal immoreel zijn. Voor Kṛṣṇa is het niet immoreel. Wat Hij ook doet ... God is goed, Hij is volkomen goed. We moeten het accepteren. Wat Hij ook doet, dat is volkomen goed. Dit is de ene kant. En wat ik ook doe zonder opdracht van de autoriteiten, dat is allemaal slecht. Hij heeft geen opdracht van iemand anders nodig. Īśvaraḥ paramaḥ kṛṣṇaḥ (Bs. 5.1). Hij is de allerhoogste bestuurder. Hij heeft geen instructie van iemand nodig. Wat Hij ook doet, het is perfect. Dit is Kṛṣṇa begrijpen. En niet dat ik Kṛṣṇa moet bestuderen op mijn eigen manier. Kṛṣṇa is niet onderhevig aan jouw inspectie of test. Hij staat boven alles. Hij is transcendentaal. Daarom begrijpen degenen die niet de transcendentale visie hebben Kṛṣṇa verkeerd. Hier is Hij direct aan het verleiden:

klaibyaṁ ma sma gamaḥ pārtha
naitat tvayy upapadyate
kśūdraṁ hṛdaya-daurbalyaṁ
taktvottiṣṭha parantapa
(BG 2.3)

Parantapa, dit woord, wordt gebruikt om te zeggen: "Je bent een kṣatriya, je bent koning. Het is jouw taak om de onheilszaaiers te straffen. Dat is jouw taak. Je kan de onheilszaaiers niet vergeven." Vroeger waren de koningen zo ... De koning veroordeelde zelf. Een crimineel werd voor de koning gebracht en als de koning dacht dat het verstandig was, nam hij zijn eigen zwaard en hakte onmiddellijk zijn hoofd af. Dat was de plicht van de koning. Zelfs niet heel lang geleden, ongeveer honderd jaar geleden in Kashmir. Zodra een dief was betrapt werd hij voor de koning gebracht en als het bewezen was dat hij een dief was en gestolen heeft, hakte de koning onmiddellijk zelf zijn handen af. Zelfs pas honderd jaar geleden. Dus alle andere dieven waren gewaarschuwd: "Dit is je straf." Dus er was geen dieverij. Er werd niet gestolen en geen inbraak gepleegd in Kashmir. Zelfs als iemand iets op de weg verloren was blijft het er liggen. Niemand zal het aanraken. Het bevel van de koning was: "Als er iets onbeheerd op straat ligt, mag je het niet aanraken. De man die het verloren heeft zal het komen ophalen. Je mag het niet meenemen. Zelfs pas honderd jaar geleden. Dus de doodstraf is vereist. Tegenwoordig wordt de doodstraf vergeven. Moordenaars worden niet opgehangen. Dit is allemaal fout, allemaal dwaasheid. Een moordenaar moet worden gedood. Geen genade. Waarom een ​​mensenmoordenaar? Zelfs een dierenmoordenaar moet onmiddellijk worden opgehangen. Dat is een koninkrijk. De koning zou zo streng moeten zijn.