NL/Prabhupada 0474 - Ariërs betekent degenen die gevorderd zijn
Lecture -- Seattle, October 7, 1968
De Vedānta adviseert: "Nu ga je over tot het onderzoeken naar Brahman." Athāto brahma jijñāsā. Dit geldt voor alle geciviliseerde mensen. Ik bedoel niet alleen de Amerikanen, in Europa, in Azië. Overal. Ariërs betekent degenen die gevorderd zijn. Niet-Ariërs betekent degenen die niet gevorderd zijn. Dit is het Sanskriet betekenis ārya.
Ariërs zijn in vier kasten verdeeld. De meest intelligente klasse heet brāhmaṇa en de minder dan de brāhmaṇa's betekent degenen die bestuurders zijn, politici, dat zijn kṣatriya's. En dan de handels klasse, handelaren, verkopers, industriëlen, minder dan de administratieve klasse. En minder dan dat, de śūdra. Śūdra betekent werkman, arbeider. Dus dit systeem is niet nieuw. Het is overal. Overal in elke menselijke samenleving zijn deze vier klassen van mensen. Soms wordt ik gevraagd waarom er het kastenstelsel in India is. Nou, dit kastenstelsel is er. Het is natuurlijk. In de Bhagavad-gītā staat: catur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ: (BG 4.13) "De vier klassen van de mensen zijn er. Dat is Mijn wet."
Hoe zijn het vier klassen? Guṇa-karma-vibhāgaśaḥ. Guṇa betekent kwaliteit, en karma betekent werk. Als je goede eigenschappen hebt, intelligentie, brahmaanse kwaliteiten ... Brahmaanse eigenschappen betekent dat je de waarheid spreekt, je heel schoon bent, je hebt zelfbeheersing, je geest is evenwichtig, je bent tolerant, en zoveel kwaliteiten. Je gelooft in God, je kent de geschriften bijna helemaal. Dit zijn de eigenschappen van de hogere klasse, brāhmaṇa. De eerste eigenschap van een brāhmaṇa is dat hij eerlijk is. Hij zal alles openbaren zelfs aan zijn vijand. Hij zal nooit, ik bedoel te zeggen, iets verbergen. Satyam. Śaucam, heel schoon. Een brāhmaṇa moet driemaal daags een bad nemen en Hare Kṛṣṇa chanten. Bahyābhyantara, schoon van buiten, schoon van binnen. Dit zijn eigenschappen.
Dus wanneer deze mogelijkheden er zijn dan adviseert de Vedānta: "Nu begin je te onderzoeken naar Brahman." Athāto brahma jijñāsā. Athāto brahma jijñāsā. Wanneer iemand de materiële perfectie heeft bereikt, dan is de volgende taak om te onderzoeken. Als we niet onderzoeken, als we niet proberen te begrijpen wat Brahman is, dan zullen we gefrustreerd worden. Want het verlangen naar vooruitgang van kennis is er. De theorie van vooruitgang van kennis is dat niemand tevreden kan zijn met de kennis die hij al weet. Hij moet steeds meer weten. Dus in jullie land, in vergelijk met andere landen in deze tijd, jullie zijn materieel heel goed gevorderd. Nu moet je deze brahma-jijñāsā opnemen, onderzoek naar de Allerhoogste Absolute. Wat is dat Absolute? Wat ben ik? Ik ben ook Brahman. Want ik ben een essentieel onderdeel van Brahman, daarom ben ik ook Brahman. Zoals essentieel onderdeel, een klein deeltje goud is ook goud. Het is niet iets anders. Op dezelfde manier zijn wij ook een deeltje van Brahman of de Allerhoogste. Net als de moleculen van zonneschijn, die zijn ook verlichtend als de zon, maar ze zijn erg klein. Vergelijkbaar zijn wij levende wezens ook hetzelfde als God. Maar Hij is net zo groot als de zon of de deity in de zon, maar wij zijn kleine deeltjes, de moleculen van zonneschijn. Dit is de vergelijking tussen de Allerhoogste en ons.