NL/Prabhupada 0910 - Wij zullen altijd proberen overheerst te worden door Krishna. Dat is succesvol leven



730419 - Lecture SB 01.08.27 - Los Angeles

Prabhupāda: Want Kṛṣṇa heeft geen verschil tussen lichaam en het zelf. Hij is alleen het zelf, de spirituele ziel. Dus nu hebben we dit lichaam en het zelf. Ik ben het zelf maar ik bezit dit lichaam. Als we dan werkelijk afhankelijk van Kṛṣṇa worden, zoals Kṛṣṇa zelf-tevreden is, net zo kunnen wij ook zelf-tevreden zijn met Kṛṣṇa. Kaivalya-pataye namaḥ (SB 1.8.27). De māyāvādī filosofen, de monisten, willen één worden met de Allerhoogste. Zoals de Allerhoogste zelf-tevreden is, zo willen zij ook zelf-tevreden zijn door één te worden met de Allerhoogste. Onze filosofie is ook hetzelfde, kaivalya. Maar wij vertrouwen op Kṛṣṇa. We worden niet één met Kṛṣṇa. Dat is één. Als we gewoon akkoord gaan om de voorschriften van Kṛṣṇa te volgen dan is er geen onenigheid, dat is eenheid.

De māyāvādī filosofen denken dat: "Waarom zou ik mijn individuele afzonderlijk bestaan behouden? Ik zal opgaan in ..." Dat is niet mogelijk. Want we zijn gecreëerd ... Niet gecreëerd, vanaf het eerste begin zijn we een afgescheiden essentieel onderdeel. We zijn een afgescheiden essentieel onderdeel. Daarom zegt Kṛṣṇa in de Bhagavad-gītā: "Mijn beste Arjuna, jij, Ik en alle mensen die bij elkaar zijn op dit slagveld. In het verleden waren we individuen, we zijn op dit moment individuen, en in de toekomst zullen we als individuen blijven. We zijn allemaal individueel."

Nityo nityānāṁ cetanaś cetanānām (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Hij is de Allerhoogste nitya, Allerhoogste Levenskracht onder vele ontelbare levenskrachten. Wij zijn jīva, ontelbaar, ananta. Het is niet te tellen met hoeveel we zijn. Sa anantyāya kalpate (Śvetāśvatara Upaniṣad 5.9). Dus deze ananta, ontelbare levende wezens, en Kṛṣṇa is ook een levend wezen maar Hij is de voornaamste. Dat is het verschil. Nityo nityānāṁ ...

Net zoals er een leider is. De leader is één en er zijn veel volgers. Net zo is Kṛṣṇa het Allerhoogste Levende Wezen en wij zijn de ondergeschikte, afhankelijke levende wezens. Dat is het verschil. Afhankelijk, we kunnen begrijpen dat als Kṛṣṇa ons geen voedsel geeft dan verhongeren we. Dat is een feit. We kunnen niets produceren. Eko yo bahūnāṁ vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dus Kṛṣṇa onderhoudt en wij worden onderhouden. Daarom zal Kṛṣṇa de overheerser zijn en wij zullen overheerst worden. Dat is onze natuurlijke wezenlijke positie. Dus als we in deze materiële wereld ten onrechte overheerser willen worden dan is dat een illusie. Dat moeten we opgeven. Wij zullen altijd proberen overheerst te worden door Kṛṣṇa. Dat is succesvol leven.

Heel veel dank.

Toegewijden: Haribol, alle eer aan Prabhupāda!