NL/Prabhupada 0748 - De Heer wil de toegewijde tevreden stellen: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0748 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Los Angeles]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0747 - Draupadi bad; Krishna red me als U wilt|0747|NL/Prabhupada 0749 - Krishna voelt pijn, dus wordt Krishna-bewust|0749}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|p2ag_M4aA4Y|De Heer wil zijn toegewijden tevreden stellen<br />- Prabhupāda 0748}}
{{youtube_right|OhEn8w5m_yg|De Heer wil de toegewijde tevreden stellen<br />- Prabhupāda 0748}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730421SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730421SB-LOS_ANGELES_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
De Heer zegt in de Bhagavad Gita: paritrāṇāya sādhūnāṁ vināśāya ca duṣkṛtām ([[Vanisource:BG 4.8|BG 4.8]]). Twee doelen dus. Als God verschijnt, dan heeft Hij twee missies. Een missie is paritrāṇāya sādhūnām en vināśāya ... Een missie is om de trouwe toegewijden, sādhu's te verlossen. Sādhu betekent heilig persoon.  
Dus de Heer zegt in de Bhagavad-gītā; ''paritrāṇāya sādhūnāṁ vināśāya ca duṣkṛtām'' ([[NL/BG 4.8|BG 4.8]]). Dus twee doelen. Als God incarneert dan heeft Hij twee missies. Een missie is; ''paritrāṇāya sādhūnām'' en ''vināśāya'' ... Een missie is om de trouwe toegewijden, ''sādhu'', te verlossen. ''Sādhu'' betekent heilig persoon.  


De sādhu ... Ik heb dit meerdere malen uitgelegd. Sādhu betekent toegewijde. Sādhu betekent niet aardse eerlijkheid of oneerlijkheid, moraliteit of immoraliteit. Het heeft niets te maken met materiële activiteiten. Hij is volledig spiritueel, sādhu. Soms zien we een "sādhu," als een persoon met materiele goedheid en moraliteit, maar eigenlijk is een "sādhu" op het transcendentale niveau. Ze zijn bezig met toegewijde dienst. Sa guṇān samatītyaitān ([[Vanisource:BG 14.26|BG 14.26]]). Een Sādhu is materiële kwaliteiten ontstegen. Paritrāṇāya sādhūnām. Paritrāṇāya betekent bevrijding.  
Ik heb dit meermaals uitgelegd. ''Sādhu'' betekent toegewijde. ''Sādhu'' betekent niet aardse eerlijkheid of oneerlijkheid, moraliteit of immoraliteit. Het heeft niets te maken met materiële activiteiten. Hij is alleen spiritueel, ''sādhu''. Maar soms noemen we iemand met materiele goedheid en moraliteit een "''sādhu''". Maar eigenlijk betekent "''sādhu''" op het transcendentale niveau. Degene die bezig zijn met toegewijde dienst. ''Sa guṇān samatītyaitān'' ([[NL/BG 14.26|BG 14.26]]). ''Sādhu'' is transcendentaal aan de materiële kwaliteiten. Dus; ''paritrāṇāya sādhūnām''. ''Paritrāṇāya'' betekent bevrijden.  


Als een sādhu al is bevrijd, hij is al op het transcendentale niveau, waarom moet hij dan bevrijd worden? Dat is de vraag. Daarom wordt dit woord viḍambanam gebruikt ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). Het is verwarrend. Het is tegenstrijdig. Het lijkt tegenstrijdig. Als een sādhu al bevrijd is ... Op transcendentaal niveau betekent, dat hij niet langer onder invloed staat van de drie materiële geaardheden der natuur, goedheid, hartstocht en onwetendheid. Het staat in de Bhagavad-Gītā duidelijk vermeld: sa guṇān samatītyaitān ([[Vanisource:BG 14.26|BG 14.26]]). Hij ontstijgt de materiële kwaliteiten. Een sādhu is een toegewijde. Waar is dan de vraag om bevrijding? De bevrijding ... Hij heeft geen verlossing nodig, een sādhu, maar omdat hij zeer gretig is om de Allerhoogste Heer van aangezicht tot aangezicht te zien, dat is zijn innerlijk verlangen, daarom komt Krishna. Niet voor bevrijding. Hij is al bevrijd. Hij is bevrijd van zijn materiele gebondenheid. Maar om hem tevreden te stellen, Krishna is altijd ...  
Nu, als een ''sādhu'' al bevrijd is, hij is op het transcendentale niveau, waarom is het dan nodig om hem te bevrijden? Dit is de vraag. Daarom wordt het woord ''viḍambanam'' gebruikt ([[Vanisource:SB 1.8.29|SB 1.8.29]]). Het is verwarrend. Het is tegenstrijdig. Het lijkt tegenstrijdig. Als een ''sādhu'' al bevrijd is ... Transcendentale positie betekent dat hij niet langer beheerst wordt door de drie materiële geaardheden der natuur, goedheid, hartstocht en onwetendheid. Want het staat duidelijk in de Bhagavad-gītā; ''sa guṇān samatītyaitān'' ([[NL/BG 14.26|BG 14.26]]). Hij ontstijgt de materiële kwaliteiten. Een ''sādhu'', toegewijde. Waar is er dan sprake van bevrijding? Een ''sādhu'' heeft geen bevrijding nodig, maar omdat hij heel erg verlangend is om de Allerhoogste Heer rechtstreeks te zien, dat is zijn innerlijk verlangen, daarom komt Kṛṣṇa. Niet voor bevrijding, hij is al bevrijd. Hij is al bevrijd van de materiele gebondenheid. Maar om hem tevreden te stellen. Kṛṣṇa is altijd ...  


Een toegewijde wil de Heer in alle opzichten tevreden stellen, maar meer dan een toegewijde, wilt de Heer de toegewijde tevreden stellen. Dat is hun liefdevolle uitwisseling. In onze gewone omgang bestaat dat ook, als je iemand lief hebt, wil je hem of haar tevreden stellen. Hij of zij wil dit ook terug doen. Als deze liefdevolle omgang in de materiële wereld bestaat, hoeveel sterker is dat dan wel niet in de spirituele wereld? Er bestaat een vers: " De sādhu woont in Mijn hart en ik woon ook in zijn hart." De sādhu denkt altijd aan Krishna en Krishna denkt altijd aan hem, aan de sādhu.
Net zoals een toegewijde de Heer in alle opzichten tevreden wil stellen, nog meer dan de toegewijde wil de Heer de toegewijde tevreden stellen. Dat is de liefdevolle uitwisseling. Net zoals in onze gewone omgang; als je van iemand houdt dan wil je hem of haar tevreden stellen. Net zo wil hij of zij dat ook terug doen. Dus als die liefdevolle uitwisseling in de materiële wereld bestaat, hoeveel verhevener is dat dan wel niet in de spirituele wereld? Dus er is een vers: "De ''sādhu'' is Mijn hart en Ik ben ook de ''sādhu'' zijn hart." De ''sādhu'' denkt altijd aan Kṛṣṇa en Kṛṣṇa denkt altijd aan Zijn toegewijde de ''sādhu''.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 13:55, 2 April 2021



Lecture on SB 1.8.29 -- Los Angeles, April 21, 1973

Dus de Heer zegt in de Bhagavad-gītā; paritrāṇāya sādhūnāṁ vināśāya ca duṣkṛtām (BG 4.8). Dus twee doelen. Als God incarneert dan heeft Hij twee missies. Een missie is; paritrāṇāya sādhūnām en vināśāya ... Een missie is om de trouwe toegewijden, sādhu, te verlossen. Sādhu betekent heilig persoon.

Ik heb dit meermaals uitgelegd. Sādhu betekent toegewijde. Sādhu betekent niet aardse eerlijkheid of oneerlijkheid, moraliteit of immoraliteit. Het heeft niets te maken met materiële activiteiten. Hij is alleen spiritueel, sādhu. Maar soms noemen we iemand met materiele goedheid en moraliteit een "sādhu". Maar eigenlijk betekent "sādhu" op het transcendentale niveau. Degene die bezig zijn met toegewijde dienst. Sa guṇān samatītyaitān (BG 14.26). Sādhu is transcendentaal aan de materiële kwaliteiten. Dus; paritrāṇāya sādhūnām. Paritrāṇāya betekent bevrijden.

Nu, als een sādhu al bevrijd is, hij is op het transcendentale niveau, waarom is het dan nodig om hem te bevrijden? Dit is de vraag. Daarom wordt het woord viḍambanam gebruikt (SB 1.8.29). Het is verwarrend. Het is tegenstrijdig. Het lijkt tegenstrijdig. Als een sādhu al bevrijd is ... Transcendentale positie betekent dat hij niet langer beheerst wordt door de drie materiële geaardheden der natuur, goedheid, hartstocht en onwetendheid. Want het staat duidelijk in de Bhagavad-gītā; sa guṇān samatītyaitān (BG 14.26). Hij ontstijgt de materiële kwaliteiten. Een sādhu, toegewijde. Waar is er dan sprake van bevrijding? Een sādhu heeft geen bevrijding nodig, maar omdat hij heel erg verlangend is om de Allerhoogste Heer rechtstreeks te zien, dat is zijn innerlijk verlangen, daarom komt Kṛṣṇa. Niet voor bevrijding, hij is al bevrijd. Hij is al bevrijd van de materiele gebondenheid. Maar om hem tevreden te stellen. Kṛṣṇa is altijd ...

Net zoals een toegewijde de Heer in alle opzichten tevreden wil stellen, nog meer dan de toegewijde wil de Heer de toegewijde tevreden stellen. Dat is de liefdevolle uitwisseling. Net zoals in onze gewone omgang; als je van iemand houdt dan wil je hem of haar tevreden stellen. Net zo wil hij of zij dat ook terug doen. Dus als die liefdevolle uitwisseling in de materiële wereld bestaat, hoeveel verhevener is dat dan wel niet in de spirituele wereld? Dus er is een vers: "De sādhu is Mijn hart en Ik ben ook de sādhu zijn hart." De sādhu denkt altijd aan Kṛṣṇa en Kṛṣṇa denkt altijd aan Zijn toegewijde de sādhu.