NL/Prabhupada 0942 - We hebben onnodige problemen gecreëerd, gewoon door Krishna te vergeten: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0941 - Sommige van onze studenten denken dat: "Waarom zou ik werken in deze missie?"|0941|NL/Prabhupada 0943 - Niets is van mij, isavasyam idam sarvam, alles is van Krishna|0943}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 21: Line 24:


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730427SB-LOS ANGELES_clip4.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730427SB-LOS_ANGELES_clip4.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Dus, avidyā-kāma-karmabhiḥ. Kāma. Kāma betekent verlangen. Net als zo veel wetenschappers die onderzoek doen naar nieuw voedsel, net als onze vriend de wetenschapper vanmorgen aan het vertellen was. Wat is dan nieuw voedsel? Eten is er al, toegewezen door Kṛṣṇa, "Je bent dit dier, je eten is dit. Je bent dat dier, je eten is dat." En wat de mensen betreft, hun eten is ook aangewezen, je moet prasādam nemen. Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati ([[Vanisource:BG 9.26|BG 9.26]]). Het is de plicht van de mens om prasādam te accepteren. Prasādam betekent; voedsel dat eerst geofferd wordt aan Kṛṣṇa. Dat is beschaving. Als je zegt, "Waarom zou ik het offeren?" dat is onbeschaafd. Het is dankbaarheid. Als je het offert aan Kṛṣṇa, dan ben je er bewust van dat deze levensmiddelen, deze granen, deze vruchten, deze bloemen, deze melk, gegeven zijn door Kṛṣṇa. Ik kan het zelf niet maken. In mijn fabriek kan ik al deze dingen niet maken. Alles wat we gebruiken, niemand kan dat maken, het wordt gegeven door Kṛṣṇa. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān. Dit kāmān. Wij verlangen en Kṛṣṇa levert. Zonder Zijn bevoorrading kan je het niet krijgen. Net als in ons India, na de onafhankelijkheid, dachten de leiders: "Nu hebben we onafhankelijkheid en kunnen we meer tractors aanschaffen en andere landbouwwerktuigen en dan zullen we genoeg te eten krijgen." Nu op dit moment, sinds twee jaar, is er schaarste aan water. Er is geen regen. Dus deze tractors staan te huilen. Zie je? Het is zinloos. Simpelweg met deze tractors en werktuigen, kun je niet produceren, tenzij er de genade van Kṛṣṇa is. Hij moet water leveren, dat bij gebrek aan ... Onlangs was het nieuws dat de mensen zo geïrriteerd zijn dat ze naar de secretaris gingen, zij eisten voedsel, en het resultaat was dat ze werden neergeschoten. Ja, zo veel mensen stierven. Dus eigenlijk, alhoewel we deze regeling hebben dat men moet werken, maar dat werk is eenvoudig. Als je Kṛṣṇa bewust blijft ... Want uiteindelijk is het Kṛṣṇa die de levensmiddelen levert. Dat is een feit. Elke religie aanvaardt dat. Net als in de Bijbel staat: "God geef ons ons dagelijks brood." Dat is een feit. God geeft. Je kunt geen brood produceren. Je kan brood in de bakkerij maken, maar de ... Wie zal je de tarwe leveren? Die wordt geleverd door Kṛṣṇa. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān.  
Dus, ''avidyā-kāma-karmabhiḥ'' ([[Vanisource:SB 1.8.35|SB 1.8.35]]). ''Kāma''. ''Kāma'' betekent verlangen. Net zoals veel wetenschappers onderzoek doen naar nieuw voedsel. Zoals onze vriend de wetenschapper vanmorgen aan het vertellen was. Wat is dan nieuw voedsel? Eten is er al, toegewezen door Kṛṣṇa: "Je bent dit dier, je eten is dit. Je bent dat dier, je eten is dat." En wat de mensen betreft, hun eten is ook aangewezen; je moet ''prasādam'' nemen. ''Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati'' ([[NL/BG 9.26|BG 9.26]]). Het is de plicht van de mens om ''prasādam'' te accepteren. ''Prasādam'' betekent voedsel dat eerst aan Kṛṣṇa geofferd is. Dat is beschaving. Als je zegt: "Waarom zou ik het offeren?" Dat is onbeschaafd. Het is dankbaarheid. Als je het aan Kṛṣṇa offert dan ben je er bewust van dat dit voedsel; deze granen, deze vruchten, deze bloemen, deze melk, gegeven zijn door Kṛṣṇa.  


Dus we hebben onnodige problemen gecreëerd, gewoon door Kṛṣṇa te vergeten. Dit is de materiële natuur. Bhave 'smin kliśyamānānām. Daarom moet je zo hard werken. Kliśyanti. Er is een ander vers in de Bhagavad-gītā, manaḥ-ṣaṣṭhānī prakṛti-sthāni karṣati. Karṣati, je zal heel hard worstelen, maar uiteindelijk krijg je zinsbevrediging. Uiteindelijk. In deze materiële wereld betekent zinsbevrediging, want kāma, kāma betekent zinsbevrediging. Kāma, het tegenovergestelde woord is liefde. Kāma betekent lust en liefde betekent van Kṛṣṇa houden. Dus dat is nodig. Maar hier in deze materiële wereld zijn ze bezig met heel hard werken. Ze hebben zo veel fabrieken uitgevonden, metaal fabrieken, enorme machines om het ijzer te smelten, en het heet ugra karma, asuric karma. Uiteindelijk zal je wat brood en wat fruit of een bloem eten. Waarom heb je zulke enorme fabrieken uitgevonden? Dat is avidyā, onwetendheid, avidyā. Stel je voor, honderd jaar geleden was er geen fabriek. Dus alle mensen van de wereld waren aan het verhongeren? Eh? Niemand was aan het verhongeren. In onze Vedische literatuur vinden we nergens een melding van fabrieken. Nee. Er zijn geen meldingen. En hoe rijk waren ze. Zelfs in Vṛndāvana. In Vṛndāvana, zodra Kaṁsa Nanda Mahārāja uitnodigde, onmiddellijk namen ze karren vol met melk preparaties om uit te delen. En je vindt in de literatuur dat ze allemaal goed gekleed en goed gevoed zijn. Ze hebben genoeg voedsel, genoeg melk, genoeg koeien. Maar het is een dorp, dorpelingen. Vṛndāvana is een dorp. Er is geen schaarste. Geen somberheid, altijd vrolijk, dansen, zingen en eten. Dus wij hebben deze problemen gecreëerd. Je hebt ze gewoon gemaakt. Nu hebben jullie zo veel koetsen zonder paard gemaakt, en het probleem is nu waar de benzine te krijgen is. In jullie land is het een probleem geworden vertelde Brahmānanda mij gisteren. Er zijn zo veel problemen. Helemaal onnodig hebben we zo veel kunstmatige behoeften gecreëerd. Kāma-karmabhiḥ. Dit heet kāma.
Ik kan het zelf niet maken. In mijn fabriek kan ik al deze dingen niet maken. Alles wat we gebruiken, niemand kan dat maken, het wordt gegeven door Kṛṣṇa. ''Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit ''kāmān''. Wij verlangen en Kṛṣṇa geeft het. Zonder dat Hij het geeft kan je het niet krijgen. Net zoals in India, na de onafhankelijkheid dachten de leiders: "Nu hebben we onafhankelijkheid en we zullen meer tractors aanschaffen en andere landbouwwerktuigen en dan zullen we genoeg voedsel krijgen." Nu, op dit moment, sinds twee jaar is er schaarste aan water. Er is geen regen. Dus deze tractors staan te huilen. Snap je? Het is zinloos. Alleen met deze tractoren en werktuigen kan je niets produceren tenzij de genade van Kṛṣṇa er is. Hij moet het water leveren dat bij gebrek aan ...
 
Onlangs was het nieuws dat de mensen zo geïrriteerd waren dat ze naar de secretaris gingen, ze eisten voedsel en het resultaat was dat ze werden neergeschoten. Ja, zoveel mensen stierven. Dus eigenlijk, hoewel we de regeling hebben dat men moet werken, maar dat werk is eenvoudig. Als je Kṛṣṇa bewust blijft ... Want uiteindelijk is het Kṛṣṇa die het voedsel levert. Dat is een feit. Elke religie aanvaardt dat. Net zoals in de Bijbel staat: "God geef ons dagelijks brood." Dat is een feit. God geeft. Je kan geen brood produceren. Je kan brood in de bakkerij maken maar wie zal je de tarwe leveren? Die wordt geleverd door Kṛṣṇa. ''Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān'' (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13).
 
Dus we hebben onnodige problemen gecreëerd, gewoon door Kṛṣṇa te vergeten. Dit is de materiële natuur. ''Bhave 'smin kliśyamānānām'' ([[Vanisource:SB 1.8.35|SB 1.8.35]]). Daarom moet je zo hard werken. ''Kliśyanti''. Er is een ander vers in de Bhagavad-gītā; ''manaḥ-ṣaṣṭhānī prakṛti-sthāni karṣati'' ([[NL/BG 15.7|BG 15.7]]). ''Karṣati'', je zal heel hard ploeteren maar uiteindelijk krijg je zinsbevrediging. Deze materiële wereld betekent zinsbevrediging want ''kāma'' betekent zinsbevrediging. ''Kāma'', het tegenovergestelde woord is liefde. ''Kāma'' betekent lust en liefde betekent van Kṛṣṇa houden. Dus dat is nodig. Maar hier in deze materiële wereld zijn ze bezig met heel hard werken. Ze hebben zo veel fabrieken uitgevonden, metaal fabrieken, enorme machines om het ijzer te smelten. En dat heet ''ugra karma, asuric karma''. Uiteindelijk zal je wat brood en wat fruit of een bloem eten. Waarom heb je zulke enorme fabrieken uitgevonden? Dat is ''avidyā'', onwetendheid, ''avidyā''.  
 
Stel je voor, honderd jaar geleden was er geen fabriek. Dus alle mensen in de wereld waren aan het verhongeren? Eh? Niemand was aan het verhongeren. In onze Vedische literatuur zien we nergens een vermelding van fabrieken. Nee. Er is geen vermelding. En zo rijk waren ze. Zelfs in Vṛndāvana. Zodra Kaṁsa Nanda Mahārāja uitnodigde namen ze meteen karren vol met melk preparaties om uit te delen. En je ziet in de literatuur dat ze allemaal goed gekleed en goed gevoed zijn. Ze hebben genoeg voedsel, genoeg melk en genoeg koeien. Maar het zijn dorpelingen. Vṛndāvana is een dorp. Er is geen schaarste. Geen somberheid, altijd vrolijk, dansen, zingen en eten. Dus wij hebben deze problemen gecreëerd. Je hebt ze gewoon gemaakt. Nu hebben jullie zo veel koetsen zonder paard gemaakt en het probleem is nu waar er benzine te krijgen is. In jullie land is het een probleem geworden vertelde Brahmānanda mij gisteren. Er zijn zoveel problemen. Helemaal onnodig hebben we zoveel kunstmatige behoeftes gecreëerd. ''Kāma-karmabhiḥ''. Dit heet ''kāma''.
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:05, 28 October 2021



730427 - Lecture SB 01.08.35 - Los Angeles

Dus, avidyā-kāma-karmabhiḥ (SB 1.8.35). Kāma. Kāma betekent verlangen. Net zoals veel wetenschappers onderzoek doen naar nieuw voedsel. Zoals onze vriend de wetenschapper vanmorgen aan het vertellen was. Wat is dan nieuw voedsel? Eten is er al, toegewezen door Kṛṣṇa: "Je bent dit dier, je eten is dit. Je bent dat dier, je eten is dat." En wat de mensen betreft, hun eten is ook aangewezen; je moet prasādam nemen. Patraṁ puṣpaṁ phalaṁ toyaṁ yo me bhaktyā prayacchati (BG 9.26). Het is de plicht van de mens om prasādam te accepteren. Prasādam betekent voedsel dat eerst aan Kṛṣṇa geofferd is. Dat is beschaving. Als je zegt: "Waarom zou ik het offeren?" Dat is onbeschaafd. Het is dankbaarheid. Als je het aan Kṛṣṇa offert dan ben je er bewust van dat dit voedsel; deze granen, deze vruchten, deze bloemen, deze melk, gegeven zijn door Kṛṣṇa.

Ik kan het zelf niet maken. In mijn fabriek kan ik al deze dingen niet maken. Alles wat we gebruiken, niemand kan dat maken, het wordt gegeven door Kṛṣṇa. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13). Dit kāmān. Wij verlangen en Kṛṣṇa geeft het. Zonder dat Hij het geeft kan je het niet krijgen. Net zoals in India, na de onafhankelijkheid dachten de leiders: "Nu hebben we onafhankelijkheid en we zullen meer tractors aanschaffen en andere landbouwwerktuigen en dan zullen we genoeg voedsel krijgen." Nu, op dit moment, sinds twee jaar is er schaarste aan water. Er is geen regen. Dus deze tractors staan te huilen. Snap je? Het is zinloos. Alleen met deze tractoren en werktuigen kan je niets produceren tenzij de genade van Kṛṣṇa er is. Hij moet het water leveren dat bij gebrek aan ...

Onlangs was het nieuws dat de mensen zo geïrriteerd waren dat ze naar de secretaris gingen, ze eisten voedsel en het resultaat was dat ze werden neergeschoten. Ja, zoveel mensen stierven. Dus eigenlijk, hoewel we de regeling hebben dat men moet werken, maar dat werk is eenvoudig. Als je Kṛṣṇa bewust blijft ... Want uiteindelijk is het Kṛṣṇa die het voedsel levert. Dat is een feit. Elke religie aanvaardt dat. Net zoals in de Bijbel staat: "God geef ons dagelijks brood." Dat is een feit. God geeft. Je kan geen brood produceren. Je kan brood in de bakkerij maken maar wie zal je de tarwe leveren? Die wordt geleverd door Kṛṣṇa. Eko bahūnāṁ yo vidadhāti kāmān (Kaṭha Upaniṣad 2.2.13).

Dus we hebben onnodige problemen gecreëerd, gewoon door Kṛṣṇa te vergeten. Dit is de materiële natuur. Bhave 'smin kliśyamānānām (SB 1.8.35). Daarom moet je zo hard werken. Kliśyanti. Er is een ander vers in de Bhagavad-gītā; manaḥ-ṣaṣṭhānī prakṛti-sthāni karṣati (BG 15.7). Karṣati, je zal heel hard ploeteren maar uiteindelijk krijg je zinsbevrediging. Deze materiële wereld betekent zinsbevrediging want kāma betekent zinsbevrediging. Kāma, het tegenovergestelde woord is liefde. Kāma betekent lust en liefde betekent van Kṛṣṇa houden. Dus dat is nodig. Maar hier in deze materiële wereld zijn ze bezig met heel hard werken. Ze hebben zo veel fabrieken uitgevonden, metaal fabrieken, enorme machines om het ijzer te smelten. En dat heet ugra karma, asuric karma. Uiteindelijk zal je wat brood en wat fruit of een bloem eten. Waarom heb je zulke enorme fabrieken uitgevonden? Dat is avidyā, onwetendheid, avidyā.

Stel je voor, honderd jaar geleden was er geen fabriek. Dus alle mensen in de wereld waren aan het verhongeren? Eh? Niemand was aan het verhongeren. In onze Vedische literatuur zien we nergens een vermelding van fabrieken. Nee. Er is geen vermelding. En zo rijk waren ze. Zelfs in Vṛndāvana. Zodra Kaṁsa Nanda Mahārāja uitnodigde namen ze meteen karren vol met melk preparaties om uit te delen. En je ziet in de literatuur dat ze allemaal goed gekleed en goed gevoed zijn. Ze hebben genoeg voedsel, genoeg melk en genoeg koeien. Maar het zijn dorpelingen. Vṛndāvana is een dorp. Er is geen schaarste. Geen somberheid, altijd vrolijk, dansen, zingen en eten. Dus wij hebben deze problemen gecreëerd. Je hebt ze gewoon gemaakt. Nu hebben jullie zo veel koetsen zonder paard gemaakt en het probleem is nu waar er benzine te krijgen is. In jullie land is het een probleem geworden vertelde Brahmānanda mij gisteren. Er zijn zoveel problemen. Helemaal onnodig hebben we zoveel kunstmatige behoeftes gecreëerd. Kāma-karmabhiḥ. Dit heet kāma.