NL/Prabhupada 0909 - Ik was gedwongen om in deze positie te komen om de opdracht van mijn Guru Maharaja uit te voeren: Difference between revisions

 
(Vanibot #0005: NavigationArranger - update old navigation bars (prev/next) to reflect new neighboring items)
 
Line 9: Line 9:
[[Category:Dutch Language]]
[[Category:Dutch Language]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0908 - Ik kan proberen om gelukkig te worden, maar als Krishna het niet toestaat zal ik nooit gelukkig worden|0908|NL/Prabhupada 0910 - Wij zullen altijd proberen overheerst te worden door Krishna. Dat is succesvol leven|0910}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 17: Line 20:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|UhCsX7Lphuc|Ik werd gedwongen om deze positie uit te voeren naar de wens van mijn goeroe Maharaja<br/>- Prabhupāda 0909}}
{{youtube_right|UhCsX7Lphuc|Ik was gedwongen om in deze positie te komen om de opdracht van mijn Guru Maharaja uit te voeren<br/>- Prabhupāda 0909}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730419SB-LOS_ANGELES_clip3.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730419SB-LOS_ANGELES_clip3.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 29: Line 32:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Prabhupāda: Kṛṣṇa zegt: "Iedereen die probeert om mij te benaderen, om Kṛṣṇa bewust te worden, en op hetzelfde moment zoekt hij materieel geluk, Hij is niet erg intelligent." Dat betekent dat hij zijn tijd verspilt. Onze voornaamste activiteit is om Kṛṣṇa bewust te worden. Dit is het belangrijkste doel van het menselijk leven. Maar als we onze tijd verspillen met materiële verbetering, en vergeten te chanten, dan is dat verlies, een groot verlies. Dus bij een dergelijke mentaliteit, zegt Kṛṣṇa: āmi vijña tare keno viṣaya diba. "Dus deze deugniet vraagt ​​om materiële welvaart van Mij door het overslaan van toegewijde dienst. Waarom zou ik hem materiële welvaart geven? Integendeel, wat hij heeft, zal ik het weg te nemen."(Gelach) Ja. Het is niet om te lachen. Wanneer het wordt weggenomen, worden we erg somber. Maar dat is de test. Dat wordt verklaard door Kṛṣṇa zelf aan Yudhiṣṭhira Mahārāja: yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ ([[Vanisource:SB 10.88.8|SB 10.88.8]]).  
Prabhupāda: Dus Kṛṣṇa zegt dat: "Iedereen die probeert Mij te benaderen om Kṛṣṇa-bewust te worden en tegelijkertijd materieel gelukkig wil worden, die is niet erg intelligent." Dat betekent dat hij zijn tijd verspilt. Onze belangrijkste taak is hoe Kṛṣṇa-bewust te worden. Dit is de belangrijkste taak van het menselijk leven. Maar als we onze tijd verspillen voor materiële verbetering en vergeten te chanten dan is dat een groot verlies. Dus die mentaliteit zegt Kṛṣṇa; ''āmi vijña tare keno viṣaya diba'' ([[Vanisource:CC Madhya 22.39|CC Madhya 22.39]]). "Dus deze dwaas vraagt ​​Mij om materiële welvaart door toegewijde dienst te doen. Waarom zou Ik hem materiële welvaart geven? Integendeel, Ik zal alles wat hij heeft wegnemen."(gelach) Ja. Het is niet om te lachen. Wanneer het weggenomen is worden we heel somber. Maar dat is de test.  


Yudhiṣṭhira Mahārāja informeerde indirect van Kṛṣṇa dat: "We volledig afhankelijk zijn van u, en nog steeds zijn we lijden materieel gezien zo erg, dat ons koninkrijk wordt weggenomen, onze vrouw wordt beledigd, er wordt geprobeerd om ons in ons huis te verbranden" Dus Kṛṣṇa zei: "Ja, dat is mijn eerste doel." Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ. "Als ik speciaal wil begunstigen, dan neem Ik al zijn bronnen van inkomsten weg." Zeer gevaarlijk. Ja. Ik heb mijn praktijkervaring in dit verband gekregen. Ja. Dat is een speciale gunst van Kṛṣṇa. Ik wil het niet vertellen, maar het is een feit. (Lacht) Het is een feit. Mijn Guru Mahārāja verwachtte van mij toen ik vijfentwintig jaar oud, dat "Jij moet gaan prediken" Maar ik dacht: "Allereerst, zal ik een rijk man  worden, en ik zal dat geld te gebruiken voor het prediken."
Dat zegt Kṛṣṇa Zelf aan Yudhiṣṭhira Mahārāja; ''yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ'' ([[Vanisource:SB 10.88.8|SB 10.88.8]]). Yudhiṣṭhira Mahārāja vroeg indirect aan Kṛṣṇa dat: "Wij zijn volledig afhankelijk van U, en toch lijden we materieel zoveel dat ons koninkrijk is afgepakt en onze vrouw is beledigd en er is geprobeerd om ons in het huis te verbranden." Dus Kṛṣṇa zei: "Ja, dat is mijn eerste taak." ''Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ'' ([[Vanisource:SB 10.88.8|SB 10.88.8]]). "Als Ik iemand speciaal begunstig dan neem Ik al zijn bronnen van inkomsten weg." Heel gevaarlijk. Ja.  


Dus dat is een lange historie. Ik kreeg een goede kans zeer rijk man te worden in het bedrijfsleven. En een astroloog vertelde me dat: "U had als Birla moeten worden." Zo waren er een aantal kansen, zeer goede kansen. Ik was manager in een grote chemische fabriek. Ik begon mijn eigen fabriek, het bedrijf was zeer succesvol. Maar alles werd ontmanteld. Ik werd gedwongen om de wens van mijn Guru Mahārāja uit te voeren.  
Ik heb hier praktische ervaring mee. Ja. Dat is een speciale gunst van Kṛṣṇa. Ik wil het niet vertellen maar het is een feit. (gelach) Het is een feit. Mijn Guru Mahārāja gaf mij de opdracht toen ik vijfentwintig jaar oud was dat: "Jij moet gaan prediken." Maar ik dacht: "Allereerst zal ik een rijk man worden en ik zal dat geld gebruiken om te prediken." Dus dat is een lange geschiedenis. Ik kreeg een goede kans om heel rijk te worden in de business. En een astroloog vertelde me dat: "U had als Birla moeten worden." Dus er waren hele goede kansen. Ik was manager in een grote chemische fabriek. Ik begon mijn eigen fabriek en het bedrijf was heel succesvol. Maar alles viel uit elkaar. Ik was gedwongen om in deze positie te komen om de opdracht van mijn Guru Maharaja uit te voeren.  


Toegewijden: Jaya, Haribol...  
Toegewijden: ''Jaya, Haribol''.


Prabhupāda: Akiñcana-vittāya. Toen alles klaar was, nam ik van Kṛṣṇa, aan dat: "U bent de enige ..." Daarom Kṛṣṇa is akiñcana-vitta. Wanneer men onteigend raakt van al zijn materiële rijkdom ... En nu besef ik dat ik niets heb verloren, ik ben geestelijk rijker. Ik ben verrijkt. Dat is een feit. Dus, om omwille van Kṛṣṇa je materiële rijkdom te verliezen is geen verlies, het is de grootste winst. Daarom wordt er gezegd: akiñcana-Vitta. Wanneer men akiñcana wordt, niets te bezitten, alles is klaar, Kṛṣṇa wordt dan de enige rijkdom in die persoon. Omdat hij toegewijde is. Net zoals Narottama dāsa Ṭhākura zegt:
Prabhupāda: ''Akiñcana-vittāya'' ([[Vanisource:SB 1.8.27|SB 1.8.27]]). Toen alles kapot was, toen nam ik Kṛṣṇa dat: "U bent de enige ..." Daarom is Kṛṣṇa ''akiñcana-vitta''. Wanneer iemand al zijn materiële weelde kwijtraakt ... En nu realiseer ik me dat ik niet verloren heb, ik heb gewonnen. Ik heb gewonnen. Dat is een feit. Dus om voor Kṛṣṇa materiële weelde te verliezen is geen verlies, het is de grootste winst. Daarom staat er; ''akiñcana-vitta'' ([[Vanisource:SB 1.8.27|SB 1.8.27]]). Als iemand ''akiñcana'' wordt, niets bezitten, alles is voorbij, dan wordt Kṛṣṇa de enige rijkdom voor zo iemand. Omdat hij een toegewijde is.  


:hā hā prabhu nanda-suta, vṛṣabhānu-sutā-juta
Net zoals Narottama dāsa Ṭhākura zegt;
:karuṇā karaha ei-bāra


:narottama-dāsa koy, nā ṭheliha rāṅgā pāy  
:''hā hā prabhu nanda-suta, vṛṣabhānu-sutā-juta''
:tomā bine ke āche āmāra
:''karuṇā karaha ei-bāra''
:''narottama-dāsa koy, nā ṭheliha rāṅgā pāy''
:''tomā bine ke āche āmāra''
(Narottama dāsa Ṭhākura)


De positie zoals: "Kṛṣṇa, met uitzondering van uzelf, ik heb niets te claimen. Ik heb niets, geen bezit. Dus verwaarloos mij niet, want U bent mijn enige bezit." Deze positie is erg mooi. Wanneer we niet afhankelijk zijn van iets materieels, geef u simpelweg over aan Kṛṣṇa. Dat is in de eerste klas positie van Kṛṣṇa-bewustzijn. Daarom spreek je over Kṛṣṇa in deze posite als: akiñcana-vittāya. "Wanneer men materieel verarmd wordt, bent U de enige rijkdom." Akiñcana-vittāya. Namaḥ akiñcana-vitta, nivṛtta-guṇa-vṛttaye. "Dit geldt wanneer men U als de enige bezit neemt, onmiddellijk wordt hij vrij van de activiteiten van deze materiële natuur." Hij wordt onmiddellijk geplaatst op het transcendentale vlak van het Absolute. Akiñcana-vittāya nivṛtta-guṇa-vṛttaye, ātmārāmāya ([[Vanisource:SB 1.8.27|SB 1.8.27]]). "Op dat moment, wordt hij blij met U, want U bent Kṛṣṇa, U bent tevreden met Uzelf ..."
De positie dat: "Kṛṣṇa, behalve Uzelf kan ik nergens aanspraak op maken. Ik heb niets, geen bezittingen. Dus verwaarloos mij niet want U bent mijn enige bezit." Deze positie is heel goed. Als we op niets materieels rekenen, alleen maar op Kṛṣṇa vertrouwen. Dat is in de eersteklas positie in Kṛṣṇa-bewustzijn. Daarom wordt Kṛṣṇa aangesproken als; ''akiñcana-vittāya'' ([[Vanisource:SB 1.8.27|SB 1.8.27]]). "Als iemand materieel arm wordt dan bent U de enige rijkdom." ''Akiñcana-vittāya. Namaḥ akiñcana-vitta, nivṛtta-guṇa-vṛttaye'' ([[Vanisource:SB 1.8.27|SB 1.8.27]]). "Het resultaat is dat wanneer iemand U als het enige bezit heeft dan wordt hij onmiddellijk vrij van de activiteiten van deze materiële natuur." Dat betekent dat hij onmiddellijk geplaatst wordt op de absolute transcendentale positie. ''Akiñcana-vittāya nivṛtta-guṇa-vṛttaye, ātmārāmāya'' (SB 1.8.27). "Op dat moment wordt hij gelukkig met U zoals U, Kṛṣṇa, gelukkig bent met Uzelf."  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 07:04, 1 October 2021



Lecture on SB 1.8.27 -- Los Angeles, April 19, 1973

Prabhupāda: Dus Kṛṣṇa zegt dat: "Iedereen die probeert Mij te benaderen om Kṛṣṇa-bewust te worden en tegelijkertijd materieel gelukkig wil worden, die is niet erg intelligent." Dat betekent dat hij zijn tijd verspilt. Onze belangrijkste taak is hoe Kṛṣṇa-bewust te worden. Dit is de belangrijkste taak van het menselijk leven. Maar als we onze tijd verspillen voor materiële verbetering en vergeten te chanten dan is dat een groot verlies. Dus die mentaliteit zegt Kṛṣṇa; āmi vijña tare keno viṣaya diba (CC Madhya 22.39). "Dus deze dwaas vraagt ​​Mij om materiële welvaart door toegewijde dienst te doen. Waarom zou Ik hem materiële welvaart geven? Integendeel, Ik zal alles wat hij heeft wegnemen."(gelach) Ja. Het is niet om te lachen. Wanneer het weggenomen is worden we heel somber. Maar dat is de test.

Dat zegt Kṛṣṇa Zelf aan Yudhiṣṭhira Mahārāja; yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ (SB 10.88.8). Yudhiṣṭhira Mahārāja vroeg indirect aan Kṛṣṇa dat: "Wij zijn volledig afhankelijk van U, en toch lijden we materieel zoveel dat ons koninkrijk is afgepakt en onze vrouw is beledigd en er is geprobeerd om ons in het huis te verbranden." Dus Kṛṣṇa zei: "Ja, dat is mijn eerste taak." Yasyāham anugṛhṇāmi hariṣye tad dhanaṁ śanaiḥ (SB 10.88.8). "Als Ik iemand speciaal begunstig dan neem Ik al zijn bronnen van inkomsten weg." Heel gevaarlijk. Ja.

Ik heb hier praktische ervaring mee. Ja. Dat is een speciale gunst van Kṛṣṇa. Ik wil het niet vertellen maar het is een feit. (gelach) Het is een feit. Mijn Guru Mahārāja gaf mij de opdracht toen ik vijfentwintig jaar oud was dat: "Jij moet gaan prediken." Maar ik dacht: "Allereerst zal ik een rijk man worden en ik zal dat geld gebruiken om te prediken." Dus dat is een lange geschiedenis. Ik kreeg een goede kans om heel rijk te worden in de business. En een astroloog vertelde me dat: "U had als Birla moeten worden." Dus er waren hele goede kansen. Ik was manager in een grote chemische fabriek. Ik begon mijn eigen fabriek en het bedrijf was heel succesvol. Maar alles viel uit elkaar. Ik was gedwongen om in deze positie te komen om de opdracht van mijn Guru Maharaja uit te voeren.

Toegewijden: Jaya, Haribol.

Prabhupāda: Akiñcana-vittāya (SB 1.8.27). Toen alles kapot was, toen nam ik Kṛṣṇa dat: "U bent de enige ..." Daarom is Kṛṣṇa akiñcana-vitta. Wanneer iemand al zijn materiële weelde kwijtraakt ... En nu realiseer ik me dat ik niet verloren heb, ik heb gewonnen. Ik heb gewonnen. Dat is een feit. Dus om voor Kṛṣṇa materiële weelde te verliezen is geen verlies, het is de grootste winst. Daarom staat er; akiñcana-vitta (SB 1.8.27). Als iemand akiñcana wordt, niets bezitten, alles is voorbij, dan wordt Kṛṣṇa de enige rijkdom voor zo iemand. Omdat hij een toegewijde is.

Net zoals Narottama dāsa Ṭhākura zegt;

hā hā prabhu nanda-suta, vṛṣabhānu-sutā-juta
karuṇā karaha ei-bāra
narottama-dāsa koy, nā ṭheliha rāṅgā pāy
tomā bine ke āche āmāra

(Narottama dāsa Ṭhākura)

De positie dat: "Kṛṣṇa, behalve Uzelf kan ik nergens aanspraak op maken. Ik heb niets, geen bezittingen. Dus verwaarloos mij niet want U bent mijn enige bezit." Deze positie is heel goed. Als we op niets materieels rekenen, alleen maar op Kṛṣṇa vertrouwen. Dat is in de eersteklas positie in Kṛṣṇa-bewustzijn. Daarom wordt Kṛṣṇa aangesproken als; akiñcana-vittāya (SB 1.8.27). "Als iemand materieel arm wordt dan bent U de enige rijkdom." Akiñcana-vittāya. Namaḥ akiñcana-vitta, nivṛtta-guṇa-vṛttaye (SB 1.8.27). "Het resultaat is dat wanneer iemand U als het enige bezit heeft dan wordt hij onmiddellijk vrij van de activiteiten van deze materiële natuur." Dat betekent dat hij onmiddellijk geplaatst wordt op de absolute transcendentale positie. Akiñcana-vittāya nivṛtta-guṇa-vṛttaye, ātmārāmāya (SB 1.8.27). "Op dat moment wordt hij gelukkig met U zoals U, Kṛṣṇa, gelukkig bent met Uzelf."