NL/Prabhupada 0427 - De ziel is verschillend van het grofstoffelijk en fijnstoffelijk lichaam: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0427 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0426 - Iemand die wijs is treurt niet om het levende noch om het dode lichaam|0426|NL/Prabhupada 0428 - Het speciale voorrecht van de mens is om te begrijpen "wat ik ben"|0428}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|otUB3kRec2Y|De ziel is verschillend van het grofstoffelijk en fijnstoffelijk lichaam<br/>- Prabhupāda 0427}}
{{youtube_right|RYRLpP_cgOw|De ziel is verschillend van het grofstoffelijk en fijnstoffelijk lichaam<br/>- Prabhupāda 0427}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/720716BG.EDI_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720716BG.EDI_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 25: Line 28:
<!-- END VANISOURCE LINK -->
<!-- END VANISOURCE LINK -->


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->  
Volgens het Vedische systeemzijn er vier klassen  van  mensen  in de samenleving. Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ ([[Vanisource:BG 4.13|BG 4.13]]). De menselijke samenleving moet worden  onderverdeeld  in vier klassen  van  mensen. Net als  in ons lichaam,  zijn  er  vier verschillende afdelingen: de hersenen  afdeling, de hand afdeling, de buik afdelingen de been afdeling. hebt al  deze nodig. Als het lichaam gehandhaafd  moet wordendan moet je je hoofd, je armen, je buiken benen goed onderhouden. De samenwerking. Je  hebt  vele  malen  gehoord over het kastensysteem van India: brāhmaṇa, kṣatriya, vaiśya, śūdra. Dit is niet kunstmatig. Het is natuurlijk. In elke samenleving ga  je, niet alleen in India, in elk ander landdeze vier klassen van mensen zijn  er. Intelligente klasse van mensen, beheerder  klasse van mensen, productieve klasse van mensen en arbeiders klasse van mensen. Je  geeft  het  verschillende namen, maar er moet een  dergelijke  divisie  zijn. Zoals ik al  zei, zijn er  afdelingen in mijn eigen lichaam - de hersenen  afdeling, de armen  afdeling, de buik afdelingen de been afdeling. Dus al  de  koningen,  ze  behoren tot de gewapende  afdeling voor de bescherming van het volk. Dus voorheen, de kṣatriya's... Kṣatriya betekent degene die bescherming  geeft  aan  de burgers tegen schade van andere vijanden. Dat heet kṣatriya.
Volgens het Vedische systeem zijn er vier mensenklassen in de samenleving. ''Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ'' ([[NL/BG 4.13|BG 4.13]]). De menselijke samenleving moet in vier mensenklassen onderverdeeld worden. Net zoals er in ons lichaam vier verschillende afdelingen zijn: de hersen afdeling, de hand afdeling, de buik afdeling en de been afdeling. Je hebt deze allemaal nodig. Als het lichaam onderhouden moet worden dan moet je je hoofd, je armen, je buik en benen goed onderhouden. De samenwerking. Jullie hebben vaak gehoord over het kastensysteem van India: ''brāhmaṇa, kṣatriya, vaiśya, śūdra''. Dit is niet kunstmatig. Het is natuurlijk. In elke samenleving waar je gaat, niet alleen in India, in elk ander land zijn deze vier klassen van mensen. Intelligente klasse van mensen, administratieve klasse van mensen, productieve klasse van mensen en arbeiders klasse van mensen. Het heeft verschillende namen, maar er moet zo'n verdeling zijn. Zoals ik zei, er zijn afdelingen in mijn eigen lichaam - de hersen afdeling, de arm afdeling, de buik afdeling en de been afdeling. Dus alle koningen behoren tot de arm afdeling voor de bescherming van het volk. Dus voorheen, de ''kṣatriya's'' ... ''Kṣatriya'' betekent degene die de burgers beschermt tegen schade van andere vijanden. Dat heet ''kṣatriya''. Dus ons punt is dat Kṛṣṇa aan Arjuna vertelt dat: "Waarom wijk je van je plicht af? Denk je dat je broer of je oom of je opa aan de andere kant dood zullen zijn na het vechten? Nee, zo is het niet." Het punt is dat Kṛṣṇa Arjuna wilde leren dat dit lichaam verschillend is van de persoon. Net zoals ieder van ons verschillend zijn van onze shirt en jas. Vergelijkbaar zijn wij, de levende wezens, de ziel, verschillend van het grofstoffelijk en fijnstoffelijk lichaam. Dat is de filosofie van de Bhagavad-gītā. Mensen begrijpen het niet. In het algemeen denken de mensen dat ze dit lichaam zijn. Dat is veroordeeld in de ''śāstra's''.  


Dus  ons  punt  is  dat  Kṛṣṇa  informeert  Arjuna  dat  "Waarom  wijk  je  van  je  plicht  af?  Denk  je  dat  je  broer  of  je  oom  of  je  opa  aan  de  andere  kant,  dood  zullen  zijn  na  het  vechten?  Nee,  dat  is  niet  het  feit."  Het  punt  is  dat  Kṛṣṇa  Arjuna  wilde  leren  dat  dit  lichaam  verschillend  is  van  de  persoon.  Net  als  ieder  van  ons,  wij  zijn  verschillend  van  shirt  en  jas.  Op  dezelfde  manier,  wij  levende  wezens,  de  ziel  is  verschillend  van  het  grofstoffelijk  en  fijnstoffelijk  lichaam  Dat  is  de  filosofie  van  de  Bhagavad-gītā.  Mensen  begrijpen  het  niet.  In  het  algemeen,  mensen  denken  dat  ze  dit  lichaam  zijn.  Dat  is  veroordeeld  in  de  śāstras 
:''yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke''
 
:''sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ''
:yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke
:''yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij''
:sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ
:''janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ''
:yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij
:janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ
:([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]])
:([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]])


Go betekent koeen khara betekent ezel. Iedereen die op  het  lichamelijk  begrip  van  het  leven  is, yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke... Het  lichamelijke begrip  van  het  leven  is bedoeld voor de dieren. De hond weet niet dat hij niet  dit lichaam is, hij is een pure ziel. Maar een mens, als hij opgeleid is, kan hij  begrijpen dat hij niet dit lichaam is, hij is anders  dan  dit lichaam. Hoe kan hij begrijpen dat we anders  zijn dan  dit lichaam? Dat is ook een sterk  vereenvoudigde  werkwijze. Hierje vindt  het  in de Bhagavad-gītā,  zo  wordt gezegd
''Go'' betekent koe en ''khara'' betekent ezel. Iedereen die in de lichamelijke levensovertuiging is, ''yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke'' ... De lichamelijke levensovertuiging is bedoeld voor de dieren. De hond weet niet dat hij dit lichaam niet is, hij is een pure ziel. Maar een mens, als hij opgeleid is, kan begrijpen dat hij niet dit lichaam is, hij is verschillend van dit lichaam. Hoe kan hij begrijpen dat we verschillend zijn van dit lichaam? Dat is ook een heel eenvoudige methode. Hier zie je dat in de Bhagavad-gītā wordt gezegd:  
 
:dehino 'smin yathā dehe
:kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
:tathā dehāntara-prāptir
:dhīras tatra na muhyati
:([[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]])


:''dehino 'smin yathā dehe''
:''kaumāraṁ yauvanaṁ jarā''
:''tathā dehāntara-prāptir''
:''dhīras tatra na muhyati''
:([[NL/BG 2.13|BG 2.13]])


Dehinaḥ ... Asmin dehe, in dit lichaam, want  er is ziel, dehī... Dehī betekent de bezitter van dit lichaam. Ik ben niet dit lichaam. Als je mij vraagt: "Wat ..." Net zoals we soms het  kind vragen: "Wat is dit?" Hij zal zeggen: "Het  is mijn hoofd." Evenzo,  als je het mij vraagt ​​ook, iedereen"Wat is dit?" Iedereen zal zeggen: "Het is mijn hoofd." Niemand zal zeggen: "Ik hoofd." Dus als je nauwkeurig onderzoekend  alle delen van het lichaam analyseert   zult  je zeggen"Het is mijn hoofd, mijn hand, mijn vinger, mijn been," maar waar is 'ik'? "Mijn" wordt gesproken  als er "ik" is. Maar we hebben geen informatie over de "ik." We hebben alleen maar informatie van "mijn." Dat heet onwetendheid. Dus de hele wereld is  onder  deze  indruk  van  het nemen  van  het  lichaam als  het zelf. Een  ander voorbeeld kunnen  wij  je  geven. Net  als  sommige  van je familieleden, stel dat mijn vader is overleden. Nu huil ik"Oh, mijn vader is weg. Mijn vader is weg." Maar als iemand zegt: "Waarom zeg je dat je vader is verdwenen? Hij ligt hier. Waarom huil je?" "Nee, nee, nee, dat is zijn lichaam. Dat is zijn lichaam. Mijn vader is weg." Daarom in  onze huidige berekening  zie ik je  lichaam, je  ziet mijn lichaam, niemand ziet de werkelijke persoon. Na de doodvoelt hij aan: "Oh, het is niet mijn vader, het is het lichaam van mijn vader." Zie je? Dus worden we intelligent na  de  dood. En terwijl  we  levenzijn we in onwetendheid. Dit is de moderne beschaving. Terwijl  het leven... Net zoals mensen een verzekering hebben om wat geld te krijgen. Dus dat geld wordt  ontvangen  na de dood, niet tijdens het leven. Soms ook tijdens het leven. Dus mijn punt is dat zo  lang  als  wij  levenzijn we in onwetendheid. We weten het  niet "Wat is mijn vader, wat is mijn broer, wat   ben ik." Maar iedereen is onder  de indruk,  "Dit lichaam is mijn vader, dit lichaam is mijn kind, dit lichaam is mijn vrouw." Dit wordt  onwetendheid genoemd. Als je de hele wereld bestudeerd, gedurende  de  levenstijd  zal iedereen zeggen dat "Ik ben Engelsman," "Ik ben Indische," "Ik ben Hindoe," "Ik ben Moslim." Maar als je hem vraagt"Ben je eigenlijk  zo?" Omdat  dit lichaam Hindoe, Moslim  of Christen  is,  omdat het lichaam per  ongeluk  wordt  geproduceerd,  in een samenleving van Hindoe,  Moslim,  of het lichaam is geboren in een bepaald land, Daarom  zeggen wij: "Ik ben Indier:" Ik ben Europees, "" Ik ben dit, ""  Ik  ben dat." Maar wanneer het lichaam dood is, op  dat  moment  zeggen we"Nee, nee, de persoon die in het lichaam was, die is verdwenen. Het is een  andere  zaak."  
''Dehinaḥ'' ... ''Asmin dehe'', in dit lichaam, zoals de ziel er is, ''dehī'' ... ''Dehī'' betekent de bezitter van dit lichaam. Ik ben niet dit lichaam. Als je mij vraagt: "Wat ..." Net zoals we soms een kind vragen: "Wat is dit?" Hij zal zeggen: "Dat is mijn hoofd." Net zo als je het mij vraagt ​​ook, iedereen: "Wat is dit?" Iedereen zal zeggen: "Het is mijn hoofd." Niemand zal zeggen: "Ik hoofd." Dus als je nauwkeurig alle delen van het lichaam analyseert dan zal je zeggen: "Het is mijn hoofd, mijn hand, mijn vinger, mijn been," maar waar is "ik"? "Mijn" wordt gezegd als er een "ik" is. Maar we hebben geen informatie over de "ik." We hebben alleen maar informatie van "mijn." Dat heet onwetendheid. Dus de hele wereld heeft de opvatting dat het lichaam het zelf is. We kunnen een ander voorbeeld geven. Als een van je familieleden, stel dat mijn vader is overleden. Nu huil ik: "Oh, mijn vader is weg. Mijn vader is weg." Maar als iemand zegt: "Waarom zeg je dat je vader weg is? Hij ligt hier. Waarom huil je?" "Nee, nee, nee, dat is zijn lichaam. Dat is zijn lichaam. Mijn vader is weg." Daarom, met onze huidige bevindingen zie ik jouw lichaam, jij ziet mijn lichaam, niemand ziet de werkelijke persoon. Na de dood voelt hij aan: "Oh, het is niet mijn vader, het is het lichaam van mijn vader." Zie je? Dus na de dood worden we intelligent. En tijdens het leven zijn we in onwetendheid. Dit is de moderne beschaving. Tijdens het leven ... Net zoals mensen een verzekering hebben om wat geld te krijgen. Dus dat geld krijg je na de dood, niet tijdens het leven. Soms ook tijdens het leven. Dus mijn punt is dat zolang we leven zijn we in onwetendheid. We weten niet: "Wat is mijn vader, wat is mijn broer, wat ben ik." Maar iedereen is in de veronderstelling: "Dit lichaam is mijn vader, dit lichaam is mijn kind, dit lichaam is mijn vrouw." Dit heet onwetendheid. Als je de hele wereld bestudeerd, tijdens het leven zal iedereen zeggen dat: "Ik ben Engelsman," "Ik ben Indiaas," "Ik ben hindoe," "Ik ben moslim." Maar als je hem vraagt: "Ben je echt zo?" Want dit lichaam is hindoe, moslim of christen omdat het lichaam toevallig gemaakt is in een samenleving van hindoe of moslim. Of het lichaam is geboren in een bepaald land, daarom zeggen we: "Ik ben Indiër," "Ik ben Europees," "Ik ben dit, ik ben dat." Maar wanneer het lichaam dood is, dan zeggen we: "Nee, nee, de persoon die in het lichaam was, die is verdwenen. Het is iets anders."  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 15:54, 29 January 2021



Lecture on BG 2.11 -- Edinburgh, July 16, 1972

Volgens het Vedische systeem zijn er vier mensenklassen in de samenleving. Cātur-varṇyaṁ mayā sṛṣṭaṁ guṇa-karma-vibhāgaśaḥ (BG 4.13). De menselijke samenleving moet in vier mensenklassen onderverdeeld worden. Net zoals er in ons lichaam vier verschillende afdelingen zijn: de hersen afdeling, de hand afdeling, de buik afdeling en de been afdeling. Je hebt deze allemaal nodig. Als het lichaam onderhouden moet worden dan moet je je hoofd, je armen, je buik en benen goed onderhouden. De samenwerking. Jullie hebben vaak gehoord over het kastensysteem van India: brāhmaṇa, kṣatriya, vaiśya, śūdra. Dit is niet kunstmatig. Het is natuurlijk. In elke samenleving waar je gaat, niet alleen in India, in elk ander land zijn deze vier klassen van mensen. Intelligente klasse van mensen, administratieve klasse van mensen, productieve klasse van mensen en arbeiders klasse van mensen. Het heeft verschillende namen, maar er moet zo'n verdeling zijn. Zoals ik zei, er zijn afdelingen in mijn eigen lichaam - de hersen afdeling, de arm afdeling, de buik afdeling en de been afdeling. Dus alle koningen behoren tot de arm afdeling voor de bescherming van het volk. Dus voorheen, de kṣatriya's ... Kṣatriya betekent degene die de burgers beschermt tegen schade van andere vijanden. Dat heet kṣatriya. Dus ons punt is dat Kṛṣṇa aan Arjuna vertelt dat: "Waarom wijk je van je plicht af? Denk je dat je broer of je oom of je opa aan de andere kant dood zullen zijn na het vechten? Nee, zo is het niet." Het punt is dat Kṛṣṇa Arjuna wilde leren dat dit lichaam verschillend is van de persoon. Net zoals ieder van ons verschillend zijn van onze shirt en jas. Vergelijkbaar zijn wij, de levende wezens, de ziel, verschillend van het grofstoffelijk en fijnstoffelijk lichaam. Dat is de filosofie van de Bhagavad-gītā. Mensen begrijpen het niet. In het algemeen denken de mensen dat ze dit lichaam zijn. Dat is veroordeeld in de śāstra's.

yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke
sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ
yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij
janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ
(SB 10.84.13)

Go betekent koe en khara betekent ezel. Iedereen die in de lichamelijke levensovertuiging is, yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke ... De lichamelijke levensovertuiging is bedoeld voor de dieren. De hond weet niet dat hij dit lichaam niet is, hij is een pure ziel. Maar een mens, als hij opgeleid is, kan begrijpen dat hij niet dit lichaam is, hij is verschillend van dit lichaam. Hoe kan hij begrijpen dat we verschillend zijn van dit lichaam? Dat is ook een heel eenvoudige methode. Hier zie je dat in de Bhagavad-gītā wordt gezegd:

dehino 'smin yathā dehe
kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
tathā dehāntara-prāptir
dhīras tatra na muhyati
(BG 2.13)

Dehinaḥ ... Asmin dehe, in dit lichaam, zoals de ziel er is, dehī ... Dehī betekent de bezitter van dit lichaam. Ik ben niet dit lichaam. Als je mij vraagt: "Wat ..." Net zoals we soms een kind vragen: "Wat is dit?" Hij zal zeggen: "Dat is mijn hoofd." Net zo als je het mij vraagt ​​ook, iedereen: "Wat is dit?" Iedereen zal zeggen: "Het is mijn hoofd." Niemand zal zeggen: "Ik hoofd." Dus als je nauwkeurig alle delen van het lichaam analyseert dan zal je zeggen: "Het is mijn hoofd, mijn hand, mijn vinger, mijn been," maar waar is "ik"? "Mijn" wordt gezegd als er een "ik" is. Maar we hebben geen informatie over de "ik." We hebben alleen maar informatie van "mijn." Dat heet onwetendheid. Dus de hele wereld heeft de opvatting dat het lichaam het zelf is. We kunnen een ander voorbeeld geven. Als een van je familieleden, stel dat mijn vader is overleden. Nu huil ik: "Oh, mijn vader is weg. Mijn vader is weg." Maar als iemand zegt: "Waarom zeg je dat je vader weg is? Hij ligt hier. Waarom huil je?" "Nee, nee, nee, dat is zijn lichaam. Dat is zijn lichaam. Mijn vader is weg." Daarom, met onze huidige bevindingen zie ik jouw lichaam, jij ziet mijn lichaam, niemand ziet de werkelijke persoon. Na de dood voelt hij aan: "Oh, het is niet mijn vader, het is het lichaam van mijn vader." Zie je? Dus na de dood worden we intelligent. En tijdens het leven zijn we in onwetendheid. Dit is de moderne beschaving. Tijdens het leven ... Net zoals mensen een verzekering hebben om wat geld te krijgen. Dus dat geld krijg je na de dood, niet tijdens het leven. Soms ook tijdens het leven. Dus mijn punt is dat zolang we leven zijn we in onwetendheid. We weten niet: "Wat is mijn vader, wat is mijn broer, wat ben ik." Maar iedereen is in de veronderstelling: "Dit lichaam is mijn vader, dit lichaam is mijn kind, dit lichaam is mijn vrouw." Dit heet onwetendheid. Als je de hele wereld bestudeerd, tijdens het leven zal iedereen zeggen dat: "Ik ben Engelsman," "Ik ben Indiaas," "Ik ben hindoe," "Ik ben moslim." Maar als je hem vraagt: "Ben je echt zo?" Want dit lichaam is hindoe, moslim of christen omdat het lichaam toevallig gemaakt is in een samenleving van hindoe of moslim. Of het lichaam is geboren in een bepaald land, daarom zeggen we: "Ik ben Indiër," "Ik ben Europees," "Ik ben dit, ik ben dat." Maar wanneer het lichaam dood is, dan zeggen we: "Nee, nee, de persoon die in het lichaam was, die is verdwenen. Het is iets anders."