NL/Prabhupada 0374 - Het commentaar bij Bhajahu Re Mana, deel 1: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0374 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1967 Category:NL-Quotes - in...")
 
m (Text replacement - "(<!-- (BEGIN|END) NAVIGATION (.*?) -->\s*){2,}" to "<!-- $2 NAVIGATION $3 -->")
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - Purports to Songs]]
[[Category:NL-Quotes - Purports to Songs]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0373 - Het commentaar bij Bhajahu Re Mana|0373|NL/Prabhupada 0375 - Het commentaar bij Bhajahu Re Mana, deel 2|0375}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|Ed2iNqDnDM4|Het commentaar van Bhajahu Re Mana, deel 1<br />- Prabhupāda 0374}}
{{youtube_right|86K3JuCIyOU|Het commentaar bij Bhajahu Re Mana, deel 1<br />- Prabhupāda 0374}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vanimedia.org/w/images/b/b5/V12-04_670316PU.SF_bhajahu_re_mana_purport_1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/purports_and_songs/670316_-_Lecture_Purport_to_Bhajahu_Re_Mana_-_San_Francisco.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Bhajahū re mana śrī-nanda-nandana-abhaya-caraṇāravinda re. Bhaja, bhaja betekent eredienst; hu, hallo; mana, geest. De dichter Govinda dāsa, een groot filosoof en toegewijde van de Heer, hij bidt. Hij vraagt ​​zijn geest, want de geest is de vriend en de geest is de vijand van iedereen. Als men  zijn geest kan trainen in Kṛṣṇa-bewustzijndan is hij succesvol. Als hij zijn gedachten  niet kan trainendan is het leven een mislukking. Daarom Govinda dāsa, een groot toegewijde van Heer Kṛṣṇa... Zijn naam al doet  vermoeden,  Govinda dāsa. GovindaKṛṣṇaen dāsa betekent dienaar. Dit is de houding van alle toegewijden. Ze hebben  altijd gezegd,  stel  deze  dāsa vast, betekent dienaar. Dus  Govinda  dāsa  bidt:  "Mijn  lieve  geest,  alsjeblieft,  je  probeert  de  zoon  van  Nanda  te  aanbidden,  die  abhaya-caraṇa  is,  wiens  lotusvoeten  veilig  zijn  Er  is  geen  angst."  "Abhaya."  Abhaya  betekent  dat  er  geen  angst  is,  en  caraṇa,  caraṇa  betekent  lotus  voeten.  Dus  hij  adviseert  zijn  geest,  "Mijn  lieve  geest,  alsjeblieft,  Hou  je  bezig  met  het  aanbidden  van  de  onverschrokken  lotusvoeten  van  de  zoon  van  Nanda."  Bhajahū  re  mana  śrī-nanda-nandana.  Nanda-nandana  betekent  een  zoon  van  Nanda  Mahārāja,  Kṛṣṇa.  En  Zijn  lotusvoeten  zijn  abhaya,  onverschrokken.  Dus  Govinda  dāsa  vraagt  ​​zijn  geest,  "Wordt  alsjeblieft  betrokken  in  de  transcendentale  liefdevolle  dienst  van  de  lotusvoeten  van  Kṛṣṇa."  Tot  nu  toe  zijn  er  meer  dingen... 
''Bhajahū re mana śrī-nanda-nandana-abhaya-caraṇāravinda re''.  
''Bhaja, bhaja'' betekent verering; ''hu'', hallo; ''mana'', geest.  
De dichter Govinda dāsa, een groot filosoof en toegewijde van de Heer, hij bidt. Hij vraagt ​​zijn geest, want de geest is de vriend en de geest is de vijand van iedereen. Als iemand zijn geest kan trainen in Kṛṣṇa-bewustzijn dan is hij succesvol. Als hij zijn geest niet kan trainen dan is het leven een mislukking. Daarom Govinda dāsa, een groot toegewijde van Heer Kṛṣṇa ... Zijn naam suggereert het al; Govinda dāsa. Govinda is Kṛṣṇa en ''dāsa'' betekent dienaar. Dit is de houding van alle toegewijden. Ze zetten altijd ''dāsa'' er bij, dat betekent dienaar.  


En  hij  zegt  ook  dat  durlabha  mānava-janama.  Durlabha  betekent  zeer  zeldzaam  te  verkrijgen.  Mānava-janma  betekent  deze  menselijke  vorm  van leven.  Het  komt  na  een  lange  rotatie.  Zodra  de  kans  wordt  gegeven  om  Kṛṣṇa-bewust  te worden, zodat  men  uit  de  cyclus  van  geboorte  en  dood  kan  komen.  Daarom  adviseert  hij  dat  dit  leven, deze  menselijke  vorm  van  leven, is erg  belangrijk,  durlabha. Durlabha  betekent...  Duḥ  betekent  met  grote  moeite,  en labha  betekent verkrijgbaar.  Dus  dwaze  mensen,  ze  weten  niet  wat,  hoe  belangrijk  deze  menselijke  vorm  van  leven  is.  Ze  zijn  het  eenvoudig  aan  het  verspillen  in  zinsbevrediging  zoals  dieren. Dus dit  is  zeer  instruerend,  dat  hij zijn geest aan  het  opleiden  is  die  "Je  betrekt  je  geest  in  de  aanbidding  van  Heer  Kṛṣṇa." Durlabha  mānava-janama  sat-saṅge.  En  deze  training  van  de  geest is  alleen  mogelijk  in  goed  gezelschap, sat-saṅga.  Sat-saṅga:  personen  die  zijn  gewoon,  100  procent,  die  zich  bezighouden  met de  dienst  van  de  Heer.  Ze  heten  sat.  Satāṁ  prasaṅgāt.  Zonder  associatie  van  toegewijden,  is  het onmogelijk  om  de  geest  te  trainen.  Het  is  niet  mogelijk  door  de  zogenaamde  yogamethode  of  meditatie.  Men  moet  associëren  met  toegewijden;  anders  is  het  onmogelijk.  Daarom  hebben  we  deze  Kṛṣṇa-bewuste  beweging  gevormd,  zodat  men  kan  profiteren  van deze  vereniging.  Dus  Govinda  dāsa,  dichter  en  toegewijde,  adviseert,  durlabha  mānava-janama  sat-saṅge:  "U  heeft  dit  zeer  mooie,  zeldzame  menselijk  lichaam  gekregen.  Ga  nu  associëren  met  toegewijden  en  betrek  uw  geest  op  de onverschrokken lotusvoeten van Kṛṣṇa." Hij  vraagt  ​​zijn  geest. 
Dus Govinda dāsa bidt: "Mijn beste geest, probeer alsjeblieft de zoon van Nanda te vereren, die ''abhaya-caraṇa'' is, wiens lotusvoeten veilig zijn, er is geen angst." ''Abhaya'' betekent dat er geen angst is en ''caraṇa'' betekent lotusvoeten. Dus hij adviseert zijn geest; "Mijn beste geest, alsjeblieft hou je bezig met het vereren van de onverschrokken lotusvoeten van de zoon van Nanda."  


Dan  wijst  hij  op  de  frustratie  van  het  leven.  Wat  is  dat? Śīta  ātapa  bāta  bariṣaṇa  e  dina  jāminī  jāgi  re. Śīta  betekent winter.  Âtapa  betekent  zomer,  wanneer  er  de verzengende  zon  is.  Śīta  ātapa  bāta, kou,  bariṣaṇa,  stortregens. Dus  deze  verstoringen  zijn er  altijd.  Soms  is  het  strenge  kou. Soms  is  het  verzengende  hitte.  Soms  is  er  een  stortvloed  aan  regen.  Soms  gebeurt  dit  of  soms  gebeurt  dat.  Dus zegt  hij,  śīta  ātapa  bāta  bariṣaṇa  e  dina  jāminī  jāgi  re.  De  hele  dag  en  nacht,  mensen  zijn  heel  hard  aan  het  werken  zonder  dat  het  ze  intereseert,  strenge  kou,  ernstige  hitte  en  stortvloeden  van regen,  en  houden  de nacht,  gaan  naar  de  woestijn,  gaat  onder  de  zee  -  overal  zijn  ze  zo  druk.  Śīta  ātapa  bāta  bariṣaṇa  e  dina  jāminī  jāgi  re. Er  is  nachtdienst,  en  zo  veel  andere  verplichtingen.  Dus  zegt  hij:
''Bhajahū re mana śrī-nanda-nandana''. ''Nanda-nandana'' betekent de zoon van Nanda Mahārāja, Kṛṣṇa. En Zijn lotusvoeten zijn ''abhaya'', onverschrokken. Dus Govinda dāsa vraagt ​​zijn geest; "Houdt je alsjeblieft bezig met de transcendentale liefdevolle dienst van de lotusvoeten van Kṛṣṇa."


:śīta ātapa bāta bariṣaṇa
En hij zegt ook; ''durlabha mānava-janama''. ''Durlabha'' betekent heel zeldzaam te verkrijgen.  ''Mānava-janma'' betekent deze menselijke levensvorm. Het komt na een hele lange rondgang. Zodra de kans wordt gegeven om Kṛṣṇa-bewust te worden zodat men uit de cyclus van geboorte en dood kan komen. Daarom adviseert hij dat dit leven, deze menselijke levensvorm is erg belangrijk, ''durlabha''. ''Durlabha'' betekent; ''duḥ'' betekent met grote moeite, en ''labha'' betekent verkrijgbaar. Dus de domme mensen weten niet hoe belangrijk deze menselijke levensvorm is. Ze verspillen het alleen met zinsbevrediging zoals dieren. Dus het is heel leerzaam dat hij zijn geest traint dat; "Je betrekt je geest in de verering van Heer Kṛṣṇa."
:e dina jāminī jāgi re
:biphale sevinu kṛpaṇa durajana
:capala sukha-laba lāgi' re


"Nu,  met  al  deze harde  arbeid, wat  heb  ik  gedaan?  Ik  heb  een  aantal  personen  gediend  die  helemaal  niet  gunstig  voor  mijn  Kṛṣṇa-bewustzijn  zijn. En  waarom  heb  ik  hen  gediend?"  Capala  sukha-laba  lāgi' re:  "Capala, zeer  flakkerend  geluk."  Ik  denk  dat  als  mijn  kleinkind  lacht, ik  gelukkig  zal  zijn.  Ik  denk  dat  als  mijn  vrouw  blij  is,  ik  denk  dat  ik  dan  blij  ben.  Maar  al  deze  tijdelijke  glimlachen  of  een  gevoel  van geluk,  ze  zijn  allemaal  flakkerend. "Dat  moet  men  zich  realiseren."  Er  zijn  ook  vele  andere  dichters,  evenzo  hebben  ze  gezongen  dat  dit...,  Deze  geest  is net  als  een  woestijn,  en  het verlangt  naar  de oceanen  van  water.  In  een  woestijn,  als  een  oceaan  wordt  overgebracht,  dan  kan  het  overstromen. En  welk  voordeel  kan  er  worden  bereikt  als  er  een  druppel  water  is?  Op  dezelfde  manier,  onze  geest,  ons  bewustzijn,  verlangt  naar  oceanen  van  geluk. En  dit  tijdelijke  geluk  in  het  gezin, in  het maatschappelijke  leven,  ze  zijn  net  als  een  druppel  water. Dus  degenen  die  filosofen  zijn,  degenen  die  daadwerkelijk  de  situatie  in  de  wereld  hebben onderzocht, ze  kunnen  begrijpen  dat  "Dit  flakkerende  geluk  kan me  niet  gelukkig  maken.
''Durlabha mānava-janama sat-saṅge''. En deze training van de geest is alleen mogelijk in goed gezelschap, ''sat-saṅga''. ''Sat-saṅga'' betekent personen die alleen maar, 100 %, bezig zijn met de dienst van de Heer. Ze worden ''sat'' genoemd. ''Satāṁ prasaṅgāt''. Zonder omgang met toegewijden is het onmogelijk om de geest te trainen. Het is niet mogelijk met de zogenaamde yogamethode of meditatie. Men moet omgaan met toegewijden, anders is het onmogelijk. Daarom hebben we deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging gevormd, zodat men kan profiteren van deze vereniging.  


Dan zegt hij: kamala-dala-jala, jīvana talamala. Kamala-dala-jala betekent de lelie,  lelie  bloem. Jullie hebben allemaal een  lelie  bloem  op de meren gezien. Ze wankelenaltijd in  het water. Wankelend.  Elke  manier,  op  elk momentkan het worden overspoelt. Ook  dit leven is  altijd vol gevaar, altijd in gevaar. Elk  moment kan het worden  gestopt. Er zijn zo  veel  gevallen. Mensen  kijken,  maar ze vergeten. Dat is het  prachtige  ding. Ze zien elke dag, elk moment, dat hij in gevaar is, anderen zijn  in gevaar. Toch denkt hij dat: "ik ben veilig." Deze  positie.  
Dus Govinda dāsa, dichter en toegewijde, adviseert; ''durlabha mānava-janama sat-saṅge'': "Je hebt dit hele mooie, zeldzame menselijk lichaam. Ga nu associëren met toegewijden en hou je geest bezig met de onverschrokken lotusvoeten van Kṛṣṇa." Hij vraagt ​​zijn geest.
 
Dan wijst hij op de frustratie van het leven. Wat is dat? ''Śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re''. ''Śīta'' betekent winter. ''Ātapa'' betekent zomer, wanneer er verzengende warmte is. ''Śīta ātapa bāta'', kou; ''bariṣaṇa'', stortregens. Dus deze verstoringen zijn er altijd. Soms is het strenge kou. Soms is het verzengende hitte. Soms is er stortregen. Soms gebeurt er dit of dat. Dus hij zegt; ''śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re''. De hele dag en nacht werken de mensen heel hard zonder te letten op strenge kou, verzengende hitte, stortregens en nachtrust, ze gaan naar de woestijn en diep onder de zee - overal zijn ze zo druk bezig. ''Śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re''. Er is nachtdienst en zo veel andere bezigheden.
 
Dus hij zegt; ''śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re, biphale sevinu kṛpaṇa durajana capala sukha-laba lāgi' re''. "Nu, met al deze harde arbeid, wat heb ik gedaan? Ik heb een aantal mensen gediend die helemaal niet gunstig zijn voor mijn Kṛṣṇa-bewustzijn. En waarom heb ik hen gediend? ''Capala sukha-laba lāgi' re'': "''Capala'', heel onstabiel geluk. Ik denk dat als mijn kleine kindje lacht dat ik gelukkig zal zijn. Ik denk dat als mijn vrouw tevreden is dat ik gelukkig ben. Maar al dit tijdelijk lachen of gevoel van geluk is allemaal onstabiel." Dat moet men zich realiseren.
 
Er zijn ook veel andere dichters die vergelijkbaar hebben gezongen dat de geest net is als een woestijn, en het verlangt naar een oceaan van water. Als een oceaan in een woestijn wordt overgebracht dan kan het overstromen. En welk voordeel kan je krijgen met een druppel water? Vergelijkbaar verlangt onze geest, ons bewustzijn, naar oceanen van geluk. En dit tijdelijke geluk met de familie en in het maatschappelijke leven is net als een druppel water. Dus degenen die filosofen zijn, die werkelijk de situatie in de wereld hebben onderzocht, die kunnen begrijpen dat: "Dit onstabiele geluk kan me niet gelukkig maken."
 
Dan zegt hij; ''kamala-dala-jala, jīvana talamala''. ''Kamala-dala-jala'' betekent de waterlelie. Jullie hebben allemaal waterlelies op de meren gezien. Ze wankelen altijd op het water. Op elk moment kan het worden overspoelt. Vergelijkbaar is dit leven altijd vol gevaar, altijd in gevaar. Ieder moment kan het over zijn. Er zijn zoveel voorvallen. De mensen zien het maar ze vergeten. Dat is een wonderlijk iets. Ze zien elke dag, elk moment, dat hij in gevaar is, dat anderen in gevaar zijn. Toch denkt hij dat: "ik ben veilig." Dit is de houding.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 22:39, 1 October 2020



Purport to Bhajahu Re Mana -- San Francisco, March 16, 1967

Bhajahū re mana śrī-nanda-nandana-abhaya-caraṇāravinda re. Bhaja, bhaja betekent verering; hu, hallo; mana, geest. De dichter Govinda dāsa, een groot filosoof en toegewijde van de Heer, hij bidt. Hij vraagt ​​zijn geest, want de geest is de vriend en de geest is de vijand van iedereen. Als iemand zijn geest kan trainen in Kṛṣṇa-bewustzijn dan is hij succesvol. Als hij zijn geest niet kan trainen dan is het leven een mislukking. Daarom Govinda dāsa, een groot toegewijde van Heer Kṛṣṇa ... Zijn naam suggereert het al; Govinda dāsa. Govinda is Kṛṣṇa en dāsa betekent dienaar. Dit is de houding van alle toegewijden. Ze zetten altijd dāsa er bij, dat betekent dienaar.

Dus Govinda dāsa bidt: "Mijn beste geest, probeer alsjeblieft de zoon van Nanda te vereren, die abhaya-caraṇa is, wiens lotusvoeten veilig zijn, er is geen angst." Abhaya betekent dat er geen angst is en caraṇa betekent lotusvoeten. Dus hij adviseert zijn geest; "Mijn beste geest, alsjeblieft hou je bezig met het vereren van de onverschrokken lotusvoeten van de zoon van Nanda."

Bhajahū re mana śrī-nanda-nandana. Nanda-nandana betekent de zoon van Nanda Mahārāja, Kṛṣṇa. En Zijn lotusvoeten zijn abhaya, onverschrokken. Dus Govinda dāsa vraagt ​​zijn geest; "Houdt je alsjeblieft bezig met de transcendentale liefdevolle dienst van de lotusvoeten van Kṛṣṇa."

En hij zegt ook; durlabha mānava-janama. Durlabha betekent heel zeldzaam te verkrijgen. Mānava-janma betekent deze menselijke levensvorm. Het komt na een hele lange rondgang. Zodra de kans wordt gegeven om Kṛṣṇa-bewust te worden zodat men uit de cyclus van geboorte en dood kan komen. Daarom adviseert hij dat dit leven, deze menselijke levensvorm is erg belangrijk, durlabha. Durlabha betekent; duḥ betekent met grote moeite, en labha betekent verkrijgbaar. Dus de domme mensen weten niet hoe belangrijk deze menselijke levensvorm is. Ze verspillen het alleen met zinsbevrediging zoals dieren. Dus het is heel leerzaam dat hij zijn geest traint dat; "Je betrekt je geest in de verering van Heer Kṛṣṇa."

Durlabha mānava-janama sat-saṅge. En deze training van de geest is alleen mogelijk in goed gezelschap, sat-saṅga. Sat-saṅga betekent personen die alleen maar, 100 %, bezig zijn met de dienst van de Heer. Ze worden sat genoemd. Satāṁ prasaṅgāt. Zonder omgang met toegewijden is het onmogelijk om de geest te trainen. Het is niet mogelijk met de zogenaamde yogamethode of meditatie. Men moet omgaan met toegewijden, anders is het onmogelijk. Daarom hebben we deze Kṛṣṇa-bewustzijnsbeweging gevormd, zodat men kan profiteren van deze vereniging.

Dus Govinda dāsa, dichter en toegewijde, adviseert; durlabha mānava-janama sat-saṅge: "Je hebt dit hele mooie, zeldzame menselijk lichaam. Ga nu associëren met toegewijden en hou je geest bezig met de onverschrokken lotusvoeten van Kṛṣṇa." Hij vraagt ​​zijn geest.

Dan wijst hij op de frustratie van het leven. Wat is dat? Śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re. Śīta betekent winter. Ātapa betekent zomer, wanneer er verzengende warmte is. Śīta ātapa bāta, kou; bariṣaṇa, stortregens. Dus deze verstoringen zijn er altijd. Soms is het strenge kou. Soms is het verzengende hitte. Soms is er stortregen. Soms gebeurt er dit of dat. Dus hij zegt; śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re. De hele dag en nacht werken de mensen heel hard zonder te letten op strenge kou, verzengende hitte, stortregens en nachtrust, ze gaan naar de woestijn en diep onder de zee - overal zijn ze zo druk bezig. Śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re. Er is nachtdienst en zo veel andere bezigheden.

Dus hij zegt; śīta ātapa bāta bariṣaṇa e dina jāminī jāgi re, biphale sevinu kṛpaṇa durajana capala sukha-laba lāgi' re. "Nu, met al deze harde arbeid, wat heb ik gedaan? Ik heb een aantal mensen gediend die helemaal niet gunstig zijn voor mijn Kṛṣṇa-bewustzijn. En waarom heb ik hen gediend? Capala sukha-laba lāgi' re: "Capala, heel onstabiel geluk. Ik denk dat als mijn kleine kindje lacht dat ik gelukkig zal zijn. Ik denk dat als mijn vrouw tevreden is dat ik gelukkig ben. Maar al dit tijdelijk lachen of gevoel van geluk is allemaal onstabiel." Dat moet men zich realiseren.

Er zijn ook veel andere dichters die vergelijkbaar hebben gezongen dat de geest net is als een woestijn, en het verlangt naar een oceaan van water. Als een oceaan in een woestijn wordt overgebracht dan kan het overstromen. En welk voordeel kan je krijgen met een druppel water? Vergelijkbaar verlangt onze geest, ons bewustzijn, naar oceanen van geluk. En dit tijdelijke geluk met de familie en in het maatschappelijke leven is net als een druppel water. Dus degenen die filosofen zijn, die werkelijk de situatie in de wereld hebben onderzocht, die kunnen begrijpen dat: "Dit onstabiele geluk kan me niet gelukkig maken."

Dan zegt hij; kamala-dala-jala, jīvana talamala. Kamala-dala-jala betekent de waterlelie. Jullie hebben allemaal waterlelies op de meren gezien. Ze wankelen altijd op het water. Op elk moment kan het worden overspoelt. Vergelijkbaar is dit leven altijd vol gevaar, altijd in gevaar. Ieder moment kan het over zijn. Er zijn zoveel voorvallen. De mensen zien het maar ze vergeten. Dat is een wonderlijk iets. Ze zien elke dag, elk moment, dat hij in gevaar is, dat anderen in gevaar zijn. Toch denkt hij dat: "ik ben veilig." Dit is de houding.