NL/Prabhupada 0511 - Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0511 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0510 - De moderne beschaving heeft geen kennis van de ziel|0510|NL/Prabhupada 0512 - Degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur zullen moeten lijden|0512}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|0qAeK1HF9Qk|Echte honger is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel<br />- Prabhupāda 0511}}
{{youtube_right|GOUfThybWNM|Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel<br />- Prabhupāda 0511}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730828BG.LON_clip2.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730828BG.LON_clip2.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


<!-- BEGIN VANISOURCE LINK -->
<!-- BEGIN VANISOURCE LINK -->
Dus iedereen die dit materiële lichaam als zeer belangrijk aanvaard... Net als de andere dag, een aantal boefjes kwamen. Ze waren erg enthousiast om dit lichaam te voeden. Degenen die sterven van de honger, honger... Verhongering van het lichamelijk begrip van het leven. Maar er is spirituele honger. Daar zorgen we niet voor. Materiele honger kan er zijn, maar eigenlijk is dat geen probleem omdat er voldoende regeling is voor het handhaven van dit materiele lichaam. Echte honger is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel. Hier, in deze vergadering, dit is bedoeld voor het geven aan de hongerende ziel. En zodra je wat spiritueel voedsel krijgt, dan worden we blij. Dit is het geval. Yayātmā suprasīdati. Tenzij je spiritueel voedsel krijgt kan er geen voldoening van de echte ziel zijn. Hetzelfde voorbeeld, in de kooi is de vogel. Als je de kooi wast en het bedekt en schildert, en de vogel in de kooi huilt, honger, wat is dit voor beschaving? Op dezelfde manier, wij ziel, we zijn gekooid in dit lichaam, dus ons natuurlijke streven is om vrijheid te krijgen uit deze kooi. Evenzeer als de vogel worstelt om vrij te komen van de kooi. Op dezelfde manier zijn wij ook, we zijn niet gelukkig als we gekooid zijn. Gisteren hebben we geleerd van de Bhagavad-gītā, de positie van de ziel is sarva-gataḥ. De ziel kan overal heen. Dat wil zeggen, het heeft de vrijheid. Degenen die spiritueel gevorderd zijn door mystieke yoga kracht, ze kunnen ook overal waar ze willen naar toe gaan. Aṇimā, laghimā siddhi. Er zijn nog yogi's in India die, vroeg in de ochtend, bad nemen in vier dhāmas: Hardwar, Jagannātha Purī, Rāmeśvaram, and Dvārakā. Er zijn nog steeds yogi's. Binnen een uur, zullen ze een bad nemen in vier plaatsen. Sarva-gataḥ, de snelheid. Ze zitten op een plaats en door het yoga-proces, binnen enkele minuten, staan ze op ​​en duiken hier in, in dit water. Stel dat je een duik neemt in Londen, neem je een duik in de rivier de Thames, en als je opstaat zie je in Calcutta de Ganges. Er is yoga-proces zoals dat. Sarva-gataḥ. Dus de ziel heeft zoveel vrijheid, sarva-gataḥ, waar hij van houdt kan hij heengaan. Maar deze hindernis is dit lichaam, die onze vrijheid belemmert. Dus als je je ontdoet van dit materiële lichaam en gelegen bent in het spirituele lichaam... Net als Nārada Muni, hij kan overal heen gaan, hij beweegt, zijn zaak is beweging. Soms gaat hij naar Vaikuṇṭhaloka of soms naar dit materiele loka. Hij heeft een spiritueel lichaam, hij is vrij om overal heen te gaan, ruimtevaarder. Ze proberen in de ruimte te reizen met de machine. Er is geen noodzaak van machine. Yantrārūḍhāni māyayā ([[Vanisource:BG 18.61|BG 18.61]]). De machine is gemaakt van māyā. Maar je hebt je eigen kracht. Dat is heel snel. Dus het wordt belemmerd. Daarom moet men zeer voorzichtig zijn, hoe de ziel uit deze kooi van dit materiele lichaam te krijgen. Dat moet onze eerste zorg zijn. Maar degenen die zich gewoon bezighouden met dit lichaam, ze zijn niet beter dan de dieren, koeien en ezels. Sa eva go-kharaḥ ([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]]).
Dus iedereen die dit materiële lichaam als heel belangrijk ziet ... Net als laatst toen er een paar dwazen kwamen. Ze wilden heel graag het lichaam voeden. Degenen die verhongeren ... Verhongering van de lichamelijk levensovertuiging. Maar er is spirituele verhongering. Daar zorgen we niet voor. Materiële verhongering kan er zijn, maar eigenlijk is dat geen probleem, want er is voldoende geregeld voor het onderhouden van het materiële lichaam. Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel. Hier, in deze bijeenkomst, dit is bedoeld om te geven aan de hongerende ziel. En zodra je wat spiritueel voedsel krijgt, dan worden we gelukkig. Dit is de situatie. ''Yayātmā suprasīdati''. Tenzij je spiritueel voedsel krijgt kan er geen voldoening van de echte ziel zijn. Hetzelfde voorbeeld; in de kooi is de vogel. Als je alleen de kooi mooi wast en bedekt en schildert, en de vogel in de kooi huilt van de honger, wat is dit voor beschaving?  
 
Op dezelfde manier zijn wij, de ziel, gekooid in dit lichaam, dus ons natuurlijke streven is om vrijheid te krijgen van deze kooi. Net zoals de vogel vrij probeert te komen uit de kooi. Net zo zijn wij ook niet gelukkig omdat we gekooid zijn. Gisteren leerden we uit de Bhagavad-gītā dat de positie van de ziel is ''sarva-gataḥ''. De ziel kan overal heen. Dat wil zeggen, het heeft de vrijheid. Degenen die spiritueel gevorderd zijn door mystieke yoga kracht, die kunnen ook overal waar ze willen naar toe gaan. ''Aṇimā, laghimā siddhi''. Er zijn nog yogi's in India die vroeg in de ochtend bad nemen in vier ''dhāma's'': Hardwar, Jagannātha Purī, Rāmeśvaram, and Dvārakā. Er zijn nog steeds yogi's. Binnen een uur nemen ze een bad in vier plaatsen. ''Sarva-gataḥ'', de snelheid. Ze zitten op een plaats en door het yoga-proces, binnen enkele minuten, staan ze op ​​en duiken hier in dit water op. Stel dat je een duik neemt in Londen in de rivier de Thames, en als je opduikt zie je de Ganges in Calcutta. Er is een yoga-proces als dat. ''Sarva-gataḥ''.  
 
Dus de ziel heeft zoveel vrijheid, ''sarva-gataḥ'', hij kan gaan waar hij maar wil. Maar de beperking is dit lichaam dat onze vrijheid belemmert. Dus als je je van dit materiële lichaam ontdoet en in het spirituele lichaam bent ... Net als Nārada Muni, hij kan overal heengaan, zijn activiteit is overal heengaan. Soms gaat hij naar Vaikuṇṭhaloka of soms naar dit materiële ''loka''. Hij heeft een spiritueel lichaam, hij is vrij om overal heen te gaan, ruimtevaarder. Ze proberen met een machine in de ruimte te reizen. Een machine is niet nodig. ''Yantrārūḍhāni māyayā'' ([[NL/BG 18.61|BG 18.61]]). De machine is gemaakt van ''māyā''. Maar je hebt je eigen kracht. Dat is heel snel. Dus het wordt belemmerd. Daarom moet men erg voorzichtig zijn, hoe de ziel uit de kooi van dit materiële lichaam te krijgen. Dat moet onze eerste zorg zijn. Maar degenen die zich alleen met dit lichaam bezighouden, die zijn niet beter dan de dieren, koeien en ezels. ''Sa eva go-kharaḥ'' ([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]]).  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:08, 29 January 2021



Dus iedereen die dit materiële lichaam als heel belangrijk ziet ... Net als laatst toen er een paar dwazen kwamen. Ze wilden heel graag het lichaam voeden. Degenen die verhongeren ... Verhongering van de lichamelijk levensovertuiging. Maar er is spirituele verhongering. Daar zorgen we niet voor. Materiële verhongering kan er zijn, maar eigenlijk is dat geen probleem, want er is voldoende geregeld voor het onderhouden van het materiële lichaam. Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel. Hier, in deze bijeenkomst, dit is bedoeld om te geven aan de hongerende ziel. En zodra je wat spiritueel voedsel krijgt, dan worden we gelukkig. Dit is de situatie. Yayātmā suprasīdati. Tenzij je spiritueel voedsel krijgt kan er geen voldoening van de echte ziel zijn. Hetzelfde voorbeeld; in de kooi is de vogel. Als je alleen de kooi mooi wast en bedekt en schildert, en de vogel in de kooi huilt van de honger, wat is dit voor beschaving?

Op dezelfde manier zijn wij, de ziel, gekooid in dit lichaam, dus ons natuurlijke streven is om vrijheid te krijgen van deze kooi. Net zoals de vogel vrij probeert te komen uit de kooi. Net zo zijn wij ook niet gelukkig omdat we gekooid zijn. Gisteren leerden we uit de Bhagavad-gītā dat de positie van de ziel is sarva-gataḥ. De ziel kan overal heen. Dat wil zeggen, het heeft de vrijheid. Degenen die spiritueel gevorderd zijn door mystieke yoga kracht, die kunnen ook overal waar ze willen naar toe gaan. Aṇimā, laghimā siddhi. Er zijn nog yogi's in India die vroeg in de ochtend bad nemen in vier dhāma's: Hardwar, Jagannātha Purī, Rāmeśvaram, and Dvārakā. Er zijn nog steeds yogi's. Binnen een uur nemen ze een bad in vier plaatsen. Sarva-gataḥ, de snelheid. Ze zitten op een plaats en door het yoga-proces, binnen enkele minuten, staan ze op ​​en duiken hier in dit water op. Stel dat je een duik neemt in Londen in de rivier de Thames, en als je opduikt zie je de Ganges in Calcutta. Er is een yoga-proces als dat. Sarva-gataḥ.

Dus de ziel heeft zoveel vrijheid, sarva-gataḥ, hij kan gaan waar hij maar wil. Maar de beperking is dit lichaam dat onze vrijheid belemmert. Dus als je je van dit materiële lichaam ontdoet en in het spirituele lichaam bent ... Net als Nārada Muni, hij kan overal heengaan, zijn activiteit is overal heengaan. Soms gaat hij naar Vaikuṇṭhaloka of soms naar dit materiële loka. Hij heeft een spiritueel lichaam, hij is vrij om overal heen te gaan, ruimtevaarder. Ze proberen met een machine in de ruimte te reizen. Een machine is niet nodig. Yantrārūḍhāni māyayā (BG 18.61). De machine is gemaakt van māyā. Maar je hebt je eigen kracht. Dat is heel snel. Dus het wordt belemmerd. Daarom moet men erg voorzichtig zijn, hoe de ziel uit de kooi van dit materiële lichaam te krijgen. Dat moet onze eerste zorg zijn. Maar degenen die zich alleen met dit lichaam bezighouden, die zijn niet beter dan de dieren, koeien en ezels. Sa eva go-kharaḥ (SB 10.84.13).