NL/Prabhupada 0512 - Degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur zullen moeten lijden: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0512 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0511 - Echte verhongering is van de ziel. De ziel krijgt geen spiritueel voedsel|0511|NL/Prabhupada 0513 - Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen|0513}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|1kIb7oP2PhE|Degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur zullen moeten lijden<br />- Prabhupāda 0512}}
{{youtube_right|1j632-8Db2A|Degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur zullen moeten lijden<br />- Prabhupāda 0512}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730828BG.LON_clip3.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730828BG.LON_clip3.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
:yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke
:''yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke''
:sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ
:''sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ''
:yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij
:''yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij''
:janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ
:''janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ''
:([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]])
:([[Vanisource:SB 10.84.13|SB 10.84.13]])


Go-kharaḥ. Go-kharaḥ betekent ezels en koeien.  
''Go-kharaḥ''. ''Go-kharaḥ'' betekent ezels en koeien. Dus deze moderne beschaving heeft geen informatie over de ziel, het is gewoon een groep dieren, dat is alles. Daarom kan het ze niet schelen wat het resultaat van hun activiteiten is, ze interesseren zich niet voor vrome en kwaadaardige activiteiten. Ze nemen alles ... Dat is een ''asuric'' beschaving.  


Dus deze beschaving, de moderne beschaving, die geen informatie van de ziel heeft, het is gewoon een troep dieren, dat is alles. Daarom kan het ze niet schelen wat de resulterende actie van hun activiteiten is, Ze interesseren zich niet voor vrome, devote en vicieuze activiteiten. Ze nemen alles... Dat is een demonische beschaving. Pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca na vidur āsura-janāḥ ([[Vanisource:BG 16.7|BG 16.7]]). Āsura-jana betekent dat deze rakkers of asuras, atheïsten, dwazen, boefjes, ze niet pravṛtti en nivṛtti kennen. Pravṛtti betekent aan welk onderwerp we belang moeten hechten, dat wordt pravṛtti genoemd. En nivṛtti betekent aan welk onderwerp we geen belang moeten hechten of we zullen proberen om het op te geven. De āsura-jana, ze weten het niet. Net zoals we een pravṛtti neiging hebben, loke vyavāya āmiṣa mada-sevā nityasya jantuḥ. Elk levend wezen heeft wezenlijk ... Er zijn twee naturen, spirituele en materiële. Materieel, de neiging naar het genieten van seks en het eten van vlees - āmiṣa, āmiṣa betekent het eten van vlees, vlees en vis, zoals dat. Dat heet āmiṣa. Niet vegetarisch betekent nirāmiṣa. Dus āmiṣa en mada en vyavāya. Vyavāya betekent sex. Loke vyavāya āmiṣa mada-sevā. Sex genot en vlees eten, vlees, eieren, en het drinken van wijn. Mada. Mada betekent drank. Nityasya jantuḥ. Jantu. Wanneer men in de materiële wereld is wordt hij jantu genoemd. Jantu betekent dier. Hoewel hij een levend wezen is, wordt hij niet jīva ziel genoemd. Hij heet jantu. Jantur dehopapattaye. Jantu. Dit materiele lichaam ontwikkelt zich voor de jantu, dier. Iedereen die is verstoken van spirituele kennis, hij heet jantu of dier. Dit is het bevel van de geschriften. Jantur dehopapattaye. Wie krijgt dit materiële lichaam? Jantu, dier. Dus, zo lang we zullen doorgaan met voortdurend dit materiële lichaam te krijgen of te wijzigen, blijven we jantu, dier. Kleśada āsa dehaḥ. Een jantu, dier, kan tolereren, of hij is gedwongen te tolereren. Net als een os ingespannen in de kar en zweepslagen krijgend. Hij moet verdragen. Hij kan er niet uitkomen. Ook wanneer ze naar het slachthuis worden meegenomen om gedood te worden, hij moet tolereren. Er is geen manier. Dit heet jantu.  
''Pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca na vidur āsura-janāḥ'' ([[NL/BG 16.7|BG 16.7]]). ''Āsura-jana'' betekent deze ''asura's'', atheïsten, gekken, dwazen, ze kennen ''pravṛtti'' en ''nivṛtti'' niet. ''Pravṛtti'' betekent in welk onderwerp we geïnteresseerd moeten zijn, dat heet ''pravṛtti''. En ''nivṛtti'' betekent in welk onderwerp we niet geïnteresseerd moeten zijn of we zullen proberen het op te geven. De ''āsura-jana'' weten dat niet.  


Dus degenen die zich hebben overgegeven aan de materiële natuur, hij moet lijden. Hij moet lijden. Er is geen uitweg. Je hebt dit lichaam aanvaard. Je moet lijden. Kleśada āsa dehaḥ. Dit materiele lichaam betekent lijden. Dus dit weten ze niet. Ze maken zo veel regelingen en plannen hoe gelukkig te worden, hoe vredelievend te worden zonder enige ellendige conditie, maar de boefjes, ze weten niet dat zo lang je dit materiële lichaam hebt, ofwel het lichaam van een koning of het lichaam van een mier - je moet lijden. Ze weten het niet. Daarom zegt Kṛṣṇa hier dat je voor de ziel zorgt. Tasmād evam. Tasmād evaṁ viditvā. Probeer gewoon te begrijpen dat de ziel belangrijk is. Je hoeft dit lichaam niet te beklagen. Dit is al verrekend. Zoveel lijden, zoveel comfort, krijg je. Hoewel het lichaam, materiele lichaam... Omdat het materiele lichaam hier ook volgens de drie eigenschappen wordt gemaakt. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya sad-asad-janma-yoniṣu ([[Vanisource:BG 13.22|BG 13.22]]).
Net zoals we een ''pravṛtti'' neiging hebben, ''loke vyavāya āmiṣa mada-sevā nityasya jantuḥ''. Elk levend wezen heeft materiële ... Er zijn twee naturen, spirituele en materiële. Materieel, de neiging om van seks te genieten en vlees eten - ''āmiṣa'', ''āmiṣa'' betekent vlees en vis eten, zoals dat. Dat heet ''āmiṣa''. Niet vegetarisch betekent ''nirāmiṣa''. Dus ''āmiṣa'' en ''mada'' en ''vyavāya''. ''Vyavāya'' betekent sex. ''Loke vyavāya āmiṣa mada-sevā''. Sex genot en vlees en eieren eten en wijn drinken. ''Mada''. ''Mada'' betekent sterke drank.
 
''Nityasya jantuḥ''. ''Jantu''. Als iemand in de materiële wereld is wordt hij ''jantu'' genoemd. ''Jantu'' betekent dier. Hoewel hij een levend wezen is, wordt hij niet ''jīva'', ziel, genoemd. Hij wordt ''jantu'' genoemd. ''Jantur dehopapattaye''. ''Jantu''. Dit materiële lichaam ontwikkelt zich voor de ''jantu'', dier. Iedereen die geen spirituele kennis heeft wordt ''jantu'' of dier genoemd. Dit is een ''shastric'' voorschrift. ''Jantur dehopapattaye''. Wie krijgt dit materiële lichaam? ''Jantu'', dier. Dus, zo lang we zullen doorgaan met voortdurend een materieel lichaam krijgen of wijzigen, blijven we een ''jantu'', dier. ''Kleśada āsa dehaḥ''. Een ''jantu'', dier, kan tolereren of hij wordt gedwongen te tolereren. Net als een os die aan de kar gespannen is en zweepslagen krijgt. Hij moet het tolereren. Hij kan er niet uitkomen. Net zo, als ze naar het slachthuis worden gebracht om gedood te worden, moet hij het tolereren. Er is geen manier. Dit heet ''jantu''.
 
Dus degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur, die moeten lijden. Hij moet lijden. Er is geen uitweg. Je hebt dit lichaam aanvaard. Je moet lijden. ''Kleśada āsa dehaḥ''. Dit materiële lichaam betekent lijden. Dus dit weten ze niet. Ze maken zo veel regelingen en plannen hoe gelukkig te worden, hoe vredig te worden zonder enige ellendige toestand. Maar de dwazen weten niet dat zo lang je dit materiële lichaam hebt, ofwel een koningslichaam of een mierenlichaam - je moet lijden. Ze weten het niet. Daarom zegt Kṛṣṇa hier dat je voor de ziel moet zorgen. ''Tasmād evam. Tasmād evaṁ viditvā''. Probeer te begrijpen dat de ziel belangrijk is. Je hoeft niet te treuren voor dit lichaam. Dit is al bepaald. Zoveel lijden, zoveel comfort zal je krijgen. Hoewel het materiële lichaam ... Want het materiële lichaam is ook volgens de drie hoedanigheden gemaakt. ''Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya sad-asad-janma-yoniṣu'' ([[NL/BG 13.22|BG 13.22]]).  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:08, 29 January 2021



Lecture on BG 2.25 -- London, August 28, 1973

yasyātma-buddhiḥ kuṇape tri-dhātuke
sva-dhīḥ kalatrādiṣu bhauma ijya-dhīḥ
yat-tīrtha-buddhiḥ salile na karhicij
janeṣv abhijñeṣu sa eva go-kharaḥ
(SB 10.84.13)

Go-kharaḥ. Go-kharaḥ betekent ezels en koeien. Dus deze moderne beschaving heeft geen informatie over de ziel, het is gewoon een groep dieren, dat is alles. Daarom kan het ze niet schelen wat het resultaat van hun activiteiten is, ze interesseren zich niet voor vrome en kwaadaardige activiteiten. Ze nemen alles ... Dat is een asuric beschaving.

Pravṛttiṁ ca nivṛttiṁ ca na vidur āsura-janāḥ (BG 16.7). Āsura-jana betekent deze asura's, atheïsten, gekken, dwazen, ze kennen pravṛtti en nivṛtti niet. Pravṛtti betekent in welk onderwerp we geïnteresseerd moeten zijn, dat heet pravṛtti. En nivṛtti betekent in welk onderwerp we niet geïnteresseerd moeten zijn of we zullen proberen het op te geven. De āsura-jana weten dat niet.

Net zoals we een pravṛtti neiging hebben, loke vyavāya āmiṣa mada-sevā nityasya jantuḥ. Elk levend wezen heeft materiële ... Er zijn twee naturen, spirituele en materiële. Materieel, de neiging om van seks te genieten en vlees eten - āmiṣa, āmiṣa betekent vlees en vis eten, zoals dat. Dat heet āmiṣa. Niet vegetarisch betekent nirāmiṣa. Dus āmiṣa en mada en vyavāya. Vyavāya betekent sex. Loke vyavāya āmiṣa mada-sevā. Sex genot en vlees en eieren eten en wijn drinken. Mada. Mada betekent sterke drank.

Nityasya jantuḥ. Jantu. Als iemand in de materiële wereld is wordt hij jantu genoemd. Jantu betekent dier. Hoewel hij een levend wezen is, wordt hij niet jīva, ziel, genoemd. Hij wordt jantu genoemd. Jantur dehopapattaye. Jantu. Dit materiële lichaam ontwikkelt zich voor de jantu, dier. Iedereen die geen spirituele kennis heeft wordt jantu of dier genoemd. Dit is een shastric voorschrift. Jantur dehopapattaye. Wie krijgt dit materiële lichaam? Jantu, dier. Dus, zo lang we zullen doorgaan met voortdurend een materieel lichaam krijgen of wijzigen, blijven we een jantu, dier. Kleśada āsa dehaḥ. Een jantu, dier, kan tolereren of hij wordt gedwongen te tolereren. Net als een os die aan de kar gespannen is en zweepslagen krijgt. Hij moet het tolereren. Hij kan er niet uitkomen. Net zo, als ze naar het slachthuis worden gebracht om gedood te worden, moet hij het tolereren. Er is geen manier. Dit heet jantu.

Dus degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur, die moeten lijden. Hij moet lijden. Er is geen uitweg. Je hebt dit lichaam aanvaard. Je moet lijden. Kleśada āsa dehaḥ. Dit materiële lichaam betekent lijden. Dus dit weten ze niet. Ze maken zo veel regelingen en plannen hoe gelukkig te worden, hoe vredig te worden zonder enige ellendige toestand. Maar de dwazen weten niet dat zo lang je dit materiële lichaam hebt, ofwel een koningslichaam of een mierenlichaam - je moet lijden. Ze weten het niet. Daarom zegt Kṛṣṇa hier dat je voor de ziel moet zorgen. Tasmād evam. Tasmād evaṁ viditvā. Probeer te begrijpen dat de ziel belangrijk is. Je hoeft niet te treuren voor dit lichaam. Dit is al bepaald. Zoveel lijden, zoveel comfort zal je krijgen. Hoewel het materiële lichaam ... Want het materiële lichaam is ook volgens de drie hoedanigheden gemaakt. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya sad-asad-janma-yoniṣu (BG 13.22).