NL/Prabhupada 0513 - Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0513 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 6: Line 6:
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
[[Category:NL-Quotes - in United Kingdom]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0512 - Degenen die zijn overgegeven aan de materiële natuur zullen moeten lijden|0512|NL/Prabhupada 0514 - Plezier betekent een beetje minder pijn|0514}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 14: Line 17:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|RYXiAZs8N3U|Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende types van lichamen<br />- Prabhupāda 0513}}
{{youtube_right|oXRZZ_qYZNU|Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen<br />- Prabhupāda 0513}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/730828BG.LON_clip4.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730828BG.LON_clip4.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 26: Line 29:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT -->
Wanneer de vraag is, dat waarom men het lichaam heeft van een koning, en waarom hij heeft, men heeft het lichaam van het varken. Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende types van lichamen. Dus waarom is het verschil er? Dat verschil wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Kāraṇam. Kāraṇam betekent oorzaak. Waarom zijn deze soorten er..., kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya. Asya, jīvasya. Hij associeert met verschillende kwaliteiten, en dus krijgt hij een verschillend soort lichaam. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya.  
Wanneer de vraag is waarom iemand het lichaam van een koning heeft en waarom iemand het lichaam van een varken heeft. Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen. Dus waarom is het verschil er? Dat verschil is uitgelegd in de Bhagavad-gītā. ''Kāraṇam''. ''Kāraṇam'' betekent oorzaak. Waarom zijn deze soorten ... ''kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya''. ''Asya, jīvasya''. Hij gaat met verschillende soorten kwaliteiten om en daarom krijgt hij een verschillend soort lichaam. ''Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya''.  


Daarom moet het onze zaak zijn om niet te associëren met de materiële kwaliteiten. Zelfs tot goedheid. Materiele kwaliteit, goedheid betekent de brahmaanse kwaliteit. Sattva śama damas titikṣā. Dus toegewijde dienst is ook transcendentaal aan deze goede eigenschappen. In deze materiële wereld, op de een of andere manier, als hij de geboorte krijgt in een brāhmaṇa familie of hij voert zijn taken uit, precies een strikte brāhmaṇa, dan is hij nog steeds geconditioneerd volgens de wetten van deze materiele natuur, nog steeds. En wat te zeggen van anderen, degenen die in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid zijn. Hun positie is het meest afschuwelijk. Jaghanya-guṇa-vṛtti-sthā adho gacchanti tāmasāḥ: ([[Vanisource:BG 14.18|BG 14.18]]). Degenen die in de hoedanigheid van onwetendheid zijn, jaghanya, zeer afschuwelijke toestand. Dus op dit moment... Dat is śūdra. Kalau śūdra-sambhavaḥ. In dit tijdperk van Kali, iedereen is in de hoedanigheid van onwetendheid. Śūdra. Ze weten het niet, omdat ze niet hebben... Iemand die weet dat "ik ben ziel, ik ben niet dit lichaam," hij is brāhmaṇa. En iemand die het niet weet, hij is śūdra, kṛpaṇa. Etad vidita prāye sa brāhmaṇa. Iedereen sterft, dat is in orde, maar iemand die sterft na de spirituele waarheid te kennen... Net als hier, de studenten die proberen te begrijpen wat het spirituele leven is, en op de een of andere manier, als hij begrijpt dat hij de ziel is, op zijn minst, dan wordt hij brāhmaṇa. Hij wordt brāhmaṇa. Etad vidita. En iemand die het niet begrijpt, hij is kṛpaṇa. Kṛpaṇa betekent vrek. Brāhmaṇa betekent liberaal. Dit zijn de bevelen van de sastra.  
Daarom moet het onze zorg zijn om niet met de materiële kwaliteiten om te gaan. Zelfs tot aan goedheid. De materiële kwaliteit goedheid betekent de ''brahmaanse'' kwaliteit. S''attva śama damas titikṣā''. Dus toegewijde dienst is ook transcendentaal aan deze goede kwaliteit. Als iemand in deze materiële wereld op de een of andere manier in een ''brāhmaṇa'' familie geboren wordt of hij doet zijn plichten precies als een strikte ''brāhmaṇa'', dan is hij nog steeds geconditioneerd volgens de wetten van deze materiële natuur.  


Dus allereerst moeten we brāhmaṇa worden. Dan Vaiṣṇava. Brāhmaṇa weet gewoon dat: "Ik ben ziel," ahaṁ brahmāsmi. Brahma jānāti iti brāhmaṇa. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā ([[Vanisource:BG 18.54|BG 18.54]]). Door deze kennis wordt men prasannātmā. Betekent opgelucht. Als je opluchting voelt... Als er last op je schouder is, en de belasting wordt weggenomen, voel je je opgelucht, evenzo deze onwetendheid, dat "Ik ben dit lichaam" is een grote last, een last op ons. Dus als je uit deze last komt, dan voel je je opgelucht. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā ([[Vanisource:BG 18.54|BG 18.54]]). Betekent dat wanneer men eigenlijk begrijpt dat: "Ik ben niet dit lichaam; ik ben ziel." dan moet hij zo hard werken om dit lichaam te onderhouden, dus hij krijgt opluchting dat "Waarom ben ik zo hard aan het werken voor deze klomp van materiële dingen? Laat me mijn echte noodzaak van het leven uitvoeren, spiritueel leven." Dat is grote opluchting. Dat is grote opluchting. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā na śocati na kāṅkṣati ([[Vanisource:BG 18.54|BG 18.54]]). De opluchting betekent dat er geen hunkering meer is, geen klaagzang meer. Dit zijn de brahma-bhūtaḥ.
En wat te zeggen van anderen, degenen die in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid zijn. Hun positie is het meest afschuwelijk. ''Jaghanya-guṇa-vṛtti-sthā adho gacchanti tāmasāḥ'': ([[NL/BG 14.18|BG 14.18]]). Degenen die in de hoedanigheid onwetendheid zijn, ''jaghanya'', heel afschuwelijke toestand. Dus op dit moment ... Dat is ''śūdra''. ''Kalau śūdra-sambhavaḥ''. In dit tijdperk van Kali is iedereen in de hoedanigheid onwetendheid. ''Śūdra''. Ze weten het niet want ze hebben geen ... Iemand die weet dat: "Ik ben de spirituele ziel, ik ben niet dit lichaam," die is ''brāhmaṇa''. En iemand die het niet weet, die is ''śūdra, kṛpaṇa''.
 
''Etad vidita prāye sa brāhmaṇa''. Iedereen sterft, dat is oké, maar iemand die sterft na de spirituele waarheid te kennen ... Net als hier, de studenten die proberen te begrijpen wat het spirituele leven is, en als hij op de een of andere manier begrijpt dat hij een spirituele ziel is, dan wordt hij ten minste ''brāhmaṇa''. ''Etad vidita''. En iemand die het niet begrijpt is ''kṛpaṇa''. ''Kṛpaṇa'' betekent vrek. ''Brāhmaṇa'' betekent liberaal. Dit zijn de ''shastric'' voorschriften.
 
Dus allereerst moeten we ''brāhmaṇa'' worden. Dan ''Vaiṣṇava''. ''Brāhmaṇa'' weet gewoon dat: "Ik ben een spirituele ziel," ''ahaṁ brahmāsmi.'' ''Brahma jānāti iti brāhmaṇa''. ''Brahma-bhūtaḥ prasannātmā'' ([[NL/BG 18.54|BG 18.54]]). Door deze kennis wordt men ''prasannātmā''. Betekent opgelucht. Als je opluchting voelt ... Als er een last op je schouder rust en de belasting wordt weggenomen dan voel je je opgelucht. Vergelijkbaar, deze onwetendheid dat: "Ik ben dit lichaam" is een grote belasting op ons. Dus als je loskomt van deze last dan voel je je opgelucht. ''Brahma-bhūtaḥ prasannātmā'' ([[NL/BG 18.54|BG 18.54]]). Betekent dat wanneer iemand werkelijk begrijpt dat: "Ik ben niet dit lichaam, ik ben de ziel." dan moet hij zo hard werken om dit lichaam te onderhouden, dus hij krijgt opluchting: "Waarom ben ik zo hard aan het werken voor deze klont van materiële dingen? Laat me het echte vereiste van mijn leven uitvoeren, spiritueel leven." Dat is een grote opluchting. Dat is een grote opluchting. ''Brahma-bhūtaḥ prasannātmā na śocati na kāṅkṣati'' ([[NL/BG 18.54|BG 18.54]]). De opluchting betekent dat er geen verlangen en geen treuren meer is. Dit zijn de ''brahma-bhūtaḥ''.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:08, 29 January 2021



Lecture on BG 2.25 -- London, August 28, 1973

Wanneer de vraag is waarom iemand het lichaam van een koning heeft en waarom iemand het lichaam van een varken heeft. Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen. Dus waarom is het verschil er? Dat verschil is uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Kāraṇam. Kāraṇam betekent oorzaak. Waarom zijn deze soorten ... kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya. Asya, jīvasya. Hij gaat met verschillende soorten kwaliteiten om en daarom krijgt hij een verschillend soort lichaam. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya.

Daarom moet het onze zorg zijn om niet met de materiële kwaliteiten om te gaan. Zelfs tot aan goedheid. De materiële kwaliteit goedheid betekent de brahmaanse kwaliteit. Sattva śama damas titikṣā. Dus toegewijde dienst is ook transcendentaal aan deze goede kwaliteit. Als iemand in deze materiële wereld op de een of andere manier in een brāhmaṇa familie geboren wordt of hij doet zijn plichten precies als een strikte brāhmaṇa, dan is hij nog steeds geconditioneerd volgens de wetten van deze materiële natuur.

En wat te zeggen van anderen, degenen die in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid zijn. Hun positie is het meest afschuwelijk. Jaghanya-guṇa-vṛtti-sthā adho gacchanti tāmasāḥ: (BG 14.18). Degenen die in de hoedanigheid onwetendheid zijn, jaghanya, heel afschuwelijke toestand. Dus op dit moment ... Dat is śūdra. Kalau śūdra-sambhavaḥ. In dit tijdperk van Kali is iedereen in de hoedanigheid onwetendheid. Śūdra. Ze weten het niet want ze hebben geen ... Iemand die weet dat: "Ik ben de spirituele ziel, ik ben niet dit lichaam," die is brāhmaṇa. En iemand die het niet weet, die is śūdra, kṛpaṇa.

Etad vidita prāye sa brāhmaṇa. Iedereen sterft, dat is oké, maar iemand die sterft na de spirituele waarheid te kennen ... Net als hier, de studenten die proberen te begrijpen wat het spirituele leven is, en als hij op de een of andere manier begrijpt dat hij een spirituele ziel is, dan wordt hij ten minste brāhmaṇa. Etad vidita. En iemand die het niet begrijpt is kṛpaṇa. Kṛpaṇa betekent vrek. Brāhmaṇa betekent liberaal. Dit zijn de shastric voorschriften.

Dus allereerst moeten we brāhmaṇa worden. Dan Vaiṣṇava. Brāhmaṇa weet gewoon dat: "Ik ben een spirituele ziel," ahaṁ brahmāsmi. Brahma jānāti iti brāhmaṇa. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā (BG 18.54). Door deze kennis wordt men prasannātmā. Betekent opgelucht. Als je opluchting voelt ... Als er een last op je schouder rust en de belasting wordt weggenomen dan voel je je opgelucht. Vergelijkbaar, deze onwetendheid dat: "Ik ben dit lichaam" is een grote belasting op ons. Dus als je loskomt van deze last dan voel je je opgelucht. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā (BG 18.54). Betekent dat wanneer iemand werkelijk begrijpt dat: "Ik ben niet dit lichaam, ik ben de ziel." dan moet hij zo hard werken om dit lichaam te onderhouden, dus hij krijgt opluchting: "Waarom ben ik zo hard aan het werken voor deze klont van materiële dingen? Laat me het echte vereiste van mijn leven uitvoeren, spiritueel leven." Dat is een grote opluchting. Dat is een grote opluchting. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā na śocati na kāṅkṣati (BG 18.54). De opluchting betekent dat er geen verlangen en geen treuren meer is. Dit zijn de brahma-bhūtaḥ.