NL/Prabhupada 0513 - Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende soorten lichamen

Revision as of 09:58, 18 July 2016 by ErikAlbers (talk | contribs) (Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0513 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)


Invalid source, must be from amazon or causelessmery.com

Lecture on BG 2.25 -- London, August 28, 1973

Wanneer de vraag is, dat waarom men het lichaam heeft van een koning, en waarom hij heeft, men heeft het lichaam van het varken. Er zijn zoveel andere lichamen, 8.400.000 verschillende types van lichamen. Dus waarom is het verschil er? Dat verschil wordt uitgelegd in de Bhagavad-gītā. Kāraṇam. Kāraṇam betekent oorzaak. Waarom zijn deze soorten er..., kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya. Asya, jīvasya. Hij associeert met verschillende kwaliteiten, en dus krijgt hij een verschillend soort lichaam. Kāraṇaṁ guṇa-saṅgo 'sya.

Daarom moet het onze zaak zijn om niet te associëren met de materiële kwaliteiten. Zelfs tot goedheid. Materiele kwaliteit, goedheid betekent de brahmaanse kwaliteit. Sattva śama damas titikṣā. Dus toegewijde dienst is ook transcendentaal aan deze goede eigenschappen. In deze materiële wereld, op de een of andere manier, als hij de geboorte krijgt in een brāhmaṇa familie of hij voert zijn taken uit, precies een strikte brāhmaṇa, dan is hij nog steeds geconditioneerd volgens de wetten van deze materiele natuur, nog steeds. En wat te zeggen van anderen, degenen die in de hoedanigheden hartstocht en onwetendheid zijn. Hun positie is het meest afschuwelijk. Jaghanya-guṇa-vṛtti-sthā adho gacchanti tāmasāḥ: (BG 14.18). Degenen die in de hoedanigheid van onwetendheid zijn, jaghanya, zeer afschuwelijke toestand. Dus op dit moment... Dat is śūdra. Kalau śūdra-sambhavaḥ. In dit tijdperk van Kali, iedereen is in de hoedanigheid van onwetendheid. Śūdra. Ze weten het niet, omdat ze niet hebben... Iemand die weet dat "ik ben ziel, ik ben niet dit lichaam," hij is brāhmaṇa. En iemand die het niet weet, hij is śūdra, kṛpaṇa. Etad vidita prāye sa brāhmaṇa. Iedereen sterft, dat is in orde, maar iemand die sterft na de spirituele waarheid te kennen... Net als hier, de studenten die proberen te begrijpen wat het spirituele leven is, en op de een of andere manier, als hij begrijpt dat hij de ziel is, op zijn minst, dan wordt hij brāhmaṇa. Hij wordt brāhmaṇa. Etad vidita. En iemand die het niet begrijpt, hij is kṛpaṇa. Kṛpaṇa betekent vrek. Brāhmaṇa betekent liberaal. Dit zijn de bevelen van de sastra.

Dus allereerst moeten we brāhmaṇa worden. Dan Vaiṣṇava. Brāhmaṇa weet gewoon dat: "Ik ben ziel," ahaṁ brahmāsmi. Brahma jānāti iti brāhmaṇa. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā (BG 18.54). Door deze kennis wordt men prasannātmā. Betekent opgelucht. Als je opluchting voelt... Als er last op je schouder is, en de belasting wordt weggenomen, voel je je opgelucht, evenzo deze onwetendheid, dat "Ik ben dit lichaam" is een grote last, een last op ons. Dus als je uit deze last komt, dan voel je je opgelucht. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā (BG 18.54). Betekent dat wanneer men eigenlijk begrijpt dat: "Ik ben niet dit lichaam; ik ben ziel." dan moet hij zo hard werken om dit lichaam te onderhouden, dus hij krijgt opluchting dat "Waarom ben ik zo hard aan het werken voor deze klomp van materiële dingen? Laat me mijn echte noodzaak van het leven uitvoeren, spiritueel leven." Dat is grote opluchting. Dat is grote opluchting. Brahma-bhūtaḥ prasannātmā na śocati na kāṅkṣati (BG 18.54). De opluchting betekent dat er geen hunkering meer is, geen klaagzang meer. Dit zijn de brahma-bhūtaḥ.