NL/Prabhupada 0623 - De ziel verhuist van het ene lichaam naar het andere: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0623 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1972 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in USA, Pittsburgh]]
[[Category:NL-Quotes - in USA, Pittsburgh]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0622 - Associeer met degenen die bezig zijn met Krishna-bewustzijn|0622|NL/Prabhupada 0624 - God is eeuwig en wij zijn ook eeuwig|0624}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|_WFnwePDdrU|De ziel verhuist van het ene lichaam naar het andere<br />- Prabhupāda 0623}}
{{youtube_right|s6SSwaLZ_us|De ziel verhuist van het ene lichaam naar het andere<br />- Prabhupāda 0623}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>http://vaniquotes.org/w/images/720908BG-PIT_clip01.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/720908BG-PIT_clip01.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
:dehino 'smin yathā dehe
Prabhupāda:  
:kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
:tathā dehāntara-prāptir
:dhīras tatra na muhyati
:[[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]]


Dit is het probleem op dit moment. Mensen zijn niet opgeleid over de levenskracht van dit lichaam. Hier in de Bhagavad-gītā, wordt uitgelegd, dehī. Dehī betekent de eigenaar van dit lichaam. Beide we allemaal, niet alleen wij mensen, maar ook lager dan de mens, alle levende wezens... Er zijn 8.400.000 vormen van levende wezens. Ze heten dehī. Dehī betekent de eigenaar van het lichaam. De hond, de kat, de mens, de president, of hoger of lager, er zijn verschillende soorten van leven. Iedereen is de eigenaar van het lichaam. Dat kunnen we ervaren. Je weet alles over de pijnen en genoegens van je lichaam. Ik weet wat de pijnen en genoegens van het lichaam zijn. Dus dit lichaam is gegeven aan ons door de materiële natuur als ons veld van activiteiten. Met verschillende lichamen, handelen we anders. Niet dat uw activiteiten en mijn activiteiten hetzelfde zijn. De activiteiten van de hond en de activiteiten van de mens zijn verschillend omdat de hond een ander type lichaam heeft en ik heb een ander soort lichaam. Ieder van ons. Dus dehino 'smin yathā dehe ([[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]]). De dehī, de levende entiteit of de levenskracht, is in dit lichaam.
:''dehino 'smin yathā dehe''
:''kaumāraṁ yauvanaṁ jarā''
:''tathā dehāntara-prāptir''
:''dhīras tatra na muhyati''
:[[NL/BG 2.13|BG 2.13]]  


Dus het lichaam is aan het veranderen. Dehino 'smin yathā dehe kaumāraṁ yauvanaṁ jarā ([[Vanisource:BG 2.13|BG 2.13]]). Kaumāram betekent jongensjaren. Yauvanam betekent de jeugd en jarā betekent oude leeftijd, oud lichaam. Dus ik me kan herinneren, ik ben een oude man, ik kan me herinneren, Ik had het lichaam van een jongen, ik had het lichaam van een jonge man. Nu heb ik dit oude lichaam. Dus hoewel het jongens lichaam, het jeugdige lichaam niet meer bestaan, maar ik besta. Dat is een feit. Iedereen kan dat begrijpen. Hij heeft verleden, heden en toekomst. Jullie zijn allemaal jonge jongens en meisjes hier aanwezig. Dus je had je vorige lichaam als jongen, jeugd. Op dezelfde manier heb je je toekomst lichaam. Dat is in afwachting van. Ik heb het gekregen, jullie zijn aan het wachten. Dus het verleden, toekomst, verleden, heden en toekomst, relatief kunnen we het begrijpen in alle omstandigheden van het leven. Daarom is de conclusie dat wanneer dit oude lichaam als ik nu heb... Ik ben zevenenzeventig jaar oud. Dus wanneer dit lichaam zal worden beeindigigd, zal ik een ander lichaam krijgen. Zoals ik heb gekregen, achtereenvolgens, van kindertijd naar kleine jongen, van kleine jongen naar jeugd, oud lichaam, dus waarom niet het volgende lichaam? Dit is eenvoudig de waarheid, dat het levend wezen, of de ziel, verhuist van het ene lichaam naar het andere. Dit is het basisprincipe van spiritueel begrip. De vitale kracht van het lichaam is de ziel. Het is niet een mechanische regeling van materie. De moderne zogenaamde wetenschappers, zij denken dat het lichaam een combinatie van materie is en, in een bepaald stadium, deze combinatie van materie levenskenmerken ontwikkelen. Maar dat is geen feit. Als het een feit is, dan kunnen de wetenschappers met chemicaliën een levend lichaam vervaardigen. Maar een wetenschapper zelfs vandaag de dag is niet in staat om zelfs maar een lichaam te vervaardigen van een mier, en wat te spreken van andere, grotere dieren.
Dit is tegenwoordig het probleem. Mensen leren niet over de levenskracht van dit lichaam. Hier in de Bhagavad-gītā wordt het uitgelegd; ''dehī''. ''Dehī'' betekent de eigenaar van dit lichaam. Beiden, wij allemaal, niet alleen wij mensen maar ook lager dan de mensen, alle levende wezens. Er zijn 8.400.000 soorten levende wezens. Die worden ''dehī'' genoemd. ''Dehī'' betekent de eigenaar van het lichaam. De mens, de president, of hoger of lager, er zijn verschillende soorten van leven. Iedereen is de eigenaar van het lichaam. Dat kunnen we ervaren. Je weet alles over de pijnen en genoegens van je lichaam. Ik weet wat de pijnen en genoegens van het lichaam zijn. Dus dit lichaam is door de materiële natuur aan ons gegeven als ons veld van activiteiten. Met verschillende lichamen gedragen we ons anders. Niet dat jouw en mijn activiteiten hetzelfde zijn. De activiteiten van de hond en de activiteiten van de mens zijn verschillend want de hond heeft een ander type lichaam en ik heb een ander type lichaam. Ieder van ons. Dus; ''dehino 'smin yathā dehe'' ([[NL/BG 2.13|BG 2.13]]). De ''dehī'', de levende entiteit of de levenskracht, is in dit lichaam.
 
Dus het lichaam verandert. ''Dehino 'smin yathā dehe kaumāraṁ yauvanaṁ jarā'' ([[NL/BG 2.13|BG 2.13]]). ''Kaumāram'' betekent de jonge jaren. ''Yauvanam'' betekent de jeugd en ''jarā'' betekent oude leeftijd, oud lichaam. Dus ik me kan herinneren, ik ben een oude man, ik kan me herinneren, Ik had het lichaam van een kleuter, ik had het lichaam van een jonge man. Nu heb ik dit oude lichaam. Dus hoewel het kleuter lichaam en het jeugdige lichaam niet meer bestaan, maar ik besta. Dat is een feit. Iedereen kan dat begrijpen. Hij heeft verleden, heden en toekomst. Jullie hier aanwezig zijn allemaal jonge jongens en meisjes. Dus je had je vorige lichaam als kind. Net zo heb je je toekomstige lichaam. Dat komt. Ik heb het gekregen, jullie zijn aan het wachten. Dus het verleden, heden en toekomst, relatief kunnen we het in elke levensomstandigheid begrijpen. Daarom is de conclusie dat als dit oude lichaam dat ik nu heb ... Ik ben zevenenzeventig jaar oud. Dus wanneer dit lichaam op is dan zal ik een ander lichaam krijgen. Zoals ik achtereenvolgens heb gekregen van kindertijd naar jeugd naar oud lichaam, dus waarom geen volgend lichaam? Dit is de eenvoudige waarheid, dat het levende wezen, of de ziel, verhuist van het ene lichaam naar het andere. Dit is het basisprincipe van spiritueel begrip.  
 
De levenskracht van het lichaam is de ziel. Het is geen mechanische opstapeling van materie. De moderne zogenaamde wetenschappers denken dat het lichaam een combinatie van materie is en in een bepaalde fase ontwikkelt deze combinatie van materie levenskenmerken. Maar dat is geen feit. Als het een feit is, dan kunnen de wetenschappers met chemicaliën een levend lichaam maken. Maar zelfs tot vandaag kan een wetenschapper zelfs geen lichaam als dat van een mier maken, en wat te zeggen van andere grotere dieren.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:27, 29 January 2021



Lecture on BG 2.13 -- Pittsburgh, September 8, 1972

Prabhupāda:

dehino 'smin yathā dehe
kaumāraṁ yauvanaṁ jarā
tathā dehāntara-prāptir
dhīras tatra na muhyati
BG 2.13

Dit is tegenwoordig het probleem. Mensen leren niet over de levenskracht van dit lichaam. Hier in de Bhagavad-gītā wordt het uitgelegd; dehī. Dehī betekent de eigenaar van dit lichaam. Beiden, wij allemaal, niet alleen wij mensen maar ook lager dan de mensen, alle levende wezens. Er zijn 8.400.000 soorten levende wezens. Die worden dehī genoemd. Dehī betekent de eigenaar van het lichaam. De mens, de president, of hoger of lager, er zijn verschillende soorten van leven. Iedereen is de eigenaar van het lichaam. Dat kunnen we ervaren. Je weet alles over de pijnen en genoegens van je lichaam. Ik weet wat de pijnen en genoegens van het lichaam zijn. Dus dit lichaam is door de materiële natuur aan ons gegeven als ons veld van activiteiten. Met verschillende lichamen gedragen we ons anders. Niet dat jouw en mijn activiteiten hetzelfde zijn. De activiteiten van de hond en de activiteiten van de mens zijn verschillend want de hond heeft een ander type lichaam en ik heb een ander type lichaam. Ieder van ons. Dus; dehino 'smin yathā dehe (BG 2.13). De dehī, de levende entiteit of de levenskracht, is in dit lichaam.

Dus het lichaam verandert. Dehino 'smin yathā dehe kaumāraṁ yauvanaṁ jarā (BG 2.13). Kaumāram betekent de jonge jaren. Yauvanam betekent de jeugd en jarā betekent oude leeftijd, oud lichaam. Dus ik me kan herinneren, ik ben een oude man, ik kan me herinneren, Ik had het lichaam van een kleuter, ik had het lichaam van een jonge man. Nu heb ik dit oude lichaam. Dus hoewel het kleuter lichaam en het jeugdige lichaam niet meer bestaan, maar ik besta. Dat is een feit. Iedereen kan dat begrijpen. Hij heeft verleden, heden en toekomst. Jullie hier aanwezig zijn allemaal jonge jongens en meisjes. Dus je had je vorige lichaam als kind. Net zo heb je je toekomstige lichaam. Dat komt. Ik heb het gekregen, jullie zijn aan het wachten. Dus het verleden, heden en toekomst, relatief kunnen we het in elke levensomstandigheid begrijpen. Daarom is de conclusie dat als dit oude lichaam dat ik nu heb ... Ik ben zevenenzeventig jaar oud. Dus wanneer dit lichaam op is dan zal ik een ander lichaam krijgen. Zoals ik achtereenvolgens heb gekregen van kindertijd naar jeugd naar oud lichaam, dus waarom geen volgend lichaam? Dit is de eenvoudige waarheid, dat het levende wezen, of de ziel, verhuist van het ene lichaam naar het andere. Dit is het basisprincipe van spiritueel begrip.

De levenskracht van het lichaam is de ziel. Het is geen mechanische opstapeling van materie. De moderne zogenaamde wetenschappers denken dat het lichaam een combinatie van materie is en in een bepaalde fase ontwikkelt deze combinatie van materie levenskenmerken. Maar dat is geen feit. Als het een feit is, dan kunnen de wetenschappers met chemicaliën een levend lichaam maken. Maar zelfs tot vandaag kan een wetenschapper zelfs geen lichaam als dat van een mier maken, en wat te zeggen van andere grotere dieren.