NL/Prabhupada 0709 - De definitie van Bhagavan: Difference between revisions

(Created page with "<!-- BEGIN CATEGORY LIST --> Category:1080 Dutch Pages with Videos Category:Prabhupada 0709 - in all Languages Category:NL-Quotes - 1973 Category:NL-Quotes - Lec...")
 
(Vanibot #0023: VideoLocalizer - changed YouTube player to show hard-coded subtitles version)
 
Line 7: Line 7:
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
[[Category:NL-Quotes - in India, Bombay]]
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- END CATEGORY LIST -->
<!-- BEGIN NAVIGATION BAR -- DO NOT EDIT OR REMOVE -->
{{1080 videos navigation - All Languages|Dutch|NL/Prabhupada 0708 - Het verschil tussen het leven van een vis en mijn leven|0708|NL/Prabhupada 0710 - We maken miljoenen en miljarden ideeën en raken verstrikt in alle ideeën|0710}}
<!-- END NAVIGATION BAR -->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<!-- BEGIN ORIGINAL VANIQUOTES PAGE LINK-->
<div class="center">
<div class="center">
Line 15: Line 18:


<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
<!-- BEGIN VIDEO LINK -->
{{youtube_right|9jLXsKW5naM|De definitie van Bhagavan<br/>- Prabhupāda 0709}}
{{youtube_right|xWWEla-fH1Q|De definitie van Bhagavan<br/>- Prabhupāda 0709}}
<!-- END VIDEO LINK -->
<!-- END VIDEO LINK -->


<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<!-- BEGIN AUDIO LINK (from English page -->
<mp3player>File:730113BG.BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<mp3player>https://s3.amazonaws.com/vanipedia/clip/730113BG.BOMBAY_clip1.mp3</mp3player>
<!-- END AUDIO LINK -->
<!-- END AUDIO LINK -->


Line 27: Line 30:


<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
<!-- BEGIN TRANSLATED TEXT (from DotSub) -->
Bhagavān. Er is een definitie van Bhagavān. Niet dat elke schurk zichzelf Bhagavān kan noemen en dat hij Bhagavān wordt. Nee. Parāśara Muni, de vader van Vyāsadeva, vertelde ons wat bedoeld wordt met Bhagavān. 'Bhaga' betekent weelde, en 'vān' betekent hij die rijkdom bezit. We hebben onze praktijkervaring. Iedereen die erg rijk is, is aantrekkelijk. Hij wordt aantrekkelijk. Veel mensen gaan naar hem toe voor een gunst. Iemand die zeer invloedrijk is, wordt zeer aantrekkelijk gevonden. Wie erg beroemd is, wordt aantrekkelijk gevonden. Wie zeer geleerde, wijs is, wordt aantrekkelijk gevonden. Wie heel slim is, wordt aantrekkelijk gevonden. En iemand in de onthechte levensorde ... Onthechte levensorde betekent iemand die van alles bezit, maar er van onthecht is, niets gebruikt voor zijn persoonlijke voordeel. Zoals een persoon die heel liefdadig is, alles aan de gemeenschap geeft. Hij is ook zeer aantrekkelijk.  
''Bhagavān''. Er is een definitie van ''Bhagavān''. Niet dat elke dwaas zichzelf ''Bhagavān'' kan noemen en dat hij dan ''Bhagavān'' wordt. Nee. Parāśara Muni, de vader van Vyāsadeva, gaf ons wat we bedoelen met ''Bhagavān''. ''Bhaga'' betekent rijkdom, en ''vān'' betekent hij die rijkdom bezit. Net zoals we zelf praktische ervaring hebben. Iemand die erg rijk is, is aantrekkelijk. Hij wordt aantrekkelijk. Veel mensen gaan naar hem toe voor een gunst. Iemand die erg invloedrijk is wordt heel aantrekkelijk. Iemand die erg beroemd is wordt aantrekkelijk. Iemand die erg geleerd, wijs, is wordt aantrekkelijk. Iemand die erg wijs is wordt aantrekkelijk. En iemand in de onthechte levensorde is. Onthechte levensorde betekent iemand die alles bezit maar er afstand van doet, het niet voor zijn persoonlijke voordeel gebruikt. Zoals iemand die heel liefdadig ingesteld is, die geeft alles aan de gemeenschap. Hij is ook heel aantrekkelijk.  


Dit zijn zes soorten van aantrekkelijkheid. Bhagavān betekent hij die al deze aantrekkelijkheden volledig bezit. Hij is Bhagavān. Geen schurk die op straat rondhangt en Bhagavān wordt. Nee, dat is misleiding. We begrijpen niet wat er bedoeld wordt met het woord bhagavān; Daarom aanvaarden we een of andere schurk als Bhagavān. Aiśvaryasya samagrasya (Viṣṇu Purāṇa 6.5.47). Rijkdom. Er zijn veel rijke mensen in Bombay, maar niemand kan beweren: "Ik bezit alle rijkdom. Al het geld op de bank of al het geld in Bombay, dat is mijn geld. " Niemand kan dat zeggen, behalve Krishna. Aiśvaryasya samagrasya. Samagra rijkdom, niet een schamel deel ervan. Samagra. Aiśvaryasya samagrasya vīryasya. Kracht, invloed. Vīryasya. Yaśasaḥ, reputatie, roem. Krishna sprak deze Bhagavad Gita vijfduizend jaar geleden, maar nog steeds wordt het aanbeden over de hele wereld. Niet alleen in India, maar over de hele wereld. Bhagavad Gita is bekend in elk land, ongeacht religie of geloof. Iedereen, elke intelligente man, elke geleerde, elke filosoof leest Bhagavad Gita. Dat betekent dat Krishna erg beroemd is. Iedereen heeft over hem gehoord.  
Dus dit zijn zes soorten aantrekking. Dus ''Bhagavān'' betekent degene die al deze aantrekkelijkheden volledig bezit. Hij is ''Bhagavān''. Niet een dwaas die op straat rondhangt en ''Bhagavān'' wordt. Nee, dat is misleiding. We weten niet wat er bedoeld wordt met het woord ''Bhagavān'', daarom aanvaarden we elke dwaas als ''Bhagavān''. ''Aiśvaryasya samagrasya'' (Viṣṇu Purāṇa 6.5.47). Rijkdom.  


Dus aiśvaryasya. En toen hij aanwezig was, toonde Hij Zijn weelde. Nārada Muni wilde zien hoe Krishna omgaat met Zijn zestienduizend vrouwen, 16108 vrouwen. Dus Nārada Muni kwam, ging elk paleis binnen. Er waren 16.108 paleizen, allemaal van marmer, versierd met juwelen. Er was geen behoefte aan elektriciteit of licht 's nachts, al de paleizen waren zo versierd met juwelen. En de meubels waren gemaakt van ivoor en goud. Weelde. De tuinen waren vol pârijâta bomen. En niet alleen dat, Nārada Muni zag dat Krishna aanwezig was bij elke vrouw, en Hij deed verschillende dingen. Ergens zat Hij samen met Zijn vrouw en kinderen. Ergens vond een huwelijksceremonie van een van Zijn kinderen plaats. Iemand ... Zoveel, allemaal. Niet slechts één soort bezigheid. Dus dit heet weelde, rijkdom. Niet dat als je wat goud bezit, je dan God wordt. Nee. Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram ([[Vanisource:BG 5.29|BG 5.29]]), suhṛdam ... Krishna verklaart: "Ik ben de allerhoogste genieter." Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram. "Ik ben de eigenaar van alle planeten." Dat is rijkdom. Macht, wat kracht en macht betreft, Krishna, toen hij drie maanden oud was, op de schoot van zijn moeder, doodde Hij zoveel demonen.
Er zijn veel rijke mensen in Bombay, maar niemand kan beweren dat: "Ik bezit alle rijkdom. Al het geld op de bank of al het geld in Bombay, dat is mijn geld." Niemand kan dat zeggen. Maar Kṛṣṇa kan dat zeggen. ''Aiśvaryasya samagrasya''. ''Samagra'' rijkdom, geen schamel deel ervan. ''Samagra''.
 
''Aiśvaryasya samagrasya vīryasya''. Kracht, invloed. ''Vīryasya''. ''Yaśasaḥ'', reputatie, roem. Zoals Kṛṣṇa deze Bhagavad-gītā vijfduizend jaar geleden sprak, maar nog steeds wordt die over de hele wereld aanbeden. Niet alleen in India, maar over de hele wereld. De Bhagavad-gītā is in elk land bekend, ongeacht religie of geloof. Iedereen, elke intelligente man, elke geleerde, elke filosoof leest de Bhagavad-gītā. Dat betekent dat Kṛṣṇa zo beroemd is. Iedereen weet het.
 
Dus ''aiśvaryasya''. En toen Hij aanwezig was liet Hij Zijn rijkdom zien. Nārada Muni wilde zien hoe Kṛṣṇa met Zijn 16.108 vrouwen omgaat. Dus toen Nārada Muni kwam ging hij elk paleis in. Er waren 16.108 paleizen, allemaal van marmer, versierd met juwelen. Er was geen behoefte aan elektriciteit of licht 's nachts want al de paleizen waren zo versierd met juwelen. En de meubels waren gemaakt van ivoor en goud. Weelde. De tuinen waren vol met ''pārijāta'' bomen. En dat niet alleen, Nārada Muni zag dat Kṛṣṇa aanwezig was bij elke vrouw en Hij deed verschillende dingen. Ergens zat Hij samen met Zijn vrouw en kinderen. Ergens was er een huwelijksceremonie van een van Zijn kinderen gaande. Zoveel, allemaal. Niet maar één soort bezigheid. Dus dit heet weelde, rijkdom. Niet dat als je een paar ''tolās'' goud bezit dan wordt je God. Nee.  
 
''Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram'' ([[NL/BG 5.29|BG 5.29]]), ''suhṛdam'' ... Kṛṣṇa verklaart dat: "Ik ben de allerhoogste genieter." ''Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram''. "Ik ben de eigenaar van alle planeten." Dat is rijkdom. Wat kracht en macht betreft, Kṛṣṇa, toen hij drie maanden oud was, op de schoot van zijn moeder, doodde Hij zoveel demonen.  
<!-- END TRANSLATED TEXT -->
<!-- END TRANSLATED TEXT -->

Latest revision as of 16:29, 1 February 2021



Lecture on BG 7.1 -- Bombay, January 13, 1973

Bhagavān. Er is een definitie van Bhagavān. Niet dat elke dwaas zichzelf Bhagavān kan noemen en dat hij dan Bhagavān wordt. Nee. Parāśara Muni, de vader van Vyāsadeva, gaf ons wat we bedoelen met Bhagavān. Bhaga betekent rijkdom, en vān betekent hij die rijkdom bezit. Net zoals we zelf praktische ervaring hebben. Iemand die erg rijk is, is aantrekkelijk. Hij wordt aantrekkelijk. Veel mensen gaan naar hem toe voor een gunst. Iemand die erg invloedrijk is wordt heel aantrekkelijk. Iemand die erg beroemd is wordt aantrekkelijk. Iemand die erg geleerd, wijs, is wordt aantrekkelijk. Iemand die erg wijs is wordt aantrekkelijk. En iemand in de onthechte levensorde is. Onthechte levensorde betekent iemand die alles bezit maar er afstand van doet, het niet voor zijn persoonlijke voordeel gebruikt. Zoals iemand die heel liefdadig ingesteld is, die geeft alles aan de gemeenschap. Hij is ook heel aantrekkelijk.

Dus dit zijn zes soorten aantrekking. Dus Bhagavān betekent degene die al deze aantrekkelijkheden volledig bezit. Hij is Bhagavān. Niet een dwaas die op straat rondhangt en Bhagavān wordt. Nee, dat is misleiding. We weten niet wat er bedoeld wordt met het woord Bhagavān, daarom aanvaarden we elke dwaas als Bhagavān. Aiśvaryasya samagrasya (Viṣṇu Purāṇa 6.5.47). Rijkdom.

Er zijn veel rijke mensen in Bombay, maar niemand kan beweren dat: "Ik bezit alle rijkdom. Al het geld op de bank of al het geld in Bombay, dat is mijn geld." Niemand kan dat zeggen. Maar Kṛṣṇa kan dat zeggen. Aiśvaryasya samagrasya. Samagra rijkdom, geen schamel deel ervan. Samagra.

Aiśvaryasya samagrasya vīryasya. Kracht, invloed. Vīryasya. Yaśasaḥ, reputatie, roem. Zoals Kṛṣṇa deze Bhagavad-gītā vijfduizend jaar geleden sprak, maar nog steeds wordt die over de hele wereld aanbeden. Niet alleen in India, maar over de hele wereld. De Bhagavad-gītā is in elk land bekend, ongeacht religie of geloof. Iedereen, elke intelligente man, elke geleerde, elke filosoof leest de Bhagavad-gītā. Dat betekent dat Kṛṣṇa zo beroemd is. Iedereen weet het.

Dus aiśvaryasya. En toen Hij aanwezig was liet Hij Zijn rijkdom zien. Nārada Muni wilde zien hoe Kṛṣṇa met Zijn 16.108 vrouwen omgaat. Dus toen Nārada Muni kwam ging hij elk paleis in. Er waren 16.108 paleizen, allemaal van marmer, versierd met juwelen. Er was geen behoefte aan elektriciteit of licht 's nachts want al de paleizen waren zo versierd met juwelen. En de meubels waren gemaakt van ivoor en goud. Weelde. De tuinen waren vol met pārijāta bomen. En dat niet alleen, Nārada Muni zag dat Kṛṣṇa aanwezig was bij elke vrouw en Hij deed verschillende dingen. Ergens zat Hij samen met Zijn vrouw en kinderen. Ergens was er een huwelijksceremonie van een van Zijn kinderen gaande. Zoveel, allemaal. Niet maar één soort bezigheid. Dus dit heet weelde, rijkdom. Niet dat als je een paar tolās goud bezit dan wordt je God. Nee.

Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram (BG 5.29), suhṛdam ... Kṛṣṇa verklaart dat: "Ik ben de allerhoogste genieter." Bhoktāraṁ yajña-tapasāṁ sarva-loka-maheśvaram. "Ik ben de eigenaar van alle planeten." Dat is rijkdom. Wat kracht en macht betreft, Kṛṣṇa, toen hij drie maanden oud was, op de schoot van zijn moeder, doodde Hij zoveel demonen.